5.11.13

Regionaal

Tien tegen één dat wanneer u een blaaskapel met een polka hoort meteen Oostenrijk noemt, dat u er dan zo'n duizend kilometer naast kan zitten, omdat een Sloveens orkest een stukje wegtoetert, doet er niet toe. Dat soort muziek komt, zeg maar uit de voormalige Oostenrijks-Hongaarse monarchie en aangrenzende gebieden, zoals Beieren. Er zijn mensen die er zo dol op zijn dat ze in ons land een lederhose aantrekken, een hoedje met veer opzetten en een identieke kapel formeren. Maar het is in Oostenrijk niet alleen de blaasmuziek die de klok slaat. Er bestaat ook raffelemuziek. Genoemd naar de raffele (foto), een snaarinstrument, dat ontwikkeld is uit het Middeleeuwse scheitholt. Uit dat scheitholt zijn elders, bijvoorbeel in Beieren de scherrzither en in de Elzas de épinette voortgekomen. De raffele die hier bespeeld wordt doot Martha Mauracher is een een tikkeltje groter dan de Beierse scherrzither.