30.4.24
Bob
Koektrommels
Arnhemse meisjes, Weesper moppen, Amsterdamse nogablokken en Haagse koektrommels. Het lijkt een logisch rijtje, maar het is het allerminst: gaat het bij de meisjes en de moppen om koekjes, bij de nogablokken en de koektrommels gaat het om trams. De "koektrommel" (foto) was een aanhangwagen (serie 600 - 629, die de HTM in 1911 bestelde bij Allan in Rotterdam en in 1912 werd afgeleverd. De koektrommels zouden het tot 1958 volhouden. Veel aanhangwagens van de HTM hadden bijnamen: "achterbakkies" waren verbouwde paardentrams, "luxe vrouwtjes" open zomerwagens (serie 500 - 526), "kippehokken" gesloten aanhangwagens (serie 350 - 364), en dan waren er ook nog de "kippekooien"en "doodkisten".
Loik
Wat ik altajd zo loik gefonden heb, dat wij 's avonds na de mahltajd, als de schnitzel, de aardappels en de sprojtjes opgegeten waren, dat we dan met de majsjes een spelletje deden. Dan deed Juul de overgebleven sprojtjes op de floer als groen, groen knollen-knollenland en dan gingen twee van onze majsjes daar tussen zitten en dan was ik natuurlajk de jagersman en schoot er een voor de grap dood en dan moest de ander heel hard hojlen. Dat was so ontzettend witzig. Maar ietwat gans anderes, het volgende lied hoort te worden gezongen op de manier van de grootvader van de op de troon zittende oranjetelg: "Een vrehmder armer snoiter, war müde van dat wandern, war müde van dat wandern, hai had sain floit verlohren, oit seine mantelsack, sack, oit seine mantelsack. Das ist nichts, ich heb gefundem, wahr jai soviel van houdt, la, la, la, la-la, la, la, wahr jai soviel van houdt."
Herinneringen 2
Ik neem u thans enige regels mee naar een langer geleden periode: in november 1912 vond in Nederland de eerste Duitstalige radiouitzending plaats, pastoor Bernhardus Johann Maria Knödelberg, van Duitse komaf, doch domiciliehoudend te Ouderkerk aan de Amstel, maakte een programma op een zelf gebasteld zendapparaat voor de destijds op Nederlandse bodem verblijvende gastarbeiders (die heetten destijds niet zo, maar u begrijpt wat ik bedoel) onder de vertaalde titel "Programma voor den Hannekemaaier en den Blaaspoep", het verdween om begrijpelijke redenen in october 1914 uit de aether, om na de oorlog, in 1921 onder leiding van - nog immer - pastoor Knödelberg, inmiddels van parochie gewisseld en werkzaam te Hilversum, waar hij een paar jaar later gevierd zou worden als pionier van de K.R.O., terug te keren als "Mädelonia", gericht op de in ons land in groten getale werkende Duitse dienstmeisjes. Het programma werd zo populair dat er dikwijls extra postbestellingen dienden plaats te vinden met enthousiaste ansichtkaarten en brieven gericht aan de pastoor en er werd in Haarlem zelfs door de aldaar werkende dienstmeisjes een mandolineorkest met de naam "Mädelonia" opgericht, dat het bijzondere genoegen had een aantal malen in een speciaal paasspel voor de microfoon van de K.R.O. op te treden, waarbij de overgrootvader van Gerardus Joolman de rol van de Here Jezus vertolkte, zodat we haast zouden kunnen spreken over een "The Passion" avant la lettre, al zouden ze destijds natuurlijk over "Die Passion" hebben gsproken.
Adriaan Zwakvatter, Zelhem.
29.4.24
Spanier
zoals de bezetting van het orkest, dat zocht ik in de boeken wel op. Muggsy Spanier and his Ragtime Band.
