30.4.10

Kranten 3
























Rond de Tweede Wereldoorlog waren er nogal wat bladen met het woord volk in de titel. "Volk en Vaderland" (1933 - 1945) was de naam van het vod van de NSB, "Het Volk" was het veel langer bestaande dagblad van de SDAP, de krant werd tijdens de oorlog gelijkgeschakeld, en wie een exemplaar van 1 mei 1945, vermoedelijk de laatste keer dat de krant onder controle van de bezetter verscheen, inkijkt, vindt nog steeds berichten uit het "Hoofdkwartier van den Führer". Het krantje kende maar twee pagina's, beide zijn hierboven afgebeeld.

Wobbe

"Om 't besoek fanne koaningin heulendal feilich ferlope te laten, het de plysje fan Seelan besloaten dat de inwoaners fan Wemeldinge hun autoos fanne oprit bij hun huus fut mutte hale en dat se in hun bloate bealch met un oranje skaamlapke foor 't kruus swaaie magge. Ereksjes binne ferboaden."

29.4.10

Stemmen

Als de heer Ozenfant zou mogen stemmen, welke partij had dan zijn voorkeur? Niet dat hij in een onderzoekspanel van Maurice de Hond(!) bivakeert, maar ik vind de vraag interessant. Met Marjanne Thieme en haar Partij voor de Dieren heeft de heer Ozenfant niets, hij struikelt meteen over het woordje voor, dat eigenzinnig als hij is, graag zou wijzigen in van, maar ook dan kreeg de P.v.d.D. niet zijn stem omdat de heer Ozenfant katten haat. Ik vrees dat de heer Ozenfants voorkeur uitgaat naar de VVD, hij is nogal voor handhaving van eigen bezit, sterker nog hij is een weinig sociaalvoelend hondje. Wanneer ik zijn ochtend- dan wel avondvoer in zijn etensbakje heb gedaan, beschouwt hij mij seconden later als een mededinger naar zijn voer en meent mij snauwblaffend weg te moeten jagen. Elke socialistische gedachte is hem vreemd, er zijn zelfs momenten dat ik denk, dat hij op Wilders zou gaan stemmen, aan de andere kant zou hij zich sterk verzetten tegen de manier waarop deze non-partij geleid wordt. Nee, het meest waarschijnlijk is dat Rutte zijn voorkeur heeft.

Kranten 2


De naamloze maker van het bulletin, dat ik gister op dit blog zette, kon per keer, zelfs als hij het dunste papier gebruikte, waarschijnlijk niet meer dan tien exemplaren vervaardigen. Bovenstaande extra uitgave van "De Waarheid" is gestencild, een veel professioneler methode om nieuws te verspreiden. Nog jaren later was de "Gestetner" te vinden in bedrijven en scholen, pas het kopieerapparaat en daarna de computer met de daaraan verbonden printer, verdreven de stencilmachine voorgoed. "De Waarheid", orgaan van de CPN (met in september 1945 bijna 350000 abonnees) verdween eind april 1990, er restten toen nog 6000 betalende lezers.

28.4.10

Kranten


Dit is een in Amsterdam op 29 april 1945 uitgeven bulletin. Soms was de illegale pers niet meer dan een typemachine, waarop een aantal met carbonpapier vervaardigde doorslagen werd gehamerd. In mijn archief heb ik een aantal voorbeelden van 'kranten' en 'krantjes' van rond de bevrijding, nu 65 jaar geleden. De komende dagen laat ik er op dit blog een aantal zien.
(door op de afbeelding te clicken wordt hij min of meer leesbaar)

Signoret


Een interview met de in 1985 overleden, geweldige Franse actrice Simone Signoret.

Wobbe

"Nou de havens van Rotterdam en Amsterdam samen gaan werken onder de naam "Gateway Holland" mutte de geruchten dat de foetbalklups Feyenoord en Ajax samen gaan onder de naam "Gatecrash Holland" ten sterkste teugen sproken wudde."

