Lang
geleden toen Vauxhall nog geen Opel was met een andere broche op de
borst werd het Britse automerk ook in ons land geimporteerd. Een
Vauxhall was toen, zelfs voor iemand die moeite had een Kever van een
Eend te onderscheiden, gemakkelijk herkenbaar door de cannelures langs de
motorkap, een overblijfsel uit het begin van de vorige eeuw.
In
1949 verscheen bovenstaand model, dat zowel als viercylinder (Wyvern)
en als zescylinder (Velox) leverbaar was, behalve de motorische
verschillen had de zescylinder de volgende extra's: 'armlussen in het
achtercompartiment, armsteun in het midden, dubbele signaalhoorn en
koeling onder druk, die het kookpunt van het water verhoogt'. De
topsnelheid van de Wyvern (motorinhoud 1442 cc) was 100 km/u, die van de
Velox (motorinhoud 2275 cc) was 120 km/u.
In
1952 verschenen de opvolgers, die de namen Wyvern en Velox behielden,
maar die behalve een andere carrosserie ook een andere motor kregen. Om
ze te onderscheiden had de Wyvern velgen in dezelfde kleur als de
carrosserie, de Velox had creme gespoten velgen, de cannelures in de
motorkap van de Wyvern waren meegespoten, die in motorkap van de Velox
waren chroom.