Het probleem van een rijtuig achter een autorails, waardoor in het
eindstation moest worden omgelopen, hetgeen tijdrovend was, kende men
natuurlijk. Bij stoomlocomotieven was het niet anders, bovendien moesten
die, als het locomotieven met een losse tender waren, ook nog op een
draaischijf worden gekeerd of met de tender voor de terugreis
aanvaarden, vandaar dat men bijvoorbeeld op de lijnen naar de voorsteden
van Parijs tenderlocomotieven gebruikte en uiteindelijk het probleem
oploste door een stuurstandrijtuig aan het eind van de trein mee te
laten lopen, op de heenreis stonden machinist en stoker samen op de
locomotief, op de terugreis bleef de stoker op de locomotief en de
machinist ging naar de cabine in het stuurstandrijtuig. Dit systeem vond
later ook elders in Frankrijk ingang, want de afgebeelde rijtuigen met
de naam "boites tonnerre" vond je voornamelijk in het oosten van
Frankrijk, ze kwamen oorspronkelijk uit Duitsland en heetten daar
Donnerbüchsen.
