30.7.24

Jaray

 


 


 
 
Tsjechië,  destijds nog Tsjechoslowakije, was het land waar  voor de oorlog het meest aandacht werd besteed aan  de stroomlijning van automobielen. Iedere producent deed aan de aerodynamische vormgeving mee, Aero, Praga, Tatra, FRM, Skoda, Wikov, Z , Jawa en in feite kwam het allemaal door één man: Paul Jaray (1889-1974), die in 1922 al een voorzet had gegeven hoe de toekomst van een auto  er uit had te zien. Heel veel literatuur over  aerodynamische automobiele is  er niet, maar gelukkig verscheen elf jaar geleden het boek "Aerodynamické Automobily", uiteraard in het Tsjechisch, dat ik niet machtig ben, maar het boek is zo uitbundig geïllustreerd dat aanschaf  voor mij een must was. Jaray is net als Siegfried Marcus en  Josef  Ganz vrijwel uit de automobielgeschiedenis verdwenen, omdat hij, afkomstig uit een  Hongaars-Joodse famile, niet in het arischautomobilistische plaatje paste. Hij werkte aan zeppelins in Friedrichshafen,  voordat hij zich in 1923 in Zwitserland vestigde en in 1927 de "Stromlinien Karosserie Gesellschhaft"  oprichtte. Hij werd lang niet altijd betaald voor zijn patenten, alleen Tatra schijnt zich naar behoren te hebben gedragen. Hier onder een aantal voorbeelden uit de Tsjechische aerodynamische automobielindustrie. Om te beginnen een Tatra 77A uit 1934, met een achterin geplaatste achtcylindermotor met een inhoud van 2970cc en topsnelheid van 150km/u. Vervolgens een Skoda Popular Monte Carlo uit 1937, met een 1386cc-motor een topsnelheid van 120km/u. Daarna een Wikov 35 Kapka,  gebouwd in 1931 door Wichtere & Kovarik in Prostejov en tenslotte de FRM (Fischer-Reimann-Motory), de auto die de principes van Jaray het meest volgt.