Ze misten de trein naar Amersfoort net. Neander wilde
nog terug naar de bus om de chauffeur de huid vol te schelden, maar Katskelia
weerhield hem daarvan door zich hardop af te vragen of Von Schlummpfer dat
gedaan zou hebben, Von Schlummpfer had toch immers sowieso niets met openbaar
vervoer gehad. Neander grijnsde even en pakte het gratis krantje
"Polis" van een stapel. Katskelia en Potifar volgden zijn voorbeeld. Er stond een artikel in over Europese
samenwerking tussen anti-Europese politieke partijen. “Hoe noemde je zoiets ook
alweer?”, vroeg Potifar zich af.
“Een contradictio in thermosfles, nee, dat kon het niet zijn.” "Diepe
gedachten", dacht Potifar op de vroege ochtend, wachtend op de trein.
"Mocht hij die wel denken? Moest hij zulke gedachten niet overlaten aan
echt grote denkers als de Grote Boentoet? “ Hier stopte Potifar even met
denken, want hij hij had altijd problemen met het doen van twee dingen tegelijk
en denken en in de juiste trein stappen was nu eenmaal niet gemakkelijk.
Gelukkig dat Katskelia er bij was, die meteen zei, toen ze zag dat hij
aarzelde, dat ze in Amersfoort over moesten stappen.
Toen
hij in de trein zat dacht Potifar verder. Ter hoogte van Barneveld waren
Potifars gedachten zo diep, dat hij bijna begon te hyperventileren. Neander
leek bezorgd, maar zei niets. "Vermoedelijk is de man, doordat hij
vannacht niet geslapen heeft, oververmoeid", besloot hij. Bovendien was
Neander in gedachten al bezig met zijn column voor "Het Ware Woord"
van die avond. Katskelia keek heel even naar Potifar voor ze haar agenda
opensloeg. Potifar dacht ook, maar nog steeds bijzonder diep. Hij dacht inmiddels over de
politieagenten in de fractie en natuurlijk ook over de politieagenten in de
provinciale staten en hoe Nederlandse politieagenten hadden samengewerkt met de
Duitse bezetter en dus overdrachtelijk verantwoordelijk waren voor de stichting
van de staat Israël, dan zouden ze, als ze in Europees verband moslims gingen
vervolgen en uitroeien, uiteindelijk ook kunnen zorgen voor een thuisland voor
de moslims. Dat was toch een schitterende oplossing. Hij moest het daar toch
eens over hebben met de Grote Boentoet. Maar eerst zou hij het idee wat
uitwerken: kijken of niet alleen de woning van kampcommandant Gemmeke in
Westerbork kon worden gerestaureerd, maar dat er daar ook de barakken, maar nu
voor moslims, werden herbouwd. Het belastinggeld werd zo in ieder geval beter
besteed dan aan kunstsubsidies.
Hij
popelde om Katskelia deelgenoot te maken van zijn diepe gedachten, maar hij
vond dat hij beter kon wachten tot Neander in Amersfoort was overgestapt. Wat
hij straks als hij thuis was, eerst wilde doen was Lolle Gronder in Friesland
eens bellen. Hij herinnerde zich dat rond de man ooit gekrakeel was ontstaan,
omdat hij een geboeide arrestant had geslagen. Misschien was Gronder wel agent
geworden om eens flink te meppen? Je mocht verdomme zelfs als politieman
tegenwoordig niks meer, hoe kon je zonder te slaan je gezag handhaven? En
Gronder was niet eens agent maar zelfs brigadier.
In
Amersfoort namen Katskelia en Potifar afscheid van Neander, die reisde naar
Amsterdam en zij beiden naar Den Haag.
Potifar
begon voorzichtig over zijn plannen om Westerbork weer in gebruik te nemen.
"Waarom
niet?", vroeg hij, "per slot van rekening is het dan de derde keer
dat het kamp wordt gebruikt, eerst voor de Joden, daarna voor de Molukkers en
straks voor de moslims. Drie keer is scheepsrecht. En zeg nou zelf Katskelia,
als er één echt Nederlands gezegde is, dan is het dat wel: drie keer is
scheepsrecht!"
Kaskelia
vond het onverstandig om de plannen, die ze overigens best zag zitten, rond te
bazuinen: "Dat kan pas als we de macht hebben, Potifar. De Grote Boentoet
moet eerst leider van het Nederlandse volk worden, we moeten niets overhaasten.
"Pas dan" en ze begon opnieuw zachtjes te zingen, "zet geen
macht onze opmars stop, tienduizenden marcheren en maken voor onze partij ruim
baan, niets zal onze troepen keren. Op! achter de Grote Boentoet aan!"
"Maar
daar wil ik helemaal niet op wachten.”
"Luister
naar en wacht op het teken van de Grote Boentoet. Potifar, jij wilt weer veel
te snel. Straks worden we nog beschuldigd van fascisme en we zijn juist een
partij voor de vrijheid!
De
verdere thuisreis van Potifar vond zonder problemen plaats. Hij nam een taxi
bij Den Haag Centraal en voordat hij een douche nam, pakte hij, zoals hij zich
had voorgenomen, eerst de telefoon om met Lolle Gronder over zijn
Westerborkplan te praten. De telefoon in het verre Drachten ging over en
Potifar noemde zijn naam, aan de ander kant hoorde hij "Mei wa". Dat
begreep hij niet, hij had toch niet een Chinees restaurant gebeld, dus hij
noemde opnieuw zijn naam, het antwoord was weer "Mei wa." Voorzichtig legde hij de telefoon op de haak, Hij keek even snel de
krant in en zag dat Wroxx de Gazon de voorpagina gehaald had met zijn voorstel
fanvervoer en voetbal van elkaar te scheiden, dat was leuk voor Wroxx, maar
waarom wierp de Grote Boentoet hem nou nooit zo'n hapklaar mediabrokje toe?
Nee, hij kon op een avondje uit een beetje op een mafkees uit Amsterdam passen,
zodat hij zelf niet aan eten toekwam. Hij zou dat toch een met de Grote Boentoet
bespreken. Hij stond net in zijn blootje om onder de douche te gaan toen de
telefoon ging.