Mr. Adolf Mosterdzaad, inmiddels toe aan zijn derde Tesla, keek vergenoegd op van zijn computer. Dat had hij in opdracht van de minister toch maar mooi geregeld, nu die verrekte mariniers niet naar Vlissingen wilden verhuizen, had hij op zijn dooie eentje het plan bedacht Zeeland niet alleen van een speciale rechtbank, maar ook van een zwaar bewaakte gevangenis te voorzien en een naam had hij ook en die was in Den Haag door de meest hoogmogenden geaccepteerd "LAW DELTA". Hij haalde zijn tong nog over zijn bovenlip, streek over zijn drie maanden oude baard en zei het nog eens, maar nu hardop: "LAW DELTA". Hij had ook een plannetje ontwikkeld om aan de Zeeuwse provinciegrenzen borden te laten zetten met die woorden, blauwe borden met witte letters, omringd door rood prikkeldraad. Zijn volgende opdracht lag al op zijn bureau: de voormalige Groninger veenkoloniën, nu zo geplaagd door aardbevingen veroorzaakt door de aardgaswinningen, moesten net als Zeeland worden gecompenseerd en hij wilde het gebied herscheppen in een fantastisch pretpark, de naam stond voor hem al vast: "FUN RESORT". "FUN RESORT!", dit keer met een uitroepteken.