Post per spoor betekende een geweldige versnelling en al gauw kwamen er speciale postrijtuigen, die meestal op een vaste plaats mee liepen, in de regel vlak achter de locomotief, dat verhoogde de snelheid van in- en uitladen, want men hoefde niet te zoeken naar het postvoituur. Bovenstaand drie-assig PLM-postrijtuig reed tussen Parijs en Lyon. In het rijtuig werd de post al vast gesorteerd.
Dit postrijtuig is van oorsprong vermoedelijk Duits en in 1919 als herstelbetaling afgegeven.
OCEM,
het bureau dat voor meer uniformiteit in het Franse spoorwegwagenpark
moest zorgen, liet in 1926 dit postrijtuig ontwerpen "l'Ambulant OCEM
Type 1926"", tussen 1928 en 1930 werden 382 exemplaren gebouwd, via de
ruitjes in de kap viel voldoende daglicht binnen, zodat de beambten
niet alleen bij kunstlicht hoefden te sorteren. In het begin stond er
"Postes et Télegraphes" op de flanken, eind jaren dertig werd dat
vervangen door alleen maar "Postes".
Dat het woord automobile in het begin niet alleen hoefde te slaan op een wegvoertuig toont dit voituur van de Nord-compagnie, een speciaal door stoom aangedreven postvoituur, waarmee ook een beperkt aantal passagiers kon worden meegenomen.