Miller
Hij
overleed meer dan geleden, nee niet Roger Miller (foto), want
die stierf meer dan derig jaar geleden, maar een vriend van me, die
verantwoordelijk is voor, ik doe een gok, 60% van mijn autoavonturen.
Engelse auto's waren in zijn ogen hondenhokken en Franse auto's
roestbakken, over Duitse auto's had hij het nooit, daar maakte hij geen
woord vies aan, alhoewel hij Trabantdealer was. Hij was dol op
Rottweilers en Lincolns en ik heb hem jarenlang beide zien vertroetelen.
Ooit woonde hij in Canada, waar hij op zeker ogenblik samen met een
Belg een vliegtuig restaureerde, dat vervolgens moest worden
uitgeprobeerd. Ze gingen getweeën de lucht, waarop de Belg hem vroeg of
hij een vliegbrevet had, dat bleek niet in het geval, de Belg had het
evenmin, zodat ze besloten het vliegtuig dan maar in de kruin van een
boom neer te zetten. Mooi verhaal. Bij ieder ander, die me het verteld
zou hebben, had ik mijn vraagtekens gezet, niet bij hem. Iedere keer dat
ik Roger Millers "The day I jumped from Uncle Harvey's plane" hoor, moest en moet ik aan hem denken. Eigenlijk passen al die grappige werkjes van Miller uitstekend bij hem: van "Dang me" tot "You can't rollerskate in a buffalo herd". Maar misschien paste "King of the Road"
nog het best bij Paul, die, toen we keer onderweg waren en begin jaren
zeventig vlakbij Amerstoort een fenderskirt van een 1949 Lincoln
convertible coupe verloren zei: "Laat maar, ik heb er thuis nog wel
één."
Charpentier
851
Herinneringen
In mijn jeugdige jaren, toen mij zuster Violetta de soloparij van Rachmaninovs Tweede Pianoconcert instudeerde, maar dan speciaal bewerkt voor altblokfluit, had je Frits Zuidwester, die in plaats van zo'n zeemanshoofddeksel een kaal hoofd had, je had Ronnie Ronaldo, dat was, zover ik me herinner, een kunstfluitende voetballer - er werd toen heel wat afgefloten - en je had Dia Dorama, zij was een Indiase met een cyaankaliwinkeltje op de Rotterdamse Lijnbaan, Dia was gelieerd aan Wumme Ibo, een Nigeriaan die het Nederlandse volk in de jaren vijftig het cabaret bijbracht, waarbij ene in Utrecht geboren, maar zich Gooimans noemende, Rijk een belangrijke rol speelde en je had, voordat ik het vergeet, ook Frits van der Plas, hij werd door de KRO ontslagen omdat de door hem te interviewen Phil Blum geen non bleek en zulks was toen bij de katholieke omroep nog vereist. Je had ook de tweelingbroers Herman en Pete Felderman, helemaal zeker van de naam ben ik niet, ik moet dat nakijken, zij werkten eveneens voor de officiële radio in Hilversum, want je had destijds, met name in Drenthe, met name in de buurt van Emmen, de onofficiële radio: piraten die hun overburen en grootouders de groeten deden, vergezeld van een reeks wonderlijke klanken, die zij muziek noemden.
