Alhoewel de
volgende regels weinig met belevenissen uit mijn jeugd van doen lijken
te hebben, dien ik ze echter toch te noteren omdat er een verandering in
mentaliteit uit blijkt, de gister genoemde Henk-Jan Zeiberspees, zoon
en kleinzoon van een slager, is namelijk de veganistische beginselen
toegedaan. Eerst nadat hij de ouderlijke woonte had verlaten en een buitengewoon
diep gesprek had met zijn toenmalige vriendin Geeske Chammerkens, die
volgaarne de ruiten van Henk-Jans vaders etablissement had willen inwerpen,
werd hij daartoe bekeerd en beschouwde hij het verorberen van vlees als
een zeer grote zonde. Zulks draagt hij te allen dage ook uit en er kan geen gesprek voorbij
gaan of Henk-Jan spreekt enige ernstige woorden over slachthuizen,
gevolgd door ongeveer dezelfde woorden over tabakwinkels, want vanzelfsprekend is Henk-Jan ook een enorm tegenstander van roken en juicht hij iedere
maatregel om tabaksgenot uit te bannen toe. Henk-Jan is tevens een
tegenstander van het humanisering van dieren, het geven van namen aan
honden en katten acht hij uit den boze, zijn hond heet dan ook Hond en krijgt elke dag twee bordjes havermoutensojapap.
Wanneer
u in de veronderstelling verkeert dat wanneer wijkagent Joris Berkfroins naar
zijn pas uitgereikte gummiknuppel grijpt om de alcoholistische
buurtbewoner Bastiaan Flankenborscht mores te leren, we zo'n handeling
een politionele actie noemen, dan bent u niet van mijn generatie en
kunt op de kaart van de Indische archipel, ook wel de gordel van smaragd
geheten en nog beter bekend als Nederlandsch Oost-Indië noch Bangansiapiapi
noch de Tankoeban Prahoe aanwijzen. U mag zich gelukkig prijzen, u bent
van na de generatie die luide kond deed "Indië verloren, rampspoed
geboren". U hebt - als jeugdig koloniaal - nooit het rijtje Bali,
Lombok, Soemba, Soembawa, Flores, Timor moeten leren. De accoorden
van Linggadjati zeggen u niets, wees gelukkig en eet uw bordje bami goreng leeg.
Ik had haar al
een hele poos niet meer gezien, maar gisterochtend ontmoette ik op de
markt mijn oud-collega Giselda Leifsteil-Levensmoe, ooit verkochten we
samen postzegels, schreven we rijbewijzen over en verzonden we
postwissels, maar dat is lang geleden, want een nutsbedrijf als de
posterijen werd in dit land, vermoedelijk als enig beschaafde land ter
wereld, verkocht. In ons geval aan een Australisch transportbedrijf, dat
daarna de postkantoren ophief en Giselda en mij met vele collega's
brodeloos maakte, de postbestellers de deur uitdeed, de posttarieven
flink verhoogde en het aantal brievenbussen minimaliseerde. Het begon
allemaal onder leiding van Kim Wok, maar het kan ook Jan Oliestel of Harm
Braadslee geweest zijn, in ieder geval had de man een naam die iets te
maken had met culinaire activiteiten. Hij was opgeleid in Broccoli,
een onder de rook van Utrecht gelegen dorp, waar in een kasteelachtig
onderkomen met de naam "Oudrose", de bloem der natie leerde hij je door
vermiljoen met veel witte en grijze tinten te mengen de naam van het
onderkomen alle eer kon aandoen. Kim Wok werd geassisteerd door
Gombertus Zilveruitje, goedlachse telg uit een turfstekersgeslacht uit Enkhuizen,
Gombertus zorgde korte tijd later dat het kwartje en de rijksdaalder
werden afgeschaft en dat ons frisogende geld werd vervangen door de
thans in omloopzijnde eurobiljetten, ontworpen door Umberto Vaselini,
filiaalhouder van een "Cakejes & Weekjes"-etablissement in Bologna, maar die eerder faam had verworven als pittore di cacca.
Een volgend maal vertel ik u over de meer dan fantastische avonturen van de op dit blog reeds genoemde Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Glopkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen,
die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië, maar
zijn aards bestaan, na een veelbesproken proces, zag eindigen in Israël.
Adeline Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.
Adeline Plunkenborgh-Smallenborst, Deventer.