21.1.22

KLEDERDRACHT

Onder klederdracht heb ik altijd iets regionaals verstaan, ik bedoel dat de kleren van iemand uit Twente verschilden met die van iemand uit Drente. Maar als ik het boekje uit 1912 "Geschiedenis der Kleederdrachten", uitgegeven ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig bestaan der firma H. Hollenkamp, raadpleeg, dan blijkt dat toen onder klederdracht alle kleding werd verstaan. Het fraai geïllustreerde boekje, ontworpen en gedrukt bij Van Leer in Amsterdam begint in Egypte en eindigt in het begin van de twintigste eeuw. Uit het uitgebreide bijschrift bij "Een sportfeest in de 20e eeuw" citeer ik het volgende:

"Tussen 1882 en 1900 droeg de vrouw vaak een soort tuniek, een Figaro en Jacco-jakje. De hygiène dwong haar te breken met de verderfelijke gewoonte zich te eng te rijgen om een dun middeltje te hebben en deed haar schoeisel verwerpen, dat het lichaam vervormde en mismaakte. Steeds grooter omkeer in de kleeding bracht de sport. Het rijwiel eischte ook voor de dames een practische kleeding; al te vurige ijveraarsters wilden een heerenkleed invoeren, doch het bleek onnoodig. Nieuwe verandering bracht weeder de luchtscheepvaart. De vliegenierster werd gedwongen, om de beperkte ruimte, zich in een overal even wijd, slechts van onderen minder wijd, zelfs zeer eng kleed te steken. De "entravée" ontstond. Bedoeld voor het er mee in de lucht gaan, gingen de jonge dames, ook op aarde in de "jupe entravée" wandelen. In den aanvang ging het moelijk, vele schoonen struikelden en strompelden. Daarom noemde men de "entravée"... de strompelrok. Buitennissige dames wilden, vrij van de aarde, in de lucht direct man worden en schiepen een kleedingstuk, dat zij  noemden: "jupe Harem" of "Harembroek". Dit kleedingstuk bracht het niet tot mode. De sport heeft de vrouw gebracht tot de schoone, soepele kleeding van thans, die de schoone lijn van het lichaam volgt, en slechts ontsierd kan worden door het te vele, het te opzettelijke. De kleedimg van de rechte lijn schiep vele en kostbare fantaisieën, toiletten van duizenden guldens. Men ziet avondtoiletten van soepel goudbrocaat met lichtmauve overwaasd, met een garneering van orchideeën. De automobiles hebben voor den man de sportpet en de sportjas in zwang gebracht en voor de vrouw een costuum, dat er weinig van verschilt. Ook de jongens- en meisjeskleeding heeft in de laatste eeuw groote verandering ondergaan. De wijd uitstaande meisjeskleeding, de hessen en buisjes der jongens verdwenen in de tweede helft der 19e eeuw voor de matrozen- en norfolkpakjes. Beider kleeding wordt steeds losser en fleuriger en staat ook in het teeken der sport. Thans is de sport nog de heerscheresse voor een deel der mode. Welke invloed zich na de sport op de mode zal doen gelden. ligt in het duister."