Ik ben van de lichting 1959-I en kwam op in Vught bij het Garderegiment Grenadiers. Hier staat de compagnie, keurig boordje dicht, voor de deur van het nachtverblijf: stapelbedden waarop met stro gevulde matrassen. Zonder op de achterkant van de foto te kijken, waarop ik alle namen van mijn mederekruten heb genoteerd, weet ik nog maar een enkele naam: luitenant Marie van Lopik (tweede rij van beneden en dan nummer zes van links), naast mij (tweede rij van boven en dan nummer drie van rechts), links van mij staat Gerard Doodeman, hij kwam ergens uit West-Friesland en daar naast staat De Beer, hij kwam uit de "Grinser Pein" (Groninger Opende) en worstelde met het feit of hij vanwege zijn geloof wel naar de film kon. Ik weet de namen dan wel niet meer, maar helemaal vooraan precies voor luitenant Van Lopik zit een voormalig stuurman op de grote vaart, die uiterst schilderachtige verhalen wist te vertellen over de kroegen in Egyptische havensteden. Luitenant Van Lopik was in mijn ogen een bijzonder militair, hij bestond het de eerste keer dat hij op de kamer kwam in burger te verschijnen met een vlinderstrikje voor.