23.8.17

Fries 6

De voorgaande vijf stukjes "Fries", die ik in het Fries schreef, verschenen eerder als één geheel in het blad van de Fryske Krite in het Gooi. Omdat ik veel sneller Nederlands schrijf  dan Fries, ik moet zo nu en dan opzoeken hoe ik een Fries woord noteer, vervolg ik mijn verhaal in de eerste landstaal, het Nederlands.
Nu de contacten met de Amerikaanse familie eenmaal gelegd waren, voornamelijk via Judy, tante Bessies dochter, werden er afspraken gemaakt. Tante Bessie en Judy zouden me afhalen van het vliegveld in St.Paul-Minneapolis. Ik had mijn uiterlijk omschreven en droeg bovendien een shawl met de Friese vlag en toch herkende ik tante Bessie en Judy eerder toen ik de aankomsthal binnenstapte, want  daar stond een oude dame, die niet alleen op mijn moeder leek, maar ook, net zoals zij, een voorkeur voor stralendhelder gekleurde kleding had. Mijn verbazing over de gelijkenis van de twee, die elkaar nooit hadden ontmoet, zou nog toenemen. Ik ging  mijn huurauto ophalen en zei dat ik achter hun aan zou rijden. Maar daar kwam niks van in: tante Bessie reed met mij mee. Juist, dat zou mijn moeder ook gedaan hebben. Veel  te nieuwsgierig wie die vreemde achterneef wel was. Aan het  eind van haar leven verzamelde mijn moeder pluche dieren en wat vond ik in tante Bessies flat: pluche dieren!