Laat ik één van de in Klein 4 genoemde merken, Boitel, er eens uitlichten. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Boitel aan een tweezits autootje, oorspronkelijk met een ééncylindertweetactmotor, later in de herst van 1946 vervangen door een tweecylinder. Productie zou in 1947 beginnen. Er moest om een Boitel te verwerven op worden ingeschreven en worden aanbetaald. Maar er werd niet geleverd en het geld bleek verdwenen. Boitel werd gearresteerd en wegens fraude veroordeekd.
Dat in Frankrijk na de oorlog een flink aantal kleine auto's werd ontworpen komt ook door het feit dat een trend van werd voortgezet. Door gebrek aan brandstof werd electriciteit de hulp geroepen: er verschenen heel wat electrische auto's, vaak in klein formaat in Frankrijk, carrosseriebedrijf Antem had ze in de aanbieding, maar ook vliegtuigbouwer Bréguet. Van de grote fabrieken leverde alleen Peugeot een electrisch autootje, de VLV (Voiture Légère de Ville). De auto (foto's) werd op 1 mei 1941 geïntroduceerd en in juni van dat jaar waren 377 exemplaren verkocht. De topsnelheid was 30 km/u. en na oplading kon er zo'n 75 kilometer mee worden gereden.