Adriaan Zwakvatter, Zelhem
28.4.24
Van Assen 5
27.4.24
Van Assen 4
Er passeerden een drietal luidruchtige groepjes van helmpjes voorziene zogenaamde wielrenners, terwijl Van der Blaf niet van 's mans schoenen was weg te slaan. "Hij vindt me klaarblijkelijk aardig!", zei Bart Slager, bakker, o nee, het is precies andersom. "De liefde gaat bij Van de Blaf door de maag", zei ik, hij ruikt dat u met vlees omgaat, maar dat krijgt hij nooit, ik geef hem altijd brokjes, hondenbrokjes, dat schijnt veel beter te zijn." "Dat weet ik nog zo net niet, een hond stamt af van de wolf en ik heb nog nooit van een brokjestetende wolf gehoord", ze Bart Bakker, slager terwijl hij een sigaartje opstak. Ik zag dat hij hetzelfde merk rookte dat Cor mijn man. die vijf jaar geleden gecremeerd is, rookte. Waar moet een mens het over hebben als zij zomaar, met een vreemde man op de koffie komt, ik vond dat Van der Blaf nou maar eens op moest houden 's mans voeten te likken, maar Bart Bakker, slager scheen het niet erg te vinden, misschien was hij het wel gewend, dus ik vroeg "Hebt u een hond?' Nee, die had hij niet, hij had er wel een gehad toen zijn vrouw nog leefde maar een hond was te bewerkelijk voor een man alleen die ook nog een zaak had, al had hij wel vandaag zijn vrije dag. "Wat voor hond had U?" vroeg ik, dat leek mijn namelijk een goede vraag om het gesprek gaande te houden. "We hadden er twee. Chows. Want chows moet je altijd met meer nemen, die hebben gezelschap van elkaar nodig." "Dat is een hele hand vol", zei ik, "en ze vragen nog veel onderhoud ook en behoorlijk grote poepzakken", voegde ik er aan toe. "Ach, daar werd zo'n tien jaar geleden nog niet zo opgelet, hondenstront is pas de laatste jaren echt een issue geworden, niet dat honden vroeger niet poepten, maar toch, het heeft allemaal met elkaar te maken, vroeger liep iedereen in het dorp op klompen en die trok je bij de deur uit, dus er kwam nooit hondenstront op het tapijt." Daar had Bart Bakker, slager een punt en ik zei "Het komt ook doordat mensen uit de stad hier zijn komen wonen, die zeuren graag, maar ja, ik geef ze uiteindelijk toch wel gelijk, ik ruim Van der Blafs drolletjes altijd op", terwijl ik een slokje koffie nam.
27 april
Lang geleden was 30 april koninginnedag en defileerde het volk keurig gekleed langs de op het Soestdijks bordes staande Oranjes, in het kader van voortschrijdende democratisering werd de zaak omgedraaid en kwamen de Oranjes naar het volk, dat meteen besloot de jaarlijkse schoonmaak te laten volgen door opruiming van overtollig geraakt huisraad, waardoor voor de bezoekende vreemdeling ons land meer leek op een enorme markt van afdankertjes dan eerbetoon aan de regerende vorstin.
26.4.24
Van Assen 3
Gistermiddag
na een korte wandeling met Van der Blaf vond ik een brief uit Drogeham
in mijn brievenbus, nu had ik nog nooit van die plaats gehoord dus ik
ben meteen op een inmiddels verouderde kaart van Cor, mijn man die vijf
jaar geleden gecremeerd is, gaan kijken waar dat oord met zo'n vreemde
naam wel mocht liggen en of in de buurt misschien ook een Natteham
gelegen was, dat laatste bleek niet het geval. Drogeham ligt in
Friesland, daar ben ik nooit geweest, Cor en ik gingen met de
verschillende Opel Kadetten, die wij gehad hebben, altijd naar het
zuiden. De brief uit Drogeham kwam van een meneer Tuitjen. Mijn moeder
zei altijd: je hebt honden en brutale honden, nou één ding is zeker die
meneer Tuitjen behoort tot de laatste soort, want in de envelop vond ik
deze folder.
