23.2.19

Ach, toen 5

Net zoals thans noch immer  het geval is werden vroeger de bewoners van de Nedelandse randgebieden en met name die in Limburg beheerst door een grenzenloze afgunst jegens de bewoners van de randstad, die overigens toen nog niet zo heette, maar u begrijpt wat ik bedoel. Bij tijd en wijle wist een Limburger nationale bekendheid te verkrijgen, zo herinner ik mij een hoge rooms-katholieke geestelijke die volgaarne zijn moederkerk in al haar middeleeuwse glorie wilde herstellen, hij is later dan ook naar IJsland verbannen, waar hoogstwaarschijnlijk nog veel zendingswerk te verrichten viel. Ook de zoon van de voormalige vaderlandse volkszangers Gert & Hermien Hameraar, die daarna zeer fors in de Heer traden, Frans mag zich  in  de nodige bekendheid verheugen, hij is evenwel niet naar IJsland doch  naar Brussel vertrokken, nadat hij in onze kontreien Jaap Leefsma, die nota bene in Maastricht had gedoceerd, het leven bijzonder zuur had gemaakt, Leefsma, ooit door Wubbe Woudstra, volgens eigen zeggen, samen met een tweetal andere leidende politici, spreker van de tale Kanäans, op het schild geheven, stond een grote linkse partij voor, maar daar gruwde Frans  Hameraar van en deze Limburgse Brutus, immer bedacht op eigen glorie, wist Leefsma eens en voor altijd uit te schakelen.
Vroeger, en dan praat ik over kort  voor de Tweede Wereldoorlog, was er geen sprake van een eigen  bijdrage in de ziektekosten, nee, er was sprake van het tegendeel, slaapmiddelen, zoals Zemazekwam, werden  aan het ganse volk van staatswege verstrekt, Hendrik-Jan, niet te verwarren met de tuinman, Konijn, de toenmalige minister-president, liet de slaapmiddelen, na een oekaze zijnerzijds, door de, toenmalig nog florerende, P.T.T. huis aan huis  bezorgen, zodat iedere Nederlander een welverdiende nachtrust kon genieten en die dat natuurlijk, op enige oproerkraaiers na, vanzelfsprekend ook deed, al zouden de slapers na vijf jaar luidkeels oreren dat zij in de tweede helft van de jaren dertig buitengewoon waakzaam waren geweest. Wellicht zeggen de letters P.T.T., vanwege uw te late geboorte, u niets, de P.T.T. was een staatsbedrijf dat zorgde voor post, telefonie en telegrafie, voor de post - het verzenden van brieven en pakjes had je destijds  postkantoren en postbestellers - telefoneren deed  je thuis, - luidkeels kakelen in treinen en op  terrassen was uit den boze en  je zag evenmin moeders die achter de kinderwagen in plaats van met hun spruit te converseren, de laatste roddels met hun vriendinnen uitwisselden -  telegrafie was een snelle wijze van communiceren, waardoor je middels een telegram bijvoorbeeld aan oom en tante kon laten weten dat je Hendik-Jan Konijn een reusachtige (het woord cool was toen nog niet in gebruik) kerel vond en dat je met de trein om 12.55 in Coevorden zou arriveren, zodat oom Knillis je met zijn D.K.W. van het station kon komen afhalen.

Weet u nog dat rachitis vroeger Engelse ziekte werd genoemd? Kinderen met een tekort aan vitamine D kregen kromme beentjes. Tegenwoordig helpt vitamine D niet bij de bestrijding van kromme Engelse namen en slagzinnen die de vaderlandse  middenstand  bedenkt om hun schamele producten  aan de man te brengen. Heette vroeger de halfjaarlijkse opruiming  uitverkoop of de uitverkoop opruiming - thans ruimt men het  ganse jaar op en heet deze activiteit  sinds een aantal jaren SALE, hetgeen Franstaligen een lachstuip moet bezorgen, kappers bezitten een barbershop en een sprankelend alcoholisch drankje wordt gesleten onder de naam bubbles. De panne(n)koeken uit mijn jeugd worden pancakes genoemd, stront shit, opdonderen fuck off, om over teksten op Nederlandse vrachtwagens getooid met "transport and logistics" en "Afval is waste" nog maar te zwijgen. Zo gaat dat door net zolang tot de Nederlandse taal ook tot waste verworden is.
Een volgend maal vertel ik u over  de fantastische avonturen van de Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Glopkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen, die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië.
Adeline Plunkenborgh-Smallenborst,  Deventer,