30.11.13

Potifar 11


Potifar besloot nadat hij het pand van de Grote Boentoet had verlaten ter vermijding van nieuwe woedeuitbarstingen meteen door te reizen naar Amsterdam. Hoe kon hij achterhalen welke pizzabakkers moslim waren en welke niet? Misschien moest hij wel een Italiaans woordenboekje kopen en ze bij zijn binnenkomst met een luid "Goede morgen, heren!", maar dan in het Italiaans, begroeten. Maar als het echte Italianen waren en dan in uiterst rap Italiaans tegen hem losbarsten, wat dan? Het zweet brak hem uit, want veel verder dan quattro formaggi en Berlusconi kwam hij niet. Helemaal zeker dat zo'n pizzamoslim geen Italiaans sprak was je natuurlijk ook niet. Hij had een levensgroot probleem en dat allemaal door die ellendeling van een Neander Thahlmann. Meteen toen hij aan Thahlmann dacht, klaarde zijn gezicht op. Hij zou eerst Thahlmann een lesje leren, met hem, met Potifar viel niet te spotten. Had hij gister, toen hij heel toevallig een stuk conversatie tussen de Grote Boentoet en Jopie Schoonbroertje hoorde, het woord tuincentra niet horen vallen? Dat was de oplossing, hij, Potifar zou op een ongelofelijke manier wraak nemen op Neander Thahlmann. Dat zou hij eerst doen, voordat hij op jacht zou gaan naar Amsterdamse pizzamoslims, die Cohen iedere avond met een aantal pizza's quattro formaggi zouden lastig gaan vallen. Dan hoefde hij dus nu ook helemaal niet naar Amsterdam. Potifar stapte op Schiphol uit en pakte de trein terug naar Den Haag. Uiterst in zijn schik met zichzelf stapte hij op Den Haag Centraal uit, nam de tram naar huis en zette zich achter zijn computer. Hij tikte de woorden tuincentra Amsterdam in en zag er sowieso al zeven. Schitterend. Hij ging bij elk tuincenrum drie coniferen van minimaal drie meter bestellen af te leveren op het huisadres van Neander Thahlmann. Dat waren zeven keer drie maakt eenentwintig naaldbomen. Toen ging de telefoon. Het was Katskelia. Potifar moest even slikken, wat zou kotskeeltje te melden hebben?
"Heb je het al gehoord?, vroeg ze.
"Wat?"
"Van de tuigcentra?"
Godverdomme, dacht hij, hoe kon Katskelia nu weten wat hij met coniferen van plan was.
Voorzichtig informeerde Potifar wat voor tuincentra Katskelia bedoelde, want je had ze in soorten: "Heb je het over de kleine, waar ze Afrikaantjes ...?"
"Ja, natuurlijk ook Afrikanen, al dat laag-bij-de-grondse-spul."
"En knolbegonia's?"
"Knolbegonia's?", vroeg Katskelia, "Wat moet een begonia in een tuigcentrum?"
"Nou ja, het lijkt me toch ook een product waar vraag naar is. Maar het schijnt vrij lastig om ze goed op te laten groeien."
"Ja, precies daarom gaan ze in containers!"
"In donker, vorstvrij in turf."
"Ja en als ze door de ouders niet worden gecorrigeerd gaan die ook naar de tuigcentra!"
"Moet je dan ieder jaar de knolbegonia's weer inleveren bij het tuincentrum?"
"Wat zanik je nou over knolbegonia's? Het gaat er om samen met de Grote Boentoet de afgrijselijke islam terug te dringen!"
"Ik dacht anders dat het kweken van cyclamen geen problemen gaf."
"Geen problemen geeft?", krijste Katskelia aan de andere kant van de lijn. "Geen problemen geeft? Waar zit je verstand Potifar? Ben je nu helemaal van de pot gerukt? Waar zet de Grote Boentoet zich voor in? Voor de vernietiging van de islam, eikel!"
"Ik heb niets over cyclamen in ons verkiezingsprogramma kunnen vinden", stelde Potifar vast.
"Ik ga nu meteen de Grote Boentoet bellen en ik sta erop dat jij uit de fractie gezet wordt, er bestaat godgloeiendegodverdomme nog zoiets als fractiediscipline en daar trek jij je geen ene reet van aan. De Grote Boentoet wil dat de islam in ons land verboden wordt! En mannetje Potifar, de imbeciele analfabeet, heeft niks over de islam in ons verkiezingsprogramma kunnen vinden. Hoe bestaat het. Lees jij alleen bloembolcatalogi uit Sassenheim? Waar zit je verstand? Het lijkt mij buitengewoon goed dat jij als eerste in zo'n tuigcentrum wordt opgesloten."