Ze stonden op de Stationsweg broederlijk naast elkaar, de trams van de
lijnen 8 en 9 en zij eindigden op het andere eindpunt voor het Kurhaus
ook weer naast elkaar. Ik heb van beide lijnen in mijn Haagse tijd
weinig gebruik gemaakt, maar als ik dan toch moest kiezen, dan koos ik voor
de 8, met zijn schitterende route over de Scheveningseweg. Van de
Stationsweg is weinig meer over, ik betrap me er op dat ik sommige
stukken van Den Haag niet meer wil zien en alhoewel ik het Hollands
Spoorstation ver boven het Centraal Station verkies, kom ik toch liever
op laatst genoemd station aan: even de Rijnstraat uit, linksaf de
Bezuidenhoutseweg op (niet links kijken nu, want hier heeft het
architectenrapalje ook hevig toegeslagen, vroeger stonden hier echte
grandcafé's, waar in één ervan 's avonds een zigeunerorkest speelde,
waarover het verhaal ging, dat men, zoals het bij zigeunerorkesten zo zij men -
gebruikelijk was, elkaar vulgariteiten in 't Roemeens over de
vrouwelijke cliëntele toeschreeuwde, toen op zekere avond de Roemeense ambassadeur
binnentrad, die vervolgens in woede onstak, toen hij hoorde hoe het
vagijn van zijn, hem vergezellende, echtgenote beschreven werd en een
partijtje mee ging schreeuwen) en dan meteen oversteken, op de hoek zit
een uitstekende boekwinkel, veel trein- en tramliteratuur, die elders
niet te vinden is, vervolgens rechtdoor de Korte Poten in, hier is bijna
alles nog zoals het hoort te zijn. Maar even terug naar de Stationsweg,
met de rug naar Hollands Spoor stond vroeger links onder de kap, wat
een luxe, lijn 11 naar Scheveningen Haven, geheel op eigen, vrije baan,
Links ook was aan de overkant de motorzaak Flinterman, die ik altijd
associeerde met majoor Flinterman, die in een Gloster Meteor het
Nederlands snelheidsrecord brak, recht voor me stonden de 8 en 9 en
links op de Stationsweg was een platenzaak, waar ik ooit mijn eerste
popsingletjes kocht van The Beatles en The Dave Clark Five, gegeneerd,
want had mijn vader me niet verteld dat popmuziek de enige muziek was
zonder eeuwigheidswaarde en dat ik dus geld weggooide. Op de hoek stond
Hotel Terminus, maar dat is al lang verdwenen, net zoals de mogelijkheid
om over het Schenkviaduct te fietsen. Wanneer ik uit Voorburg kwam, zag
ik rechts een reclame voor Osewoudt. W.F. Hermans, dacht ik dan.