Maar ik zie eerlijk gezegd mijn Van der Blaf nog niet met zo'n rode ballon aan zijn gat lopen, wat verbeeldt die Tuitjen zich wel en dan ook nog in het gevlei proberen te komen bij de diverse gemeentes van ons land en mij via Van der Blaf geld van mijn toch al niet geweldige pensioentje aftroggelen, ik hoop dat ze Tuitjen arresteren wegens oplichting of iets dergelijks, volgens mij heeft die Tuitjen nog nooit een hond gehad, het eerste wat een hond doet is zijn zak afbijten, in ieder geval doet Van der Blaf dat, want die gaat daar voor Jan met de korte achternaam de straat op, vergeet het maar, Van der Blaf is niet gek. Bovendien blijft de poep in de Tuitjenzakken aan de behaarde billetjes van van der Blaf plakken. Ik heb op mijn leeftijd al heel veel meegemaakt, maar nog nooit zoiets, vroeger had je dat niet toen werden zulke mensen meteen achter slot en grendel gezet op water en brood, al zijn bedorven en beschimmelde vegetarische hondenbrokken van vijf jaar oud voor die Tuitjen meer op hun plaats. Ik ben boos en heb bij het afstoffen en stofzuigen vanmorgen dan ook niet gefloten en ga straks een heel eind wandelen met Van der Blaf en ruim uit pure ballorigheid zijn drolletjes niet op.
Giselda Botermelk-van Assen
25.4.24
Van Assen 2
Helaas
heb ik weinig kennissen in het dorp, daarom is Van der Blaf een hele
steun voor mij en heb ik toch aanspraak, tot twee jaar geleden had ik
die ook van Carbina Ponteneur, zij was ook weduwe, maar is toen naar
Hemelum verhuisd. Zij was getrouwd met Jochem Ponteneur, heette van
zich zelf Pattefoon en is op een heel wonderlijke manier weduwvrouw
geworden. Jochem is in 1969 naar Australië vertrokken en Carbina zou een
jaar later ook daar naartoe gaan, maar zij heeft nooit meer iets van
Jochem gehoord, misschien is hij wel aan een origineel blijven hangen of
is hij, want hij was een amateurbokser, door een kangoeroe
neergeslagen, je weet maar nooit, als je naar zulke vreemde landen
gaat. Hij was een vreemde snuiter, niet moede van het wandelen, zoals
het lied zegt, maar even zo goed, at hij elke morgen voor het ontbijt
een eetlepel boetseerklei, vertelde Carbina mij later, dat was om
Groningen niet te vergeten, zei hij tegen haar. Toen Carbina pas naar
Hemelum was verhuisd hebben we nog even met elkaar geschreven, maar op
mijn laatste brief heb ik nooit antwoord gekregen. Nou dan heb ik geen
zin meer. Misschien is zij wel overleden, zulks kan iedereen overkomen,
anders vind ik het wel vreemd. Je bent toch vriendinnen of niet soms?
Ik heb nog eens op de kaart gekeken waar Hemelum ligt, het is een goed
eind weg en ik ga er niet op de bonnefooi naar toe. Carbina kwam
oorspronkelijk uit Tilburg, wat zo'n mens dan in Hemelum zoekt is mij
een raadsel, maar zij had wel meer vreemde trekjes, zo at zij tomaat
met suiker. Ik moet daar niet aandenken. Carbina had een hond die zij
vegetarisch voedde, ik had altijd het idee dat haar hond, die Jeroen
heette, jaloers was op Van der Blaf, die van mij lekkere brokjes kreeg.
Van der Blaf mocht Jeroen niet en zodra Carbina met Jeroen het tuinpad
opkwam was het bal en moest ik van der Blaf opsluiten in de keuken, dat
vond hij niet leuk en dus heb ik Carbina gevraagd Jeroen thuis te laten,
maar dat heeft zij nooit gedaan en iedere keer moest ik nadat zij weg
waren de kwijlplekken van haar hond van de tafel, van de bank en van de
vloer vegen. Wat dat betreft is het plezierig dat Carbina naar Hemelum
verhuisd is.
