2.2.17

Toen 18

Wilden we het verhaal op tijd in de VARAGIDS hebben dan zouden we hem in Kopenhagen moeten fotograferen en interviewen en dus reisden fotograaf Ernst Niewenhuis en ik naar de Deense hoofdstad om Raymond Burr (1917-1993) - destijds schitterend in "Ironside" - te ontmoeten. We logeerden vlakbij het vliegveld Kastrup en melden ons een dag tevoren opdat we Burr op de vroege zondagmorgen meteen aan de gate konden opvangen. Dat bleek absoluut geen probleem. De hele zondag trokken we met Burr op en ergens in de namiddag kon ik mijn bloknoot tevoorschijn halen. Na het gesprek vroeg zijn persagent of ik wellicht een autoverhuurbedrijf in Amsterdam wist dat Burr een paar dagen later van Schiphol zou kunnen ophalen. Ik bood aan dat zelf met mijn Nash uit 1937 te doen. Dat aanbod werd dankbaar aanvaard. Op maandagmorgen vlogen Ernst en ik terug naar Schiphol, tenminste dat dachten we, maar op een of ander manier belanden we in Zaventem bij Brussel, terwijl onze bagage, met o.a. Ernsts belichte filmrolletjes, naar Schiphol vloog. We hebben een paar uur op Zaventem gezeten, vlogen naar Schiphol, vonden daar gelukkig onze bagage. Foto's ontwikkeld en afgedrukt, interview uitgewerkt, getikt en ingeleverd en een paar dagen later reed ik met de Nash naar Schiphol, spoedde me met een perskaart naar de gate om Burr op te vangen. Terwijl we naar de uitgang liepen ontmoetten we - hoe toevallig - zwemkampioen en Tarzanvertolker Johnny Weismuller (1904-1984), beide heren groetten elkaar buitengewoon hartelijk, waarbij opviel dat Burr grote bewondering voor Weismuller uitstraalde. Toen Burr de Nash zag meldde hij me ogenblikkelijk het juiste bouwjaar. Zoiets doet een bezitter van een oude auto altijd goed.