Ook na de Tweede Wereldoorlog gingen ingenieurs die zich oorspronkelijk bezig hielden met vliegtuigen aandacht besteden aan automobielen. Zoals Fritz Fendt, die zijn Flitzer tussen 1948 en 1951 bouwde voor oorlogsinvaliden die hun benen waren kwijtgeraakt. De Flitzer was een driewieler die met de hand kon worden aangedreven of met een 38cc Victoria- of een 98cc Sachsmotor. Met laatstgenoemde motor was de maximumsnelheid 60 km/u. De fietswielen waarmee de Flitzer in het begin was uitgerust werden vervangen door scooterwielen en er werd een 100cc Riedel-Immemotor ingebouwd. In 1952 verscheen de tweezits Kabinenroller en vanaf lente 1953 werd die vervaardigd in de Messerschmittfabriek in Regensburg, waar tot eind 1954 10000 Kabinenroller werden vervaardigd. In 1955 verscheen een verbeterde versie, de KR 200 en alleen dat jaar rolden 11909 van de band. In 1956 ging het bergafwaarts en ontstonden financiële problemen. De fabriek in Regensburg werd vervolgens onafhankelijk gemaakt van Messerschmitt en Fendt kreeg de leiding van de Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH Regensburg (FMR), die de Kabinenroller met ongeveer 40000 exemplaren tot 1962 bouwde.