Inmiddels had hij een verzameling van 459 houten klerenhangers, allemaal voorzien van de naam van een vaak vooroorlogs kledingmagazijn, hij had klerenhangers uit Gorredijk, uit Goes en Schin op Geul, om maar een paar zeldzame te noemen. Soms had hij er ééntje met een andere verzamelaar kunnen ruilen, maar Immerhin had ontdekt dat er in ons land maar weinig klerenhangerverzamelaars waren, in Duitsland waren er veel meer, daar was zelfs een vereniging van klerenhangerverzamelaars, net als in Engeland, maar hij wilde alleen Nederlandse klerenhangers. In Houtigehage woonde Hobbe Balkema, de enige andere Nederlandse verzamelaar, die hij kende en die hij, nadat hij op Marktplaats een advertentie had gezet, ook had ontmoet want ze hadden een afspraak gemaakt in de stationrestauratie in Zwolle, waar ze elkaar sindsdien ieder jaar op de laatste zaterdag in november ontmoetten en elkaar hun jongste veroveringen lieten zien.