22.12.08

Mantgum 7

Dat houten been schijnt, anders dan het schilderij van Neeltje, na de dood van Neeltjes tante bewaard te zijn gebleven. Of het in haar oudheidkamer tentoongesteld is, weet ik niet. In de eerste brief, als antwoord op een kaart van mijn moeder schrijft ze: ‘Neel woont nu al 58 jaar in hetzelfde huis. Heb het na 25 mei in zijn geheel, de oude Buurfrou naar een bejaardenhuis. Daar kwamen van allerlei mensen op af, ik zag echt Spoken en heb nu zelf gekocht, dit gedeelte was al mijn Eigendom en nu maar duimen om het in gezondheid te bewonen. Dat ging de laatste tijd best, hoop deze winter weer te kunnen Dansen.’ Het contact moet meer dan twintig jaar verbroken zijn geweesl: ‘ Sedert de crematie van mijn neef Wijlen Willem Kooistra (mijn moeders vader, die overleed in 1951) heb ik bijna geen contact meer gehad’, schrijft ze en ze beklaagt zich erover dat de Kooistra’s het tegenover haar, het jaren hebben laten afweten. In een volgende brief schrijft ze: ‘Als het straks mooi weer wordt hoop ik al u hier nog eens in mijn Oudheden te ontvangen, het is nu te stoffig.’ Het is er helaas nooit van gekomen.