29.4.24

Herinneringen


In mijn jeugdige jaren, toen mij zuster Violetta de soloparij van Rachmaninovs Tweede Pianoconcert instudeerde, maar dan speciaal bewerkt voor altblokfluit, had je Frits Zuidwester, die in  plaats van zo'n zeemanshoofddeksel een kaal hoofd had, je had Ronnie Ronaldo, dat was, zover ik me herinner, een kunstfluitende voetballer - er werd toen heel wat afgefloten - en je had Dia Dorama, zij was een Indiase met een cyaankaliwinkeltje op de Rotterdamse Lijnbaan, Dia was gelieerd aan Wumme Ibo, een Nigeriaan die het Nederlandse volk in de jaren vijftig het cabaret bijbracht, waarbij ene in Utrecht geboren, maar zich Gooimans noemende, Rijk een belangrijke rol speelde en je had, voordat ik het vergeet, ook Frits van der Plas, hij werd door de KRO ontslagen omdat de door hem te interviewen Phil Blum geen non bleek en zulks  was toen bij de katholieke omroep nog vereist. Je had ook de tweelingbroers Herman en Pete Felderman, helemaal zeker van de naam ben ik niet, ik moet dat  nakijken, zij werkten eveneens voor de officiële radio in Hilversum, want je had destijds, met name in Drenthe, met name in de buurt van Emmen, de onofficiële radio: piraten die hun overburen en grootouders de groeten  deden, vergezeld van een reeks wonderlijke klanken, die zij muziek noemden.
Ik herinner me ook de Amsterdamse hoofdcommissaris Hendrik Smeerkaas die het plan had opgevat hoogstpersoonlijk de grachten te dempen, hij wilde daartoe de Amsterdamse VW-politiekevertjes van sneeuwschuivers voorzien en daarmee - met uit het Naardermeer  opgezogen zand - de grachten dempen, hetgeen de huidige bewoners van de grachtenpanden  van een gezonde nachtrust zou hebben kunnen voorzien, omdat veel toeristen met hun vermaledijde rolkoffertjes naar Kopenhagen zouden zijn uitgeweken. Dan was er rond die tijd Jan de Kwaaisteniet, over die achternaam valt het nodige af te dingen, omdat hij behalve lid was van een triumviraat dat niet geheel onvriendelijk tegenover de Duitse bezetter  stond, hij noemde zichzelf op zeker ogenblik zelfs fascist, maar toch - zij het  enige tijd later - minister-president  mocht worden en dan was er Geil Beel, een disc-jockey (doch geen familie van een gelijknamige, andere minister-president*), die in  samenhang met zijn voornaam sexuele activiteiten ondernam achter een microfoon van de publieke omroep en tenslotte  herinner ik me, hedenochtend op de valreep, ook Jan Smallenborst, hij gooide altijd zijn sigaartjes weg, opdat hij op de lege doosjes  aantekeningen kon maken.
Niet dat ik hen ontmoet heb, laat staan persoonlijk gekend heb, toch is het leuk herinneringen aan mensen uit vervlogen dagen op te halen, zo was er bijvoorbeeld Berend Frats die tijdens een herdenkingsbijenkomst ter nagedachtenis aan de overleden volkszanger André Fyfes, wiens bekendste lied "Mag ik de banaan in jouw fruitmand zijn?" in  tranen uitbarstte, nadat hij vernam dat de Evangelische Omroep ter  nagedachtenis aan zijn beste vriend een programma met de naam "De Muzikale Fruitmand" ging starten, daar waren de voetballende broertjes Frank en Ronald Boerenommelet die jaren ijverden om hun verdiensten flink op te schroeven zodat zij net als hun buitenlandse teamgenoten minder belasting hoefden betalen en zelfs, naar verluid, een Zimbabwiaans paspoort hadden aangevraagd en daar was natuurlijk Wouter Uilbrecht, die samen met Willem Muntje, Willy Stoof en Otto Grotekool leiding  gaf aan de eerste democratische boeren- en arbeidersstaat op Duitse bodem, zijn nichtje Madeliefje was later de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken en hun oudoom Rico was eigenaar van een jazzcafé in het Noordhollandse Laren. * Zojuist schoot mij te binnen dat beide Beelen genoemd zijn naar de locomotiefserie 1000 van de Nederlandse Spoorwegen, waarvan  hier een foto.