27.4.10

Eurlings

Omdat een reiziger gemiddeld maar 17 minuten in een "Sprinter" zit vindt minister Eurlings (foto) het onnodig die treinstellen van toiletten te voorzien en dienen er op 115 stations toiletten te komen, want dat is goedkoper. De reiziger met aandrang dient na 17 minuten uit te stappen, een stationstoilet te zoeken en met de volgende trein verder te reizen.

B-17

Van dichtbij gezien heb ik ze nooit. Ze vlogen in de oorlog op weg naar Duitsland zo hoog dat je alleen de witte condensstrepen zag. Ik bedoel de B-17's, waarvan het prototype, toen nog Boeing model 299, 75 jaar geleden voor het eerst vloog. Het vliegend fort, 'the Flying Fortress', dat in verschillende gedaantes van B-17B tot en met B-17G, Nazi-Duitsland hielp verslaan. De maximale bomlading die in het G-type kon worden meegenomen was 2724 kilo, de bemanning bestond uit zes tot tien personen, de maximale snelheid was 472 km/u.

26.4.10

Vlaams Belang

Het gesprek met de chassid gistermorgen kon natuurlijk niet zonder grap verlopen. Hij vroeg me of ik van "Vlaams Belang" de partij van Filip Dewinter had gehoord, de partij met de slogan eigen volk eerst. "De paus overlijdt en denkt in de hemel meteen voor in de rij wachtenden te kunnen gaan staan. Maar nee, hij moet gewoon achteraan aansluiten. Op zeker moment passeert een oude joodse man, die ogenblikkelijk, zonder een moment te hoeven wachten, tot de hemel wordt toegelaten. De paus is razend en vraagt om opheldering, waarop het antwoord: 'eigen volk eerst!'"

Ozenfantisme

Misschien moet ik het ozenfantisme toch iets serieuzer nemen, zeker nu een godsdienstsocioloog op 6 mei in Groningen promoveert tot doctor in de godsdienstwetenschap op een studie, die hij deed naar een sekte in Oudehorne rond ene Sonja de Vries, die beweert dat haar volgelingen gereïncarneerde zielen zijn van Joden die 2000 jaar geleden Jezus niet erkenden als de heiland. Volgens Sonja, is de Friese taal een straf van god en wordt haar stem gebruikt door de engel Roravyanus om de Friezen weer op het rechte pad te krijgen en te verlossen uit hun isolement. Wellicht zit er voor mij een doctoraat in als ik het ozenfantisme ga bestuderen en in 2012 mijn scriptie inlever bij de Groninger Universiteit. Woef!


25.4.10

Leeuwarden


Gistermiddag na mijn lezing door de oude Joodse buurt van Leeuwarden gelopen. Mijn vaders geboorthuis stond aan de Zuupsteeg*.

Het huis is vervangen door nieuwbouw, maar het plaveisel lijkt nog steeds dat van 1902.

Vanmorgen nadat ik de heer Ozenfant op zijn ochtendwandeling begeleid had en me opnieuw had geërgerd aan de verschrikkelijke Bonnematoren

tegenover het station ontmoette ik voor het hotel, waar ik logeerde, een chassid uit Antwerpen. Mijn lezing vond plaats in het kader van een Jiddisch Festival en het ging de afgelopen veel over de taal die mijn Joodse voorouders spraken, maar hier trof ik iemand die het Jiddisj als zijn moedertaal beschouwt. We hebben een poosje staan praten. Hij was in Leeuwarden, hoe traditioneel, om oude gouden voorwerpen te kopen, maar wist niets van het festival. We spraken over Joodse zelfspot, over zijn woonplaats Antwerpen en over Jiddisj. Wonderlijk dat ik de week zo prachtig kon afsluiten. Vervolgens toch weer naar de oude Joodse buurt, bij de voormalige synagoge, in de Sacrementstraat, waar mijn vader bar mitswa (בר מצווה ) werd en nu sinds jaar en dag een dansschool, werden twee vlaggen uitgehangen: een Nederlandse en een Israelische t.g.v. Israels onafhankelijkheidsdag. Voor de sjoel even gepraat met een oude bekende van voor dat ik in 1953 uit Leeuwarden vertrok, Benno Troostwijk, secretaris van de Joodse Gemeente.

*Zuup (of beter Suup): karnemelk.

