Nadat de zogenaamde Duitse Länderbahnen een grote hoeveelheid locomotieven en wagons als herstelbetaling na de Eerste Wereldoorlog o.a. aan Frankrijk had moeten afstaan werd in 1921 door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft een enorm bouwprogramma gestart. Meer dan achtduizend rijtuigen van bovenstaand type kwamen tussen 1921 en 1931 op de Duitse rails, oorspronkelijk ook met een houten opbouw, later was de opbouw alleen maar van staal en werd de naam "Donnerbüchse", vanwege het kenmerkende geluid dat de wagens maakten. Ze waren toegelaten tot een snelheid van 90km/u. Na de Tweede Wereldoorlog werd opnieuw een aantal geconfiskeerd en zo kwam bovenstaan voituur achter een locomotief in Frankrijk terecht, maar ze werden, zij het met dichtgemaakte balkons, ook door autorails getrokken, ook de kleur werd daartoe aangepast. De naam? Boîtes à tonnerre!