25.4.10

Leeuwarden


Gistermiddag na mijn lezing door de oude Joodse buurt van Leeuwarden gelopen. Mijn vaders geboorthuis stond aan de Zuupsteeg*.

Het huis is vervangen door nieuwbouw, maar het plaveisel lijkt nog steeds dat van 1902.

Vanmorgen nadat ik de heer Ozenfant op zijn ochtendwandeling begeleid had en me opnieuw had geërgerd aan de verschrikkelijke Bonnematoren

tegenover het station ontmoette ik voor het hotel, waar ik logeerde, een chassid uit Antwerpen. Mijn lezing vond plaats in het kader van een Jiddisch Festival en het ging de afgelopen veel over de taal die mijn Joodse voorouders spraken, maar hier trof ik iemand die het Jiddisj als zijn moedertaal beschouwt. We hebben een poosje staan praten. Hij was in Leeuwarden, hoe traditioneel, om oude gouden voorwerpen te kopen, maar wist niets van het festival. We spraken over Joodse zelfspot, over zijn woonplaats Antwerpen en over Jiddisj. Wonderlijk dat ik de week zo prachtig kon afsluiten. Vervolgens toch weer naar de oude Joodse buurt, bij de voormalige synagoge, in de Sacrementstraat, waar mijn vader bar mitswa (בר מצווה ) werd en nu sinds jaar en dag een dansschool, werden twee vlaggen uitgehangen: een Nederlandse en een Israelische t.g.v. Israels onafhankelijkheidsdag. Voor de sjoel even gepraat met een oude bekende van voor dat ik in 1953 uit Leeuwarden vertrok, Benno Troostwijk, secretaris van de Joodse Gemeente.

*Zuup (of beter Suup): karnemelk.