22.6.20

THE VILLA

De Blue Note-lp 1535 staat al jarenlang tussen mijn jazzplaten, muziek van de veel te jong overleden trompettist McKinley Howard "Kenny" Dorham (1924-1972) samen met Hank Mobley op tenorsax, Cecil Payne op baritonsax, Horace Silver op piano, Percy Heath op bas en Art Blakey op drums in een compositie van Dorham die op mijn elpee "The Villa" heet maar hier "La Villa". Dorham stamde uit Fairfield (Texas), ging naar high scool In Austin, waar hij ondermeer deel uitmaakte van het boksteam, een plaats die hij later ook in het leger veroverde. Hij speelde tussen 1945 en 1948 trompet in verschillende big bands, oa. van Dizzy Gillepie en Lionel Hampton, maar maakte ook deel uit van het kwintet van Charlie Parker met wie hij in 1949 in Parijs optrad. Daarna volgde een free lance-periode en optredens met Sonny Stitt, Thelonious Monk en Bud Powell, waarna Dorham regelmatig te vinden was met Mobley, Silver  en Blakey, mannen die ook op Blue Note 1535 uit 1955 te horen zijn.
Pianist in Kenny Dorhams "The Villa" was Horace Silver (1928-2014), zoon van een vader van de Kaap Verden, die hem volksliedjes van die eilandengroep leerde. Oorspronkelijk speelde Silver ook tenorsaxofoon naast piano, op laatsgenoemd instrument volgde hij een klassieke opleiding. Zijn eerste bekendheid kreeg Silver toen hij in 1950 werd geëngageerd door Stan Getz, maar zijn echte doorbraak kwam toen hij samen met drummer Art Blakey The Jazz Messengers ging leiden. Die groep verliet hij in 1956 om een eigen formatie bestaande uit trompet, tenorsax, piano, bas en drums te vormen. Zijn meest succesvolle elpee was "Songs of My Father", hier is een live-opname van het titelnummer met Silver op piano, Billy Hardman op trompet, Benny Maupin op tenorsax. Johnny Williams op bas en Billy Cobham op drums.
Aan de bas in Kenny Dorhams "The Villa" stond Percy Heath (1923-2005), die het meest  bekend werd in het Modern Jazz Quartet, een formatie die ontstond uit de Dizzy Gillespie Bigband en oorspronkelijk gevormd werd door pianist John Lewis, vibrafonist Milt Jackson, bassist Ray Brown en drummer Kenny Clarke. Toen Ray Brown overstapte naar  de band van Ella Fitzgerald nam Percy Heath zijn plaats in en Connie Kay verving kort daarop Kenny Clarke. Een vroege opname van het MJQ gevolgd door het bekende "Softly as in a Morning Sunrise". 
Wat bij mij altijd tot enig gegnuif  leidt is wanneer muziekrecensenten maar ook andere muziekgebruikers menen muziek alleen maar  te kunnen genieten met de nodige bijkomende alcoholconsumptie,  als ik dat had gedaan had ik allang madeliefjes opgedrukt vanwege een ernstig leverfalen. Vooral de mededeling: "ik drink nu een goed glas port en luister naar Herb Alpert" doet mij bijkans van mijn stoel glijden van plezier, om nog maar niet te denken aan een kelkje "Blue Nun" begeleidt door Soeur Dominique. Dit even vooraf, want ik moet het over de baritonsaxofonist Cecil Payne - ook aanwezig in "The Villa"  hebben. Cecil Payne (1922-2007) kreeg nooit de bekendheid op zijn instrument als Harry Carney of Gerry Mulligan en zijn eerste opnamen komen nog duidelijk uit de nadagen van  de swing, dat  veranderde toen hij via Roy Eldridge  kennis maakte met Dizzy Gillespie. We horen hem hier samen met Ted Dunbar op gitaar, Richard Davis op bas en Roy  Haynes op drums in een compositie van Charlie Parker "Ko-Ko".