Religieuze intolerantie

Nadat de heer Ozenfant gisteravond de toegang tot een Turks restaurant aan de Tweebaksmarkt was ontzegd, verbaasde het hem in het geheel niet dat hij hedenochtend ook niet werd toegelaten tot de Bontepapesteeg*. De heer Ozenfant, agnosticus van huis uit en aanhanger van het ozenfantisme, een geheel persoonlijke areligieuze filosofie, een filosofie die hij overigens niet uitdraagt, want hij vindt dat de verspreiding van denkbeelden juist kenmerkend is voor godsdiensten. Religies die bovendien buitengewoon intolerant zijn tegenover de heer Ozenfant: de islam maakt het hem onmogelijk een restaurant te betreden, het rooms-katholicisme verbiedt hem door een Leeuwarder straat te lopen.

Bonte papen: Dominicanen.

23.4.10

Voorouders

Vanmorgen maar weer eens in de ongeveer dertig jaar geleden verzamelde familiegegevens gedoken, niet dat ik de hoofdlijnen niet weet, maar voor morgenmiddag toch maar e.e.a. opgefrist: gekeken naar de namen van mijn Joodse voorouders, die soms weinig afwijken van Friese achternamen, zo heette mijn betovergrootmoeder Judikje Dwingersma. Al vanaf 1800 zie je dat de meisjes dan wel Nederlandse voornamen krijgen, dan wel verfrieste Joodse voornamen. Bij de mannen is het anders, mijn vader heette officieel Nathan, maar werd Nico genoemd. Ook is het aardig te ontdekken dat mijn voorouders de wettelijk voorgeschreven regels: eerst burgerlijk huwen en dan in sjoel, aan hun laars lapten.

Mijn grootmoeder Judikje Keizer met haar in 1822 in Leeuwarden geboren grootmoeder Judikje Keizer - Dwingersma

22.4.10

Kennismaken

Kom zaterdag a.s. om 2 uur naar het HCL (Historisch Centrum Leeuwarden) Groeneweg 1 in Leeuwarden en maak kennis met de heren Cohen en Drielsma, zwagers van mijn overgrootvader Marcus Keizer. Zij kijken samen met mij 100 jaar vooruit in de tijd.

David Cohen met zijn vrouw Sara Cohen - Keizer

21.4.10

Stad


Wie zo nu en dan de grote stad een beetje mist, kan hier zijn hart op halen.

Damesgroep

Ik heb gasten uit Frankrijk, uit het zuiden van dat land en ze hebben - hoe goed - een CD meegenomen van een groep, die ik niet kende, die zingt in het Occitaans. De dames noemen zich "La Mal Coiffée". Ik vrees dat het verdraaid lastig zal zijn om de CD in Nederland te achterhalen, maar vooruit maar, dit is het label: "Musical Spidaire".
Het moet in 1993 geweest zijn toen ik in Skagen, in het noordelijkste puntje van Jutland, Värttinä voor de eerste keer zag.
Verbijsterend groepje, waarbij de dames zich als Finse Supremes over het toneel bewogen. Later zag ik ze ook op vaderlandse bodem en ontving ik ze in een programma. Inmiddels hebben er personeelswisselingen plaats gehad en is het allemaal, zoals hier te zien, heel spectaculair geworden. Een zelfde ontwikkeling hebben we ook bij Zap Mama kunnen contateren, van muziekgroep tot theatershow. Of "La Mal Coiffée" zich in die richting zal ontwikkelen hangt natuurlijk samen met een internationale doorbraak. Soms zou ik willen dat het vanwege de originaliteit niet gebeurt, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat dat een heel egoistische gedachte is.

