Nadat graaf Louis Zborowski met een van zijn van een vliegtuigmotor voorziene racewagens dodelijk was verongelukt werd de rest an zijn wagenpark verkocht. John Parry-Thomas kocht de naar de plaats waar hij gebouwd was, de "Highham Special", uitgerust met een 27 liter V12-Libertymotor en de versnellingsbak en kettingaandrijving van een vooroorlogse "Blitzen Benz". Parry-Thomas zette vier Zenithcarburateurs op de motor en gebruikte zelf gemaakte zuigers in de cylinders. Op 26 april 1926 wist hij het wereldsnelheidsrecord te brengen op de auto - die hij Babs genoemd had - op 274 km/u.