29.3.11

Rudy Kousbroek

Gelukkig staat de vorig jaar overleden schrijver Rudy Kousbroek mede dankzij het boek "Het Meisjeseiland"*, waarin Marja Roscam Abbing en Wout Woltz en selectie maakten uit zijn essays volop in de belangstelling. Ik heb een aantal van zijn "Anathema's" in de kast, maar in mijn map met stukken over het Franse automerk Voisin bewaar ik Kousbroeks artikelen, die hij schreef voor het Algemeen Handelsblad (16 maart 1968) en NRC Handelsblad (4 januari 1974). Bijgaand redactioneel stukje dateert van 8 september 1961 uit "De Auto" en vergezelt een artikel van hem over "De Chars van Gabriel Voisin", dat zo begint: "Ik ben vermoedelijk niet de enige die soms dagdroomt dat hij geheel alleen de Romeinse legioenen op de vlucht jaagt met een zelfgemaakte tweedekker en een kist traangasbommen van eigen samenstelling. Het is een kwaal die ik bij gebrek aan officiële nomenclatuur megalomania anachronistica pleeg te noemen, en die zijn leerzame kanten heeft". Vervolgens stelt Kousbroek dat het in het verleden voor een enkeling technisch niet onmogelijk was een lange rij anachronismen te bouwen, als hij de kans kreeg, want de constructie ervan is minder een mechanisch dan een sociologisch vraagstuk en hij schrijft dan: "De Galliërs, verbluffend knappe en vindingrijke metaalbewerkers, achtten inventiviteit een deugd en stonden niet afwijzend tegenover iets dat zij niet dadelijk begrepen. Zij zouden waarschijnlijk een minder gevaarlijk publiek geweest zijn dan bijvoorbeeld duizend jaar later de middeleeuwers, van wie ik mij voorstel dat zij de vliegtuigbouwer mitsgaders zijn machien onder plechtig gezang aan de purificatie van de brandstapel zouden hebben toevertrouwd." Daarna pas belandt Kousbroek bij Voisin die zijn hele leven streed tegen archaische opvattingen en wiens baanbrekend werk nog altijd niet voldoende wordt gewaardeerd.
*Uitgeverij Augustus ISBN: 9789045701233