20.4.10

Minderheid

Gister naar Leeuwarden. Naar een symposium, in het kader van een Joodse week, over het verdwijnen van het Jiddisj. Soms waren de inleidingen wel heel ver verwijderd van het eigenlijke onderwerp, zoals bij de verhandeling over de Karaieten, aanhangers van een een van het rabbinale jodendom afwijkende vorm, ontstaan in de 8e en 9e eeuw en van wie de taal volgens de schrijver Dan Ross in zijn "Acts of Faith"* een archaisch dialect is van een op de Krim gesproken Tataarse taal met elementen van Hebreeuws, Arabisch en Grieks. In St. Peterburgse archieven schijnt heel wat materiaal over de Karaieten gevonden te zijn, geen wonder trouwens, omdat de verzameling is aangelegd door de Karaiet Abraham Firkovitch (1786 -1874) en destijds aangekocht door de keizerlijke bibliotheek. Karaieten hadden in het tsaristische Rusland een bevoorrechte positie, anders dan rabbinale Joden kregen zij in 1863 volledige burgerrechten en mochten zij zich buiten de "Pale of Settlement" (cherta osedlosti) vestigen.
Soms had ik gister het gevoel dat er volledig werd voorbijgegaan aan wat de grote media - radio & televisie - hebben bijgedragen aan het belangstellingwekken voor het jiddisj. Ik heb zelf in meer dan één radioprogramma sinds het midden van de jaren zeventig aandacht gevraagd voor de taal van mijn Joodse voorouders onder meer door interviews met Amerikaanse Jiddisjsprekers. Ik herinner me Red Rodney en Henry Sapoznik. Maar misschien luisteren wetenschappelijke medewerkers aan een blad met welgeteld 170 abonnees nooit naar de radio.
Ik luister naar Justus van de Kamp, een man die me later, wanneer ik iets wil zeggen over mijn in Jiddisje kringen in New York opgedane en uitgezonden ervaringen, meent te moeten afbekken. Op zo'n moment moet ik mijzelf dwingen in de zaal te blijven, want wie is Justus nou helemaal, want op een oude kaart van Amsterdam blijkt hij niet in staat de oude loop van de Amstel aan te kunnen wijzen.
De dag werd besloten met een lezing van mijn achterneef Tseard de Graaf: eindelijk zie en hoor ik interessante opnamen en vertelt hij over de door Stalin gestichte autonome staat Birobidzjan (ביראָבידזשאן), waar Jiddisj gesproken werd, maar waaruit de Joodse bewoners inmiddels in meerderheid vertrokken zijn.
Toch ga ik met een merkwaardig gevoel naar huis, ongeveer zoals de heer Ozenfant zich moet voelen na een bezoek aan een kynologensymposium.
(foto: Standbeeld in Birobidzjan)
*"Acts of Faith" A Journey To The Fringes Of Jewish Identity, Schocken Books New York 1984, ISBN 0-8052-0759-7


18.4.10

Asha & Lata

Jean Gabin en Fernadel konden zingen, maar in de zogenaamde Bollywoodfilms uit India werden de zangpartijen van vrouwelijke hoofdrolspeelsters in de regel ingezongen door de zusjes Asha Bhosle en Lata Mangeshkar. Hier eerst een fragment uit een film met een actrice van wie de zangpartij wordt overgenomen door Asha, gevolgd door een stukje uit een film waarin Lata de zangpartij voor haar rekening neemt.


















Asha Bhosle World Music Network RGNET1131CD Lata Mangeshkar Nascente NSCD088

17.4.10

Franse acteurs




















Jean Gabin en Fernandel herinner ik me niet als zingende acteurs, toch konden ze wel degelijk zingen. Jean Gabin (links) in "La Môme Caoutchouc" uit 1931 en Fernandel in "Ignace" uit 1935.

16.4.10

Broers en brand

Het kwartet Les Frères Jacques bestond van 1945 tot 1983: vier zingende, maar ook zeer bewegelijke heren, die ik in de late jaren vijftig zag op het toneel van het in december 1964 afgebrande Gebouw van K&W in Den Haag. Ik werkte vanaf 1 december 1964 bij de VARA, woonde in Den Haag en toen ik 's avonds uit het station kwam zag ik de brand, vanuit een telefooncel voor het station gaf ik mijn allereerste live radioverslag in "Dingen van de Dag". Die brand en mijn verslag hebben overigens niets met de voortreffelijke Frères Jacques te maken, in mijn platencollectie zit nog altijd een epeetje van de groep, hier zingt het kwartet "La Marie Joseph".