Ik neem u ook even mee naar het jaar 1948, het jaar waarin Eelco van der Flats, maar het kan ook Flatmans, Flattenburg of iets dergelijks zijn, geboren werd en dankzij zijn echtgenote - geboren Janneke Zoutvaatje - die theekopjes en ander servies, waaronder  eierdopjes, decoreerde, om over beddenspreien en antimakassartjes maar niet te spreken, kon opstoten in de vaart der christelijk volkeren als minister van cultuur en al wat dies meer zij, waarna  het met hem bergaf leek  te gaan omdat zijn grote voor- en roerganger - wiens naam mij op dit moment niet te binnen wil schieten- maar die ver voor "me-too" tot de orde werd geroepen, hem liet struikelen, alhoewel Van der Flats, maar het kan ook Flatmans, Flattenburg of iets dergelijks zijn, zoals in Nederland gebruikelijk naderhand toch een mooie functie bereikte, denkt u maar aan Maaike Wegwerker,  die naar haar falen in het verkeer, hoge ogen in Brussel gooide. Ook uit dat jaar dateert grapjas Japie Draadnagel, die carriere maakte bij de arbeidersradioamateurs, maar vervolgens voor meer geld koos, wat dat betreft kan hij een hand geven aan Telegraafcolumnist en professor Wilhelmus Adrianus Huizermeent, van huis uit socialist,  alhoewel door velen - en niet ten onrechte - daaraan wordt getwijfeld. Lang geleden, veel van de lezers van dit blog waren nog prénataal, gaven sommige mensen, hier maar ook elders, hun mannelijke nakomelingen de hondennaam Victor of Viktor - Bello, Pakze en Bonzo en Scheitlaars waren minder in zwang - zo hoorden wij nimmer van een Bonzo van Vriesland noch van een Paus Bello II, een Pakze Hugo of een Scheitlaars Baudet -  Victor of Viktor, in beide  gevallen is de betekenis van de naam: winnaar,  met een k gespeld (dus Viktor) is het de glorieuze voornaam van de hedendaagse Hongaarse orbanisator, een woord  dat op zijn beurt volgens sommige linguïsten is afgeleid van stormban - in het Duits Sturmbann - waarvan tevens Sturmbannführer afkomstig is,  dit gezegd zijnde dient te worden vastgesteld dat genoemde Viktor niets van socialisme moet hebben doch een groot voorstander is van nationalisme, de voornaamste nazipoot waarop Adolf Hitler steunde,  Viktor, geboren zeven jaar na de Hongaarse opstand van 1956, waarna vele Hongaarse vluchtelingen liefdevol elders werden opgenomen, heeft de PEST aan de vluchtelingenstroom uit oorlogsgebieden zoals Syrië e.o., dat klinkt onlogisch, maar is het niet: verder dan de Hongaarse geschiedenisboeken, waarin de fascist Miklós Horthy een hoofdrol speelt, is Viktor niet gekomen: vreemdelingen zijn er om te haten, behalve wanneer ze als toerist flink wat geld in het Boedapester laadje brengen. Onder aanvoering  van genoemde orbanisator heerst thans in Oost-Europa een geest van het  ware, ik zou willen zeggen, vroeg middeleeuwse christendom, nog net niet ter kruisvaart, maar Tsjechië, Slowakije en  Hongarije kennen een ongebreidelde bereidheid vreemde invloeden niet toe te laten, zelfs deze te vernietigen, men mist immers het vertrouwde kompas waarop jarenlang blindelings kon worden  gevaren: de leiding van het grote broedervolk, dat van  de Sowjet-Unie, en zou, ondanks de financiering door West-Europa van allerlei gezellige, maar vooral kostbare en in feite onnodige projectjes, volgaarne de trepak met Putin dansen, want dat is pas een leider naar hun hart. Daar hebben we bijvoorbeeld Deklos Zeeman, die ondanks die achternaam nimmer van "De klok van Arnemuiden" hoorde, laat staan het lied kan zingen en bovendien de muzikaliteit van zigeuners noch dat volk zelf kan waarderen.  Er  gingen ooit onder het mom van solidariteit (solidarinosc) ganse vrachtladingen vol goede  gaven vanuit Nederland naar Polen en u bezit wellicht het waanidee dat goed voorbeeld goed volgen inhoudt, maar de Polen zijn die, voor hun klaarblijkelijk smadelijke, episode vergeten en hebben totaal andere, zeer, zeer roomse, zaken aan hun hoofd, misschien zelfs een pogrommeke hier en een pogrommeke daar, want die geliefde bezigheid hield hun zelfs na de Tweede Wereldoorlog op de been. Een volgend maal vertel ik u over de fantastische avonturen van de Duitsebondsrepublikein Hampelmann  Maria Globkens.
Adriaan Zwakvatter, Zelhem