4.11.15

Muziek

Soms ontmoet ik mensen van wie de muzikale smaak niet verder reikt dan een Madrigaal van Monteverdi. Dat is niet erg, wanneer ze maar erkennen dat Strawinsky en Glass ook muziek schreven respectievelijk schrijven en precies daar hapert het nog wel eens aan. Gaat waardering van muziek  bij mij altijd van een leien dakje? Nou nee, niet echt. IJle met een computer opgeleukte, urenlange fluitmuziek van Amerikaanse Indianen (zogenaamd ter meditatie) gaat er bij niet in. En eigenlijk vind ik de uitvoering van Les Stentors van "J'attendrai" ook over het randje. Een liedje, dat ik altijd geassocieerd heb met een vrouw wier man naar het front trekt, wordt in een glittercostuum gehesen. Maar misschien is die associatie van mij wel fout. Het pompeuze van I Muvrini stuit mij ook tegen de borst: folklore wordt  op een wonderlijk overdreven manier de concertzaal ingehesen, terwijl al die versiering absoluut niet nodig is. Eeuwenlang is er op Corsica en Sardinië op dezelfde manier gezongen, polyfone zang door een groepje in een kring staande mannen, maar moderne techniek voegt er iets aan  toe dat ik in feite niet horen wil en CD na CD lijkt het erger te worden. Ik ben dus eigenlijk muzikaal gezien qua waardering van folklore een conservatief baasje. Om duidelijk te maken wat ik bedoel: luister eerst nog eens naar I Muvrini (gister op dit blog) en dan naar A Cumpagnia of A Filetta (foto), die aanzienlijk dichter bij de bron blijven.