9.12.10

ABK 3

Vraag
Wat weten wij van de zielsbewegingen der menigte? Eén schreeuwt er: Bezuiniging! Dan brult het heele koor: Bezuiniging!
Eén schreeuwt er: Langer werken! Dan brult het heele koor: Langer werken!
Alleen zoo in de politiek?
Larie, hoor! Waar komt dan die mode vandaan? Ineens korte rokken. Ineens slepen. Ik heb in mijn leven al de wijdste broeken zien dragen. Daarvoor moesten ze spannen om het been. Vesten waar een heel overhemd uit keek. En vesten tot aan je hals dicht. Wie begint er mee? Wie maakt het populair in één week?
En dan de kinderspelen: Ineens staat er een kind bij je in de straat en tolt. Den volgenden dag tolt heel het ondermaatsche Amsterdam. En in de volgende week, op een propaganda-reis, merk je genoegelijk, dat héél het Nederlandsche kleuterdom tolt.
Toch wou ik het daar niet over hebben. Ook niet over die tol zelf. Maar over 't zweepje. Of liever: over de kinderen, die het hanteeren.
Er is een tijd geweest, dat de kinderen stevig slaag kregen op school. Die tijd is voorbij. Er valt nog wel eens een tik. Een enkele keer een heusch pak. Maar 't is een uitzondering geworden.
Van de week zat ik te eten voor 't raam. Op den stoep vlak voor me, waren kinderen, die schooltje speelden. En vanwege de tol-mode had elk kind een zweepje in de hand.
En wat zag ik? Elk kind, dat op zijn beurt de meester of de juffrouw was, nam leerling na leerling over de knie, zwaaide met de zweep, en geen ouë bullepees zou het verbeterd hebben....
Ik ken de school, waar die kinderen op gaan. Daar is tuchtiging geheel onbekend.
Wat moet daaruit worden afgeleid? Dat, naar de stellige begrippen in kleine hoofden, bij echt schooltje-spelen een pak rammel hoort? Ligt daar een aanwijzing in, dat wij met onze eeuwige redeneeringen bij de opvoeding tegen de natuurlijke voorstelling ingaan van 't kind, dat kort en scherp recht de natuurlijkste zaak van de wereld vindt?

De hemel beware mij, dat ik een pleidooi voor lijfstraf leveren zou.
Ik wou alleen maar zeggen, dat die kinderen met d'r straffe hand, al spelende, me een vraag hebben opgedrongen.
25 Maart 1922.

Misschien dat iemand me eens kan uitleggen waarom er in Leiden, Zaandijk en Almere Benny Goodmanstraten zijn en in ons hele land geen A.B. Kleerekoperstraat.