15.12.16

Saoutchik 2

Het gebruik dat  autofabrieken zelf een complete auto  leverden onstond pas langzamerhand, in het begin kocht je een chassis met motor en grille en liet je er door een carrosseriefirma een opbouw opzetten. Dat is bij  chiquere merken lang in zwang  gebleven en er waren in ieder land carrosseriebedrijven ten over. Twee bekende firma's in ons land waren bijvoorbeeld Pennock en Bakkker & Schut. In Frankrijk waren er heel veel, Saoutchik was er slechts één en een heel beroemde van. De carrosseriebedrijven kregen het lastig toen de zelfdragende carrosserie op het tapijt verscheen, want kon je voordien nagenoeg dezelfde opbouw op een Delage-, een Delahaye-, een Bugattionderstel zetten, die mogelijkheid verdween. Je herkende tot die tijd dure merkauto's aan hun grille niet aan hun carrosserievorm. In 1928 stond bovenstaande Mercedes op de Amerikaanse Automobile Salon met een carrosserie van Saoutchick, een vierpersoonsauto met een "torpédo transformable"-opbouw op een K-chassis, de wagen was goed voor 160 km/u. Zowel de motorkap als de wieldoppen waren van gepolijst aluminium. De bekleding van het interieur was van hagedissenleer.