Het lijkt alsof de Tweede Wereldoorlog de teloorgang van grote merken als Bugatti, Hispano-Suiza en Isotta-Fraschini heeft bewerkstelligd, maar Bugatti had hoogst waarschijnlijk al in de jaren dertig het loodje gelegd als de fabriek, de oorspronkelijk voor de "La Royale" (Type 41) gedachte motoren niet in treinstellen was gaan inbouwen, de Franse tak van Hispano-Suiza hield in 1938 op met de productie van auto's, afgezien van een halfhartige poging om na de oorlog een voorwielaangedreven V8 in de markt te zetten en Isotta-Frachini in Milaan verkocht van zijn roemruchte 8B, ontwikkeld uit de van 1924 daterende 8A, in vier jaar tijd (1931 - 1935) slechts dertig exemplaren. Isotta-Fraschini probeerde het in 1947 nog een keer. Dit maal, speciaal voor de Amerikaanse markt, met de 8C "Monterosa", een achtcylinder in V-vorm met een inhoud van 3.4 liter achterin, gekoppeld aan een vijfversnellingsbak. Er moeten twintig gebouwd zijn, waarvan geen enkele is verkocht.
Bij de foto's: Cesare Isotta en Vincenzo Fraschini begonnen in 1899 als importeurs en assembleurs van Renaults, die hoe langer hoe meer eigen trekjes kregen.
De 8A was van 1924 tot tot 1931 in productie. De achtcylindermotor had een inhoud van 7372cc en de wagen kreeg verschillende carrosserieën.
Dit is een slechts een één pagina tellend foldertje voor de "Monterosa".