Festival 2


Op deze foto van de Dijkstra's en aanhang uit het begin van de jaren twintig, knielt mijn grootmoeder als tweede van links op de een na laatste rij en staat Tjeerds grootvader op de achterste rij als derde van links.

Festival

Volgende week zaterdag ben ik in Leeuwarden om een lezing te houden over Joods leven in de stad e.e.a. in het kader van een Jiddisch festival dat van 19 tot en met 25 april in de Friese hoofdstad wordt gehouden. Vanmorgen keek ik op de website van het festival en ontdekte dat a.s. maandag een symposium wordt gehouden over "De wereld van het Jiddisch en andere kleine talen". Een van de sprekers is Tjeerd de Graaf (foto), die o.a. oude geluidsopnamen zal laten horen en opnamen van de laatse sprekers van het Jiddisch in Sint Petersburg. Tjeerd de Graaf? Er gaat een belletje bij me rinkelen: hij is de kleinzoon van een broer van mijn Friese grootmoeder en ik moet hem zestig jaar geleden voor het laatst gezien hebben. We zijn achterneven. Intussen is Leeuwarden waarschijnlijk de enige stad in Nederland en wellicht ver daarbuiten waar ooit een fiets met een Jiddisch merk werd verkocht.

15.4.10

Jacht 2

De heer Ozenfant schijnt, net als de vroegere vaderlandse huisvrouw, in een soort lentewaanzin te zijn beland: hij zet zijn gesnuif in de keuken voort, maar heeft inmiddels zijn jachtterrein uitgebreid tot de huiskamer: gisteravond moest en zou hij in de open haard. Vannacht heeft hij zich een uurlang hees geblaft, klaarblijkelijk hoort hij nog steeds iets iets dat ik niet hoor. Inmiddels is hij volledig uitgeteld door alle opwinding.

Taal

Het is natuurlijk een tikkeltje vreemd dat Engelstaligen het over een Neanderthal hebben als ze een Neanderthaler bedoelen, even merkwaardig is het gebruik van Aboriginal, zoals deze week in de VPROGIDS, als men Aborigine bedoelt, Aborginal is een bijvoegelijk naamwoord afgeleid van het zelfstandig naamwoord Aborigine, een redacteur noemen ze op de burelen van voornoemd blad toch ook niet een redactioneel?

14.4.10

Jacht

Sinds gisteravond zes uur vertoont de heer Ozenfant een enorme activiteit: nerveus gesnuif, gekrabbel en staartzwaaien. Bij tijd en wijle begeleid door licht gejank. Er zit iets achter het gasfornuis of achter een keukenkast. Urenlang dribbelde hij van fornuis naar kast. Om tien uur besloot ik, met de stofzuiger zowel achter fornuis als onder de kast, een eind te maken aan heer Ozenfants opwinding. Zonder resultaat. Vannacht om een uur of vier hoorde ik zijn countertenorblafje, dat ogenblikkelijk verdween toen ik de keuken binnenkwam en hij meteen zijn jachtgedrag voortzette. Een muis? Hij is op dit moment weer bezig. Ik veronderstel dat hij de hele nacht geen oog heeft dichtgedaan.

12.4.10

Automatenkabinet

Gistermiddag belandde ik eigenlijk per toeval in het Weesper Automatenkabinet. Ik dacht, geheel foutief, dat het museum iets met automatons van doen had, maar dat bleek niet het geval. Desalniettemin belandde ik in een bijzonder museum, waar ik geconfronteerd werd met een uit de hand gelopen hobby van een enthousiaste verzamelaar, die een aantal van de bijzondere machines demonstreerde. Hij beheert een collectie van allerlei apparatuur die door inworp van een muntstuk in werking kan worden gesteld: van jukebox, via voetbalspel en gokkast tot snelle, pikante fotomachines, die een eeuw geleden te vinden waren in Engelse badplaatsen. Totaal staan er meer dan driehonderd exemplaren, die allemaal werken. Het kabinet is te vinden, vlakbij het Weesper stadhuis, aan de Middenstraat 37.

Struikelstenen

Op 22 december schreef ik op dit blog een stukje over "Stolpersteine" in Münster, gister zag ik opnieuw struikelstenen in Weesp. De stenen, kleine messingplaatjes, zijn een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die ze sinds 1994 in het trottoir voor de huizen legt van mensen die door de nazi's gedeporteerd en vermoord zijn. In Nederland zijn ze behalve in Weesp te vinden in Borne, Sneek, Amsterdam, Eindhoven, Almelo, Doesburg, Zaandam. Haarlem, Holten, Haaksbergen, Tilburg, Roosendaal, Werkendam, Tiel, Rotterdam, Utrecht, Hilversum, Leeuwarden en Haren. De stenen in Weesp werden op 6 mei 2009 door Gunter Demnig gelegd.

11.4.10

Gossec

Gossec werd in 1734 geboren in Henegouwen. Op zijn zesde waren zijn muzikale talenten al ontdekt en werd hij als koorknaap aangenomen in de kerk van Walcourt bij Charleroi, kort daarop vinden we hem als zanger in de kapel van St. Aldegonde in Maubeuge. In diezelfde plaats studeert hij viool, clavecimbel en compositie om in 1749 naar Antwerpen te verhuizen. Twee jaar later woont hij in Parijs en met een aanbevelingsbrief voor Rameau wordt hij violist in diens orkest om in 1754 de leiding van het orkest over te nemen. In 1769 formeert hij het Concert des Amateurs dat destijds gold als een van de beste Europese orkesten, na een lange carriere, hij was o.a. tweede dirigent van de Opera, en directeur van de Ecole Royale de Chant, stierf hij in 1834 vrijwel vergeten in Passy. De CD, die ik gister eigenlijk geheel tevergeefs trachtte te beluisteren, heet "Gossec Symphonies", verscheen in de serie "Contempories of Mozart", uitgevoerd door de London Mozart Players o.l.v Matthias Bamert en verscheen op Chandos CHAN 9661. Hier een bekend stukje van hem voor fluit en gitaar uitgevoerd door Ruth en Roger Montgomery. Meer Gossec: een deel uit diens Requiem uit 1760 (alleen geluid).

10.4.10

Diesel



Ik mocht mijn eigen CD meenemen terwijl een MRI-scan werd gemaakt. Ik koos voor Gossec, een vergeten componist uit de tweede helft van de 18e eeuw, maar achteraf had het helemaal geen zin, het leek er op of ik op een een Lanz Bulldog onderweg was.

Dirigent

Terwijl de combinatie klassieke muziek en grap mijns inziens nogal voor de hand ligt, wordt hij slechts zelden toegepast en dan soms ook nog op een manier waar ik koud noch warm van word: een dirigent die ruiterbewegingingen maakt op de Wilhelm Tell Ouverture, als ware hij de Lone Ranger, is niet leuk, maar dom. Maar een dirigent die een repetitie doorneemt met een denkbeeldig orkest, zoals hier gebeurt, gooit bij mij hoge ogen.

Tram

Zoals zo vaak hebben de Duitsers een juiste omschijving van een ding. Wat is het woord Strassenbahn een prachtig woord, een trein (Eisenbahn) die door de straat rijdt. Vergelijk ons nietszeggende tram, geleend uit het Engels, dan is het Amerikaanse streetcar nog duidelijker, in tegensteling tot trolley dat bij ons een zeg maar, railloze tram betekent, maar in de Verenigde Staten zowel tram als de stroomafnemer.

9.4.10

Hoorn

Wat Franse hoorn, hoezo Franse hoorn? Als het ook op een mondstuk, tuinslang en trechter kan.

