5.4.08

Oliver

Gistermiddag anderhalf uur geluisterd naar opnamen uit 1923 van King Oliver op een op Archeophone verschenen dubbelCD. Achtenzeventigtoerenplaten van Oliver's Creole Jazz Band heb ik nooit gehad, wel een albumpje met twee vijfenveertigtoerenplaatjes, dat ik ooit uitleende aan een televisieregisseur en nooit terugkreeg. Later kocht ik een langspeelplaat van het orkest en eind jaren negentig een op Retrieval verschenen dubbelCD met exact dezelfde nummers als die op de Archeophone-CD's. Het bezit van langspeelplaat, Retrieval- en Archeophone-CD's betekent dat ik sommige nummers drie keer heb. Is dat geld over de balk smijten? Nee, want het verdoeken, overschrijven, of hoe je ook wilt noemen, van achtenzeventigtoerenplaten op CD gaat kwalitatief nog steeds vooruit, afgezien dat het om te beginnen gaat om het vinden van meer dan tachtig jaar oud, zo min mogelijk beschadigd, origineel materiaal. Grammofoonplaten hadden in de jaren twintig heel wat te lijden, de zware arm en stalen naald beitelden zich als het ware een pad door de groef. Wat er op de Archeophone-CD's staat is schitterend, maar dat wil niet zeggen dat over en jaar of tien niet een nog beter resultaat geboekt wordt. Het bovenstaande stukje overlezend, kom ik tot de ontdekking dat ik met geen woord over de muziek geschreven heb, maar dat komt omdat ik waarschijnlijk in de veronderstelling verkeer, dat iedereen de muziek van Oliver's Creole Jazz Band kent, zo niet, maak kennis met een van de allereerste jazzorkesten, waarin onder meer Joe Oliver en Louis Armstrong op cornet, Honore Dutrey op trombone, Johnny Dodds op klarinet, Lilian Hardin op piano, Bill Johnson op banjo en Baby Dodds op drums. (Archeophone ARCH OTR-MM6-C2)