In de vroege jaren dertig stortten een aantal befaamde Franse
automobielfabrikanten zich op het maken van railvoertuigen, zogenaamde
“autorails”. Klaarblijkelijk speelde de Wallstreetcrash een grote rol:
Berliet, Decauville, Lorraine-Dietrich en Bugatti zagen in de bouw van
“autorails” een mogelijkheid de depressie te overleven. Een andere
autoconstructeur, Renault was sinds 1922 al actief in de spoorwegwereld.
Omgekeerd had een firma als De Dietrich, een fabrikant van
spoorwegmaterieel in Niederbronn (Bas-Rhin), eerder een kort uitstapje
gemaakt in de autowereld. In 1938 verscheen een De Dietrich uitgerust
met een houtgasgenerator en ik bezit een foto van spoorwegmedewerker die
op het dak van de ZZy 24841 staande een zak houtskool leegt. De
maximale snelheid was 118km/u en het verbruik 100 kilo houtskool per 100
km. De in 1949/50 gebouwde serie X-3701 -
3720 was uitgerust met een Saurerdieselmotor.