Je hoort op straat zelden iemand meer fluiten. Dat vind
ik vreemd, mijn vader was een echte buitenfluiter, als hij thuis kwam
hoorde je hem al van verre aankomen, altijd met hetzelfde wijsje,
waaarvan ik de titel helaas vergeten ben, het was iets van
"Lammerschans", maar ik kan het mis hebben, want het is lang geleden. De
jongens uit de buurt floten ook allemaal, maar waarschijnlijk zijn de
buitenfluiters verdwenen omdat nu iedereen in de auto zit en naar de
radio luistert en als ze niet in de auto zitten dan lopen of fietsen ze
al sms-end of telefonerend. Ik vind het jammer dat er niet meer op
straat gefloten wordt. Als meisje hoorde je niet op straat te fluiten,
ik heb dat dus ook nooit gedaan, ik ben een typische binnenfluiter en
doe het altijd wanneer ik stof of stofzuig, dan laat ik de radio uit en
fluit, soms ook het liedje van mijn vader als hij onze straat in fietste.
Ik zet de Van der Blaf dan zolang in de keuken want stofzuigers behoren
niet tot zijn vriendenkring. Ik zal woensdag aan mijn vrienden Katja en Gijsbertus
toch eens vragen of zij nog fluiten, het gekke is dat een uitdrukking
als "fluitend aan het werk zijn" nog steeds gebruikt wordt, maar niemand
doet het meer en over een paar jaar weet niemand meer wat het eigenlijk
betekent, wat dat betreft is fluiten net de Tweede Wereldoorlog.
Een
heel enkele keer hoor ik nog iemand op zijn vingers fluiten, dat heb
ik nooit geleerd, maar mijn vader kon het heel goed zelfs op twee
manieren: hij stak twee vingers tussen zijn lippen of hij maakte een
rondje met zijn duim en wijsvinger en deed hetzelfde, er waren vroeger
ook kunstfluiters, je had Jan Tromp en Ronnie Ronald, van de laatste
hadden we zelfs een grammofoonplaat, de enigsten die nog op hun vingers
fluiten zijn mannen die hun hond uitlaten maar ook die sterven uit, ik
bedoel de mannen, niet de honden. Nu is dat maar goed ook, want vaak
zijn dat vervelende mannen die hun hond niet aan de riem hebben en daar
heb ik een hekel aan, want dat zijn dikwijls hele grote honden, die
achter Van der Blaf aangaan en ik ben o, zo bang dat ze hem dan wat aan
zullen doen. Die mannen denken intussen dat ze hun honden met een
fluitje kunnen dirigeren in plaats van met de riem. Nou heb ik al
meegemaakt dat zo'n grote rooddweiler op Van der Blaf aankwam, ik heb
Van der Blaf toen razendsnel op de arm genomen, maar toen moest dat
secreet van een rooddweiler natuurlijk mij hebben, de baas van de
rooddweiler kwam toen, het was hier om de hoek, doodgemoedereerd
aanstappen en zei dat hij afmoest en bood niet eens zijn excuses aan. Ik
heb toen gezegd dat hij de rooddweiler moest aanlijnen want dat zulks
in de gemeentewet staat, maar daarna zei hij: "Ach oud wijf, zeur niet!"
Op zulke momenten is de politie natuurlijk in geen velden of wegen te
zien en als ze wel te zien zijn zitten ze met hun luie reet in een auto,
waar ze nooit en te nimmer uitkomen behalve om een rookworst bij de
Hema te kopen. Gelukkig heb ik de man en zijn rooddweiler daarna nooit
meer gezien, waarschijnlijk woonde hij hier niet eens, maar wel de boel
terroriseren, een woord waar ze het in de krant en op de televisie de
hele tijd over hebben maar waar duidelijk helemaal nooit niets aangedaan
wordt.
Als hondenbezitster krijg ik regelmatig post waar ik helemaal
niet om gevraagd heb, klaarblijkelijk is er een of andere onverlaat die
mijn adres aan diverse instanties verkoopt, zo kreeg ik onlangs het
verzoek om me te abonneren op het maandblad 'De Vegetarische Hond",
waaruit maar weer blijkt dat ze altijd Van der Blaf en zijn soortgenoten
moeten hebben, want van het weekblad "De Vegetarische Kat", laat staan
"De Vegetarische Cobra" is natuurlijk nooit geen sprake. De
hoofdredacteur van "De Vegetarische Hond" is de in Blaricum wonende
Syrische dierenarts Babba le Khoukhyez, op de voorpagina van het
proefnummer dat ik kreeg stond president Assad samen met president
Poetin terwijl ze samen een bakje gerstepap aan een chihuahua voeren.
