“Badge engineering” bestaat nog steeds: de Opel “Vivaro”, de Renault “Traffic” en de Nissan “Primastar” zijn identiek, op het naamplaatje na. In de Verenigde Staten is een Cadillac pickuptruck niets anders dan een opgedirkte Chevrolet en is er ook weinig verschil te ontdekken tussen sommige Ford-, Mercury- en Lincolnmodellen. Maar zelfs als de auto’s er verschillend uitzien wordt er driftig gerommeld met bodemplaten, motoren en versnellingsbakken. Zo staat een type Jaguar op een bodemplaat van Ford, een Saab op een bodemplaat van Opel, een Citroën op een bodemplaat van Peugeot en een Cadillac op een bodemplaat van Saab. Toch is dat geen “badge engineering”, maar soms lijkt de grens verdraaid lastig te trekken. De door Alec Issigonis ontworpen “Mini” kwam oorspronkelijk in 1959 in twee versies op de markt: als “Mini Minor” (rechts op de foto) en als Austin “Seven” (soms gespeld als “Se7en”). De auto's waren identiek op de grille na. “Badge engineering” dus, maar er was degelijk een verschil met de in 1962 geintroduceerde Wolseley “Hornet” (links op de foto), die had namelijk net als de Riley “Elf” een aangebouwde kofferbak. Toch gaat het bij alle vier auto’s natuurlijk om “badge engineering”.