Nu ze, prachtig gefotografeerd, in een boek staan valt pas op hoe ze lijken op de quilts van de Amish, Friese volkskunst in optima forma: oranjekoeken en iedere bakker met zijn eigen patroon. Ik werd, denk ik, achtenzestig jaar geleden voor het eerst met het fenomeen geconfronteerd, ik begreep van de naam geen snars, hoe kon je iets dat met een rose suikerlaag bedekt was een oranjekoek noemen? Uit het prachtige boekje van fotografe Tryntsje Nauta begrijp ik dat de naam ontleend is aan de in het deeg verwerkte sinaasappelsnippers. De koek van nu is trouwens niet de koek van toen, toen was hij niet gevuld met amandelspijs en was hij altijd bespoten met een boterachtige crème - slagroom kwam er niet aan te pas - en het terugkerend patroon, als in een quilt, kan ik me ook niet herinneren. Dat neemt niet weg dat de oranjekoek net als de keallepoat, 't dúmke en de sûkerbôle tot de typisch Friese tractaties behoort. Het boek "Oranjekoek" heeft een Friese, Nederlandse en Engelse tekst en werd uitgegeven door Bornmeer in Gorredijk. ISBN: 978-90-5615-337-3.