28.2.19

Ach, toen 10

Alhoewel de volgende regels weinig met belevenissen uit mijn jeugd van doen lijken te hebben, dien ik ze echter toch te noteren omdat er een verandering in mentaliteit uit blijkt, de gister genoemde Henk-Jan Zeiberspees, zoon en kleinzoon van een slager, is namelijk de veganistische beginselen toegedaan. Eerst nadat  hij de  ouderlijke woonte had verlaten en een buitengewoon diep gesprek had met zijn toenmalige vriendin Geeske Chammerkens, die volgaarne de ruiten van Henk-Jans vaders etablissement had willen inwerpen, werd hij daartoe bekeerd en beschouwde hij het verorberen van vlees als een zeer grote zonde. Zulks draagt hij te allen dage ook uit en er kan geen gesprek voorbij gaan of Henk-Jan spreekt enige ernstige woorden  over slachthuizen, gevolgd door ongeveer dezelfde woorden over tabakwinkels, want vanzelfsprekend is Henk-Jan ook een enorm tegenstander van roken en juicht hij iedere maatregel om tabaksgenot uit te  bannen toe. Henk-Jan is tevens een tegenstander van het humanisering van dieren,  het geven van namen aan honden en katten acht hij uit den boze, zijn hond heet dan ook Hond en krijgt elke dag twee bordjes havermoutensojapap. 
Wanneer u in de veronderstelling verkeert dat wanneer wijkagent Joris Berkfroins naar zijn pas uitgereikte gummiknuppel grijpt om de alcoholistische buurtbewoner Bastiaan Flankenborscht mores te leren, we zo'n handeling een politionele actie noemen, dan bent u niet van mijn generatie en kunt op de kaart van de Indische archipel, ook wel de gordel van smaragd geheten en nog beter bekend als Nederlandsch Oost-Indië noch Bangansiapiapi noch de Tankoeban Prahoe aanwijzen. U mag zich gelukkig prijzen, u bent van na de generatie die luide kond deed "Indië verloren, rampspoed geboren". U hebt - als jeugdig koloniaal - nooit het rijtje Bali, Lombok, Soemba, Soembawa, Flores,  Timor  moeten leren. De accoorden van  Linggadjati zeggen u niets, wees gelukkig en eet uw bordje bami goreng leeg.
Ik had haar al een hele poos niet meer gezien, maar gisterochtend ontmoette ik op de markt mijn oud-collega Giselda Leifsteil-Levensmoe, ooit verkochten we samen postzegels, schreven we rijbewijzen over en verzonden we postwissels, maar dat is lang geleden, want een nutsbedrijf als de posterijen werd in dit land, vermoedelijk als enig beschaafde land ter wereld, verkocht. In ons geval aan een Australisch transportbedrijf, dat daarna de postkantoren ophief en Giselda en mij met vele collega's brodeloos maakte, de postbestellers de deur uitdeed, de posttarieven flink verhoogde en het aantal brievenbussen minimaliseerde. Het begon allemaal onder leiding van Kim Wok, maar het  kan ook Jan Oliestel of Harm Braadslee geweest zijn, in ieder  geval had de man een naam die iets te maken had met culinaire activiteiten.  Hij was opgeleid in Broccoli, een onder  de rook  van Utrecht gelegen dorp, waar in een kasteelachtig onderkomen met de naam "Oudrose", de bloem der natie leerde hij je door vermiljoen met veel witte en grijze tinten te mengen de naam van het onderkomen alle eer kon aandoen. Kim Wok werd geassisteerd door Gombertus Zilveruitje, goedlachse telg uit een turfstekersgeslacht uit Enkhuizen, Gombertus zorgde korte tijd later dat het kwartje en de rijksdaalder werden afgeschaft en dat ons frisogende geld werd vervangen door de thans  in omloopzijnde eurobiljetten, ontworpen door Umberto Vaselini, filiaalhouder van een "Cakejes & Weekjes"-etablissement in Bologna, maar die eerder faam  had verworven als pittore di cacca.
Een volgend maal vertel ik u over de meer dan fantastische avonturen van de op dit  blog reeds genoemde Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Glopkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen, die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië, maar zijn aards bestaan, na een veelbesproken proces, zag eindigen in Israël.
Adeline Plunkenborgh-Smallenborst,  Deventer.