24.2.19

Ach, toen 6

Ik herinner me dat, omdat het bijster weinig gebeurde, buiten de deur een maaltijd genieten, een feest was, waar je wekenlang naar uitkeek. Je had bij vrienden en bekenden geïnformeerd naar menu en prijzen van zeker restaurant en je genoot van het eten en de sfeer toen de heugelijke dag éénmaal daar was. Tegenwoordig echter meent iedere buitendedeureter, als ware hij een echte Jozef van het Plein, meteen na thuiskomst achter de computer te moeten kruipen en een recensie te schrijven over restaurant en maaltijd. En het liefst, in tegenstelling tot Van het Plein, om in uiterst negatieve bewoordingen de eetgelegenheid neer te sabelen, zodat de lezer iedere eetlust vergaat. Ik geef een voorbeeld uit de practijk: "De drie kleine gerechtjes die we vooraf kregen waren heel simpele hapjes, weinig verfijnd en de combinatie van de ingrediënten was experimenteel, maar naar mijn mening niet geslaagd. Ook het hoofdgerecht was ondermaats. In feite was alles wat op ons bord verscheen ver beneden de maat. De gebraden eend is terug naar de keuken gegaan, het speenvarken was erg droog en zonder smaak, de gratin was niet gaar en zonder gebruinde bovenkant. De appelcrumble bestond uit stukjes appel nog in de schil en daarbovenop wat koekkruim zonder smaak. Zeer teleurgesteld in dit restaurant: wij gaan er nooit meer terug!" Ik zie het brok venijn zitten: trots op wat hij het volk kond gedaan heeft, terwijl hij een bamibal uit de automaat naar binnenschuift.
Isidoor Flötenkrammer dreef net, als zijn vader Frederik en zijn grootvader Heinrich, de kruidenierswinkel op de hoek van onze straat, op de andere hoek had Cornelis Zwinzenburg, net als zijn vader Philip en zijn grootvader Bastiaan een  groentenwinkel, want zo ging dat destijds bij de neringdoende middenstand: winkels gingen over van  grootvader op zoon en vervolgens op kleinzoon. Niet dat het bijvoorbeeld in de vaderlandse politiek veel verschilde, zo had je Herman de Roek Voortgang wiens vader eveneens parlementariër was geweest, er waren Jeukmus en Plonker idem dito, en het zou werkelijk te ver voeren om alle burgemeesters op te noemen wier vader en grootvader dat ambt, vaak zelfs in dezelfde gemeente, hadden uitgeoefend. Maar ook in ze zogenaamde lichte sector van de Nederlandse muziek is het fenomeen niet onbekend, nadat Arie Fyfes was overleden, beklom Arie Fyfes jr. ogenblikkelijk het podium om dezelfde volkse tonen uit te stoten.
Een  norme ontr  eng m akt zich moment  l  van  ij meest r,  hete tran  dru pen op he  toets nbor  van mijn comp ter als ik b denk  hoe dapp  de vad   landse poli  eman  zich gedrag n  heeft tijd  s de Twee   Wereld  rlog en met volled ge  inzet van lijf en led   zich tegen de bezet er heeft te weer gesteld. Ik heb het toetsenbord even moeten droogblazen want ik voel mij reusachtig aangedaan door de niet te beschrijven moed van de Nederlandse diender in de jaren veertig-vijfenveertig: hoe hij met gevaar voor eigen  leven zijn dienstvoertuig parkeerde  op de overgangen van  spoorwegen die naar Vught, Westerbork en  Amersfoort leidden om zo ieder transport onmogeljk te maken, hoe hij weigerde landgenoten uit hun huizen te verdrijven en wanneer de bezetter voorschreef dat hij met zijn dienstvoertuig maximaal vijftig kilometer per uur diende te rijden, dan reed hij zesenzestig, want de politieman wist van hem verwacht werd, bovendien: verzet zat bij hem bijkans ingebakken en om te tonen dat het hem met zijn verzet menens was had de schalk zijn haar anderhalve millimeter langer laten groeien dan door de Duitse bezetter geoorloofd was.
Een volgend maal vertel ik u over de fantastische avonturen van de Duitsebondsrepublikein en meest rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Glopkens, die buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen, die na de Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië, maar zijn aards bestaan zag eindigen in Israël.
Adeline Plunkenborgh-Smallenborst,  Deventer,