17.10.17

Sudeline 6

Verheugd stelde Schwindelmann vast dat dit keer op alle tafeltjes drie vaantjes stonden, Franz, der drollige Holländer kon tevreden zijn en hij zette koers naar de kleedkamer, want ook die diende piekfijn in orde te zijn: Europese vlag aan de muur en speciaal uit Holland geïmporteerd bier in het koelkastje: "Gulpener". Zo dat zat er op en nu naar het raadhuis. Maar net toen hij het terras afliep hoorde hij zijn naam roepen: "Herr  Schwindelmann, Herr  Schwindelmann. Ein Augenblick". Hij draaide zich om, het was de receptioniste van het  hotel,  Schwanka Himbeersaftli. "Er is een meneer aan de balie die U wil spreken." Wat nu weer? Hij draaide zich om. Voor de balie stond een man die zich voorstelde als Levinstihn en een uiterst moeizaam Duits met een sterk Engels accent sprak. Moest natuurlijk Löwenstein zijn, dacht Schwindelmann en vroeg waar hij behulpzaam  mee kon zijn. "Kunnen we ergens gaan zitten?" vroeg Löwenstein. "Waarover gaat het?", vroeg Schwindelmann. "Dit hotel, ik  neem aan Uw hotel, "Zum Bunten Ferkelchen" heette tot 1938 "Zum Gold'nen Stern", was van mijn grootvader en die heeft het destijds voor een belachelijk lage prijs aan  uw vader verkocht, voordat mijn grootvader met vrouw en kinderen naar Engeland gevlucht zijn." "Ach dat was het jaar waarin  wij als eerste land in Europa door de Hitlerbende bezet zijn", vulde Schwindelmann aan.