Packard kocht met Studebaker min of meer een kat in de zak en kreeg bovendien zelf problemen omdat Packard het fabriceren van carrosserieën vanaf 1940 had uitbesteed aan Briggs, dat in 1954 werd overgenomen door Chrysler, dat natuurlijk ogenblikkelijk het maken van carrosserieën voor een concurrent beëindigde. Packard en Studebaker verschenen vanaf medio jaren vijfig met een vrijwel indentieke carrosserie, al waren de Packards prijziger. Het publiek trapte daar niet in en in 1958 werden met de naam Packard op de neus slechts 159 stationwagons, 588 Hawkcoupes, 675 hardtops en 1200 sedans verkocht, daarna verdween de naam Packard. Op de foto boven links een Studebaker "President", rechts een Packard "Clipper", beide gebouwd in South Bend, Indiana. Hieronder eerst de "President" en vevolgens de "Clipper".