Dagboeknotities van Erich Kästner (1899 - 1974) ,
die hij aan het eind van de Tweede Wereldoorlog maakte, eerst in
Berlijn daarna in het Oostenrijkse Mayrhofen waar hij, omdat er
zogenaamd gefilmd ging worden, naar toe reisde. Kästners boeken
belandden in 1933 op de nazibrandstapel en hij hield het hoofd moeizaam
boven water door onder schuilnaam o.a. aan filmscenario's te werken.
"Nota bene '45"* is een fascinerend boek, dat ik in een ruk uit las,
want hier las ik op een unieke wijze hoe de ondergang van het Derde Rijk
beleefd werd, compleet met grappen die de Berlijners in de eerste
maanden van 1945 maakten: "Heb je gehoord, Hitler en Roosevelt hebben
een verbond gesloten. Roosevelt stuurt vliegtuigen en Hitler stelt het
luchtruim ter beschikking." De Duitse bureaucratie speelt in die maanden
nog altijd hoogtij, niets gebeurt zonder het invullen van papieren,
soms in achtvoud, terwijl de vernietiging voor de deur staat. Kästner
noteert bijvoorbeeld het verhaal van R., die zoals bijna elke soldaat
verhalen vertelt over de kenmerkende gebreken van het veelgeprezen
Duitse organisatietalent. "Het zijn altijd dezelfde gebreken. Het zijn
huiveringwekkende gebreken. het zijn gebreken van het Duitse karakter.
Wanneer het, zoals bij in allerijl uitgevoerde terugtochten, een kwestie
is van buigen of barsten, moet je kunnen buigen. je moet je aan de
situatie aanpassen. Je moet elastisch zijn. Je moet improviseren. Je mag
niet onderdanig zijn. Wanneer de ontregeld raakt, hoef je je er niet
meer aan te houden, anders botsen de treinen op elkaar. De Duitsers
geloven niet niet in wat ze zien, maar in de dienstregeling. En ze
gehoorzamen haar ook nog als ze er niet meer in geloven. Hun
gehoorzaamheid is stompzinning. Ze is misdadig. En wanneer je hen
aanklaagt, wijzen ze met hun vinger nar de dienstregeling. Dan
schreeuwen ze: 'Aan de lantaarn ermee.'" In Mayrhofen maakt Kästner de
bervrijding mee, hij ziet hoe de Oostenrijkers de portretten van Hitler
van hun muren halen en zich ogenblikkelijk in een slachtofferrol
manoeuvreren en het filmgezelschap uit Berlijn weg wil hebben. Op 15 mei
1945 noteert hij: "Het Derde Rijk is voorbij en men zal er boeken over
schrijven. Miserabele, sensationele en leugenachtige, en hopelijk ook
een paar oprechte en nuttige boeken. Een psychologisch onderzoek dat het
gedrag van de doorsneeburger onder de loep neemt zal niet mogen
ontbreken. En dat zou bijvoorbeeld De veranderlijkheid van de mens onder de dictatuur
kunnen heten. Zonder zo'n anlyse zouden de vreemde werkers,
onderzoekers, missionarissen en griezelgasten zonder leidraad in de
doolhof staan. Ze zouden zich geen raad weten. en ook wij, die in de
doolhof rondtastten toen het nog geen museum was en de minotaurus en
zijn slachtoffers nog leefden, ook wij zullen het boek nodig hebben." 9.9.25
Dagboek
Dagboeknotities van Erich Kästner (1899 - 1974) ,
die hij aan het eind van de Tweede Wereldoorlog maakte, eerst in
Berlijn daarna in het Oostenrijkse Mayrhofen waar hij, omdat er
zogenaamd gefilmd ging worden, naar toe reisde. Kästners boeken
belandden in 1933 op de nazibrandstapel en hij hield het hoofd moeizaam
boven water door onder schuilnaam o.a. aan filmscenario's te werken.
"Nota bene '45"* is een fascinerend boek, dat ik in een ruk uit las,
want hier las ik op een unieke wijze hoe de ondergang van het Derde Rijk
beleefd werd, compleet met grappen die de Berlijners in de eerste
maanden van 1945 maakten: "Heb je gehoord, Hitler en Roosevelt hebben
een verbond gesloten. Roosevelt stuurt vliegtuigen en Hitler stelt het
luchtruim ter beschikking." De Duitse bureaucratie speelt in die maanden
nog altijd hoogtij, niets gebeurt zonder het invullen van papieren,
soms in achtvoud, terwijl de vernietiging voor de deur staat. Kästner
noteert bijvoorbeeld het verhaal van R., die zoals bijna elke soldaat
verhalen vertelt over de kenmerkende gebreken van het veelgeprezen
Duitse organisatietalent. "Het zijn altijd dezelfde gebreken. Het zijn
huiveringwekkende gebreken. het zijn gebreken van het Duitse karakter.
Wanneer het, zoals bij in allerijl uitgevoerde terugtochten, een kwestie
is van buigen of barsten, moet je kunnen buigen. je moet je aan de
situatie aanpassen. Je moet elastisch zijn. Je moet improviseren. Je mag
niet onderdanig zijn. Wanneer de ontregeld raakt, hoef je je er niet
meer aan te houden, anders botsen de treinen op elkaar. De Duitsers
geloven niet niet in wat ze zien, maar in de dienstregeling. En ze
gehoorzamen haar ook nog als ze er niet meer in geloven. Hun
gehoorzaamheid is stompzinning. Ze is misdadig. En wanneer je hen
aanklaagt, wijzen ze met hun vinger nar de dienstregeling. Dan
schreeuwen ze: 'Aan de lantaarn ermee.'" In Mayrhofen maakt Kästner de
bervrijding mee, hij ziet hoe de Oostenrijkers de portretten van Hitler
van hun muren halen en zich ogenblikkelijk in een slachtofferrol
manoeuvreren en het filmgezelschap uit Berlijn weg wil hebben. Op 15 mei
1945 noteert hij: "Het Derde Rijk is voorbij en men zal er boeken over
schrijven. Miserabele, sensationele en leugenachtige, en hopelijk ook
een paar oprechte en nuttige boeken. Een psychologisch onderzoek dat het
gedrag van de doorsneeburger onder de loep neemt zal niet mogen
ontbreken. En dat zou bijvoorbeeld De veranderlijkheid van de mens onder de dictatuur
kunnen heten. Zonder zo'n anlyse zouden de vreemde werkers,
onderzoekers, missionarissen en griezelgasten zonder leidraad in de
doolhof staan. Ze zouden zich geen raad weten. en ook wij, die in de
doolhof rondtastten toen het nog geen museum was en de minotaurus en
zijn slachtoffers nog leefden, ook wij zullen het boek nodig hebben."