
Soms had ik gister het gevoel dat er volledig werd voorbijgegaan aan wat de grote media - radio & televisie - hebben bijgedragen aan het belangstellingwekken voor het jiddisj. Ik heb zelf in meer dan één radioprogramma sinds het midden van de jaren zeventig aandacht gevraagd voor de taal van mijn Joodse voorouders onder meer door interviews met Amerikaanse Jiddisjsprekers. Ik herinner me Red Rodney en Henry Sapoznik. Maar misschien luisteren wetenschappelijke medewerkers aan een blad met welgeteld 170 abonnees nooit naar de radio.
Ik luister naar Justus van de Kamp, een man die me later, wanneer ik iets wil zeggen over mijn in Jiddisje kringen in New York opgedane en uitgezonden ervaringen, meent te moeten afbekken. Op zo'n moment moet ik mijzelf dwingen in de zaal te blijven, want wie is Justus nou helemaal, want op een oude kaart van Amsterdam blijkt hij niet in staat de oude loop van de Amstel aan te kunnen wijzen.
De dag werd besloten met een lezing van mijn achterneef Tseard de Graaf: eindelijk zie en hoor ik interessante opnamen en vertelt hij over de door Stalin gestichte autonome staat Birobidzjan (ביראָבידזשאן), waar Jiddisj gesproken werd, maar waaruit de Joodse bewoners inmiddels in meerderheid vertrokken zijn.Toch ga ik met een merkwaardig gevoel naar huis, ongeveer zoals de heer Ozenfant zich moet voelen na een bezoek aan een kynologensymposium.
(foto: Standbeeld in Birobidzjan)
*"Acts of Faith" A Journey To The Fringes Of Jewish Identity, Schocken Books New York 1984, ISBN 0-8052-0759-7