Bugatti
is natuurlijk een legendarisch merk dat na het verscheiden van vader
Ettore en zoon Jean niet meer op welke auto dan ook, had moeten worden
geplakt. Helaas is het anders gegaan, maar ik stap op weg naar huis een
bus niet meer uit omdat er zo'n modern ding geparkeerd staat, dat te
bekijken en dan de volgende bus te nemen. Ik ren, wachtend voor een
stoplicht ook mijn auto niet meer uit omdat er achter mij zo'n ding
opduikt, om een paar woorden met de eigenaar te wisselen. Ik deed dat
wel, ooit toen ik als passagier in een bus van HTM-lijn 20 een
geparkeerde Type 57 zag en vele jaren later een Type 37 uit Zweden
achter me voor een Hilversums stoplicht stopte. Op de foto zo'n Type 37,
in de jaren zestig vastgelegd op het circuit van Zandvoort. Het Type 37
verscheen in 1926 had een 1.5 liter viercylindermotor en kreeg een jaar
later een compressor en heette dan Type 37A. Totaal zijn er tussen
1926 en 1930 zo'n 270 exemplaren gebouwd. Het was een volbloedracewagen
die eventueel geleverd kon worden met spatborden, voorruit en zelfs
verlichting, zodat de coureur met de auto naar het circuit kon rijden en
daar de wagen van al wat voor de race overtollig was, kon verwijderen.
Er zijn nogal wat - min of meer - geslaagde replica's onderweg, maar hier in Molsheim, waar ze ooit gebouwd werden, zien we in 2018 een echte.