10.12.10

ABK 4

"Humor"
Wat is humor?
Dit bijvoorbeeld:
Ik stap heel vroeg 's morgens in de trein. Ik moet naar een kleine bijeenkomst, waar de bestrijding der misdadigheid het onderwerp van bespreking zal zijn. Ik zet me in een hoekje. Verder is de wagen leeg. Er stapt een heer in. Een keurig manspersoon met een ridderorde. Hij komt tegenover me zitten.
De trein zet zich in beweging. We hebben getweeën het rijk alleen. Ik studeer mijn stukken. Onderwerp: De bestrijding der misdadigheid. De heer tegenover me haalt een krantje uit zijn tasch. Ook hij leest aandachtig.
Het is een vakblad. Ik zie den kop met den titel overhangen. Die luidt aldus:
Gedistilleerd, Jenever, Likeur.
We zitten getweeën; hij is uitgetogen om drank te verkoopen en ik ben op weg de misdadigheid te bestrijden.
We heffen mekaar precies op. Als we alle twee lekker warm nog in ons bed lagen op dezen sneeuwmorgen, zou het effect volkomen gelijk blijven.
Dat is humor!

2 januari 1929