PCC




Regelmatige lezers van dit blog weten dat de PCC-car mijn favoriete tram is. Toen ik in 1953 in Den Haag kwam wonen zag ik een tram, die zo afweek van wat ik tot dan op familebezoek in Amsterdam gezien had, dat ik ogenblikkelijk wilde weten wat de achtergrond was van dit bijzondere voertuig. inmiddels heb ik nogal wat rond de PCC-car verzameld en zag ik in East Haven de allereerste, destijds in Brooklyn afgeleverde tram. Het verhaal rond de PCC-car is snel verteld, in de jaren twintig kwamen de directeuren van een aantal Amerikaanse (en Canadese) trambedrijven tot de conclusie dat er dringend behoefte was aan een tram die kon concurreren met de autobus en dus werd er een commissie gevormd, het Electric Railway Presidents Conference Committee dat onder aanvoering van Thomas Conway Jr. in 1929 in Atlantic City bijeenkwam om een "supertram" te ontwerpen. Tussen 1936 en 1952 werden er in de Verenigde Staten 5000 PCC-cars gebouwd. Inmiddels zijn ze vrijwel overal uit het straatbeeld verdwenen, al maakte ik vorig jaar in Kenosha nog een rit door het stadscentrum, ofschoon het lijntje meer toeristisch is dan werkelijk openbaar vervoer. Ook in San Francisco rijden PCC-cars, oorspronkelijk reden die in Philadelphia, de trams in San Francisco zijn geschilderd in de kleuren van diverse Amerikaanse trambedrijven, zo rijdt de 1057 in de kleuren van het trambedrijf van Cincinnati. Op bovenstaande foto staat de 1057 voor een PCC-car uit St.Paul/Minneapolis, laatstgenoemde rijdt op een museumlijn in de Twin Cities. In Den Haag werd de eerste PCC-car, gebouwd door La Brugeoise in Brugge, afgeleverd in 1949. De wagen kwam op 14 december in dienst onder nummer 1001, gevolgd door de 1002 in januari van het volgende jaar. De vervolgserie 1003 - 1024 kwam in 1952 op straat, t.o.v van de eerste twee waren er nogal wat wijzigingen, zo kregen ze middendeuren om uit te stappen. Ik ben bezig een Amerikaanse PCC-car om te schilderen in een tram uit die vervolgserie, alhoewel ik weet dat e.e.a. niet klopt, want de Amerikaanse trams waren langer, bovendien moet de trolley vervangen worden door een pantograaf.


Ad

Gistermiddag onverwacht bezoek van Ad Vanderveen, zo'n 18 jaar geleden regelmatig gast in "After Hours", een nachtelijk programma dat ik destijds maakte, waarin ik musici uit verschillende disciplines met elkaar liet spelen. Ad, een uitstekende singer/songwriter, die in tegenstelling tot andere vaderlandse zanger/liedjeschrijvers een goede Engelse tekst uit zijn pen laat vloeien, is daarnaast een uitmuntend gitarist, die zich dienstbaar maakte aan een aantal Amerikaanse en Britse muzikanten, die in "After Hours" verschenen. Ad Vanderveen is een bescheiden man, opererend in de marge van het Nederlandse popcircuit en dat vind ik jammer. Reden van zijn bezoek was het terugbrengen van een muziekinstrument en het overhandigen van een CD, die hij samen met Kersten de Ligny en Jim Morrison maakte: "Faithful to Love" (Sonic Rendevous Records SRV 052). Koop die CD en luister bijvoorbeeld naar een liedje als "Build me a Home", daar kunnen sommige Amerikanen een puntje aanzuigen. Dit is "If my eyes were blind" en wie meer over Ad wil weten gaat naar deze website.

8.4.10

Wouders

Net even naar de lokale krantenkiosk, twee weekbladen met Geert op de voorplaat, wanneer houdt het nu eens op?

7.4.10

Wobbe

Jim kanne de naam Wilders krek soa goed ferfange deur die fan Rita Verdonk.

Wobbe

"Miskien dat se in Hilversum, nou Wilders maar één tillewisiekanaal hewwe wil, us na gaan denke ower welke geest se uut de de fles haald hewwe. Se hewwe klaarblykeluk "Der Zauberlehrling" noait lezen."

Kebnekaise

Als ik het woord Kebnekaise lees, denk ik meteen aan dat fascinerende kinderboek van Selma Lagerlöf "Nils Holgerssons wonderbare reis" (Nils Holgerssons underbara resa genom Sverige), waarin de schrijfster op een leuke manier kinderen vertrouwd probeerde te maken met de topografie van Zweden. Nils reist met een aantal wilde ganzen, die aangevoerd worden door Akka van Kebnekaise door Zweden. Kebnekaise is de hoogste berg van Zweden en Kebnekajse is de naam van een Zweedse rockbands begonnen in de jaren zeventig, die zoals zoveel Zweedse groepen uitgaat van de eigen folklore, hier speelt Kebnekajse een polska (niet te verwarren met een polka), een polska uit Enviken.




