Gister had ik een van mijn kindskinderen over de vloer en we hadden flink wat te bijpraten, omdat zij helendaal in Amsterdam woont. Ze is wat grootsk op haar beide kinderen, zoals jullie weten ben ik overbeppe, die naar een school gaan waar ze alle feesten hebben: suikerfeest, divali, sintmaarten, sinterklaas, kerst en nog een prote meer, zodat mij denkt dat er van leren niet veel te landen komt. Maar ons Ymkje, zij is naar mij genoemd, hijmde er fleurig op los: “O beppe, het is toch zo prachtigmooi dat de kinderen zo begrip hebben voor andermans geloof.” “Maar”, zei ik, “wat doen ze op die school voor de kinderen die niets geloven, is er voor zulksoort ook een spesjale dag of kan dat er niet af en moet men beslist rooms, menist, fijn, islamiet of hindoe wezen? Moeten die arme kinderen begoten worden met de godsdienstige riprap van anderen, krekt als ze van haar eigen nog niet genoeg hebben. Eenlings en te laast hadden we god het vierkante gat gewezen of hij komt met een andere pet op de plas de deur weer in. Godverdomme.”
Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule