Ettore Bugatti had zijn fabriek in Molsheim in het begin van de oorlog verkocht. De Elzas - wat in de geschiedenislessen vaak vergeten wordt te vertellen - was weer Duits en hij had zijn werkplaats naar Bordeaux verlegd, met een bureau in Parijs. Daar begon ook de ontwikkeling van de Type 73 in de oude fabriek van La Licorne, in de voorstad Levallois. Er zouden twee types komen de 73A en de 73C, de A was een personen-, de C een grandprixwagen, de motor van zowel de A als de C auto's was een viercylinder (1488cc) met compressor. Na de dood van Ettore op 21 augustus 1947 werd de ontwikkeling in feite stopgezet.