Nashville
is, overigens niet volgens iedereen, de muzikale hoofdstad van de
Verenigde Staten. Dat is niet altijd zo geweest, voor de countrymuziek
misschien, maar voor alle andere muziek was het een ietwat
achtergebleven, muzikaal nauwelijks interessante provinciestad tot Bob
Dylan er eind jaren zestig met sessiemuzikanten uit de stad opnamen
ging maken. Die sessiemuzikanten kregen een erenaam: Nashville Cats en
om een en ander te onderstrepen verscheen er zelfs een plaatje van The Lovin' Spoonful
met die titel. Ik las er ooit een groot artikel over in de
International New York Times, het wonderlijke was dat de beide groepjes,
die de sessiemusici zelf formeerden in het artikel niet genoemd werden:
Areacode 615 en Barefoot Jerry. In beide progressieve bandjes speelde
gitarist Wayne Moss (foto) de hoofdrol, hem heb ik nooit gesproken,
multi-instrumentalist Charlie McCoy daarentegen wel, in 1978 's morgens
rond een uur of half tien, in een studio in Nashville. Hij was verbaasd
dat niet alleen hij zijn
partijtje moest spelen, maar dat alle muzikanten er voor de opnamen
waren, wat hem de opmerking "The whole shebang is here" ontlokte. Hij
had het druk, er volgden die dag nog drie opnamesessies. Van Area Code
615 (615 is het netnummer van Nashville) verschenen twee elpees en ik
heb beide platen, die volledig afwijken van wat toen in het Nashvill'se
countrywereldje gebruikelijk was. De leden van Area Code 615 waren:
Weldon Myrick, steelguitar; Bobby Thompson, banjo; Buddy Spicher, viool;
Charlie McCoy, mondharmonica, Mac Gayden, gitaar; Wayne Moss, gitaar;
Norbert Putnam, bas en cello en Kenneth Buttrey, drums. De eerste elpee
uit 1969 opende met "Southern Comfort".
De tweede elpee verscheen een jaar later. Het repertoire van Area Code
615 is groot, niet alleen stukken van Bill Monroe, maar ook Lennon
& McCartney, Otis Redding, Bob Dylan komen, naast eigen composities,
voorbij. Dit is Monroes "Scotland".