Volvo


Assar Gabrielsson and Gustaf Larsson waren de heren achter het automerk Volvo, dat ik rol betekent, niet zo verwonderlijk omdat beiden in dienst waren van SKF (Svenska KugellagerFabriken AB). Drieentachtig jaar geleden, om precies te zijn op 14 april 1927 verscheen het eerste model, de ÖV4 (ÖV staat voor Öppen Vagn: open wagen), bijgenaamd Jakob. Uitgerust met een viercylinder motor met een inhoud van 1940 cc en leverbaar in donkerblauw en zwarte spatborden. Een ietwat wonderlijk idee dat het merk, dat bijna synoniem is met Zweden, nu in Chinese handen is. Hier een korte geschiedenis van Volvo.

5.4.10

Maxwell Street

Zondagmorgen in Chicago's Maxwell Street: de blues op straat. In 1989 was ik er voor de eerste keer en luisterde de oren van mijn hoofd. Dit was volslagen anders dan de zanger/gitarist voor het Centraal Station, die een liedje van Bob Dylan uitkraaide. Deze opname is jaren eerder gemaakt van Carrie Robinson, maar maakt wel perfect duidelijk wat ik bedoel: overrompelend.

4.4.10

Vutotal

Plotseling waren er weer auto's met de motor achterin, een concept dat voor 1890 opgeld deed, lang verlaten leek, maar na de Tweede Wereldoorlog weer van stal werd gehaald. Ik ga niet alle merken noemen en geef alleen maar één voorbeeld uit ieder land: Duitsland: Volkswagen, Frankrijk: Renault, Groot-Brittannië: Hillman, Italië: Fiat, Verenigde Staten: Chevrolet, Japan: Subaru, Sowjet-Unie: Zaporozjets en Tsjecho-Slowakije: Skoda.
Bovenstaand autootje is lastig thuis te brengen, maar het is echt gebouwd op basis van een Renault 4 en stond in 1950 op de Parijse Salon. Ontwerper was Labourdette, een Franse firma die sinds het tweede decennium van de vorige eeuw tot een van de meest vooraanstaande carrosserieontwerpers behoorde. Eind jaren dertig had Labourdette "Vutotal;" gepatenteerd, met een beetje fantasie zou je de uitvinding het best kunnen omschrijven als een prototype van de panoramische voorruit. Labourdette zette zijn ontwerp toen niet op een goedkope Renault, maar bouwde een carrosserie met "Vutotal" op bijvoorbeeld een Rolls-Royce (foto hier onder), maar na de Tweede Wereldoorlog waren de hoogtijdagen van de Franse carrossiers voorbij.

Het ontwerp van de Renault 4 dateert van eind 1940 en het eerste prototype (foto hier boven) reed in 1942, clandestien, want de Duitse bezetter had alle niet-militaire activiteiten stopgezet. De auto leek op het oertype van de Volkswagen, die toen nog KdF-wWagen heette en in 1943/44 werd een elegantere vierdeursauto gebouwd. Op de Parijse Salon van 1946 was de 4CV voor het eerst voor het grote publiek te zien. Vanaf 1948 was er ook een cabrioletversie, maar onderstaand type dateert van een zestal jaren later.
Wie de de Labourdette 4 "Vutotal" van de zijkan bekijkt ziet qua carroserievorm een zekere gelijkenis met de oer-Saab, maar daar houdt iedere vergelijking op.

Labourdette "Vutotal" (links) en Saab prototype van de 92 uit 1946

3.4.10

Beperkt uitzicht

vergelijk antisemitsme en reactie op rooms-katholiek kindermisbruik

2.4.10

Stanley


Eergister zette ik twee ongeveer gelijk ogende auto's op dit blog, de zwarte Baker werd aangedreven door electra, de rode Stanley door stoom. Hoe het de Baker is vergaan zagen we gister, de Stanley had meer succes en brak met Fred Marriott als chauffeur het wereldsnelheidsrecord in 1906 en bracht het op 205 km/u.