Giselda Botermelk-van Assen.
Rijden & Vliegen
24.4.24
Van Assen
Ik moet ook nog even terugkomen op de hondendrollen, want vanochtend werd ik lastig gevallen door een bejaard manspersoon - hij leek mij dichter bij de negentig dan bij de tachtig - maar hij had desalniettemin een lichtpaarse, korte broek om zijn kont, die mij beschuldigde van het feit dat ik Van der Blafs uitwerpselen, hij gebruikte het woord feses, niet had opgeruimd en dat hij er daarom met zijn schoenen, hij gebruikte het woord lofers, ingetrapt had. Nou kan ik redelijk veel hebben, maar zeker geen valse beschuldigingen door een lichtpaarskortgebroekte oude van dag, dus ik toonde hem drie lege poepzakjes die ik altijd bij mij draag, maar de antieke rimpelaar was daarmee allesbehalve tevreden en zei dat iedereen wel zakjes bij zich kon dragen maar toch zijn drolletjes niet wenste op te ruimen. Toen werd ik echt giftig en vroeg hem: "Hebt u Van der Blaf zien poepen en krijgt u daar een opgewonden gevoel bij?" De rapen waren vervolgens gaar want hij wilde mij te lijf, gelukkig passeerde op dat moment een lid van het zangkoor "Wilt heden nu treden", waar ik een blauwe maandag lid van geweest ben en bovendien slager aan de andere kant van het dorp en die vroeg of ik problemen had. Ik antwoordde bevestigend en zei dat lichtpaarsekortebroekemans mij lastig viel, die blies vervolgens razendsnel de aftocht met de kreet: "Dat is de laatste keer dat ik ossenworst bij jou gekocht heb!
Giselda Botermelk-van Assen.
Stomp
23.4.24
Naam
Ailders, Bilders, Cilders, Dilders, Eilders, Filders, Gilders, Hilders, Iilders, Jilders, Kilders, Lilders, Milders, Nilders, Oilders, Pilders, Qilders, Rilders, Silders, Tilders, Uilders, Vilders, Xilders, IJlders, Zilders.
Tot zijn groot verdriet wordt zijn naam niet genoemd.
Renate
De gebruikers waren weer eens weg. Vermoedelijk niet heel lang, want Renate had gezien dat ze geen grote koffers hadden gepakt. "Nur Handgepäck" hadden ze meegenomen. Ze had ook iets opgevangen over Lüttich en een markt. Lüttich klonk behoorlijk Duits, dus het moest wel in de buurt zijn.
Helga had, natuurlijk om haar treiteren, meteen nadat de gebruikers het pand hadden verlaten, de Wallkürenritt ingezet, het ontbrak er nog maar aan dat ze "Junge komm bald wieder" of de nazitophit "Mit Mercedes-Benz voran" was gaan kwelen. In het begin had Renate zich zo aan Helga geërgerd dat ze "Auferstanden aus Ruinen", het volkslied van de D.D.R., had aangeheven, maar daar had ze achteraf spijt van gehad. Zoiets doen was natuurlijk erg kinderachtig.
durch Trümmer und lodernden Brand
so rollen, dem Einsatz entgegen,
die Wagen ins feindliche Land."
"Una mattina mi son svegliato
Una mattina mi son svegliato
Eo ho trovato l'invasor."
Renate juichte van binnen, want de pannen overstemden Helga, terwijl Helga toch vlak naast haar stond. Helga stopte. Renate hoorde haar vloeken: "Verdammte Terroristen!!"