9.10.17

Sudeline

Sudeline Feitelbäumchen had na haar abitur, van haar ouders, wat we nu een sabbatical jaar noemen mogen  nemen, ook omdat ze niet wist welke studie ze zou gaan volgen. Ze had veertien dagen stage gelopen bij Dr.Dr. N.E. Fiechemann, maar dat was toch niet wat ze wilde en uiteindelijk had ze zich ingeschreven bij de universiteit van Donaueschingen om  zich  te bekwamen in de ethnologische kunstgeschiedenis. Die studie had Sudeline afgesloten met een veel geroemde doctoraalscriptie over de vroege hoofdkussenborduurkunst van de Barafani-indianen van Zuid-Patagonië. Ze had ter plekke veel onderzoek gedaan en daar ook haar echtgenoot ontmoet, geen Barafani-indiaan, maar een jonge arts, die, geboren uit, na 1945 uit Duitsland gevluchte ouders, onderzoek deed naar in de huid gesneden heilssymbolen bij een aan de Barafani-indianen verwant volk, de Humihumi. Ze waren  in Buenos Aires getrouwd en hadden daar ook een paar jaar gewoond, voordat ze zich in het Oostenrijkse Klammerbach am Neupersee vestigden, waar echtgenoot Heinz-Otto Schwunz  orthopedisch specialist werd en Sudeline onder haar meisjesnaam lid van de gemeenteraad. Natuurlijk voor de F.P.Ö. (Freiheitliche Partei Österreichs), die met drie man vertegenwoordigd was, al was meteen na de eerste bijeenkomst van de raad  de fractie uiteengevallen omdat Sorbert Schwindelmann zich  geschoffeerd voelde vanwege het feit dat niet hij, terwijl hij de oudste in jaren, maar Gottfrid von Flanck fractievoorzitter werd. Schwindelmann, uitbater van het hotel "Zum Bunten Ferkelchen" was de tachtig ruim gepasseerd en mocht graag vertellen dat zijn iets oudere zusje Hannelore de Führer tijdens diens bezoek aan Klammerbach am Neupersee in 1941 een bosje anemonen mocht overhandigen. Hij had op afstand mogen toekijken maar was dagenlang daarna schor geweest. Von Flanck had echter anders dan Schwindelmann doorgeleerd en mocht Doktor voor zijn naam plaatsen, bovendien was hij een Von en zoiets zet in Oostenrijk momenteel meer zoden aan de dijk dan anemonen.