20.1.19

Verleden tijd 6

Vreemd dat ik me absoluut niet kan herinneren waar ik in de herfstvacantie van 1953 logeerde, maar wel weet dat ik in Giekerk een zeer ijverige politieagent ontmoette en nog steeds exact de plaats weet aan de wijzen waar hij mij - in zijn taal - staande hield. Ik begrijp mijn eigen geheugen niet, het sjouwt volslagen onnutte zaken mee, zoals de tekst van de wikkel om een suikerklontje, zodat ik weet dat de plaats Tienen in België ook Tirlemont  heet en dat de gekleurde plaatjes, die vroeger bij een  chocoladereep van het merk Meurisse verpakt zaten, chromo's heetten. Eind vorige maand in Lille werd ik opnieuw  geconfronteerd met het feit hoe selectief het geheugen te werk gaat: schuintegenover me zit een man aan het ontbijt in het hotel, die me heel vagelijk bekend voorkomt, maar zoiets gebeurt wel vaker, iemand lijkt op iemand die ik ooit gezien of ontmoet heb: zo zag ik deze week de bekende Britse journalist Andrew Marr hier  in het dorp rondfietsen. Natuurlijk was hij het  niet, maar soms is het iemand die ik wel eerder zag, al is het op de tv,  zo belandde ik anderhalf jaar geleden in de lift van het Brusselse muziekinstrumentenmuseum samen met de Britse presentator Matt Allwright. Normaal zou ik mijn monde gehouden hebben, maar ik was zo verbijsterd dat ik hem van mijn herkenning op de hoogte moest stellen. In Rijssel komt de vagelijk bekende man, als ik uitgegeten ben, op mij af en zegt: "Jij bent Wim Bloemendaal, ik herken je aan je stem!" Bij mij gaat nog steeds geen lichtje branden, ik herken hem niet. Maar als hij zijn naam noemt weet ik het weer. Eddy Tutuarima (foto). Ooit op een radiocursus en iemand achter het project Moluccan Moods, een muziekproject uit de jaren tachtig. Klaarblijkelijk heeft mijn geheugen op zo'n moment een zetje nodig om het allemaal weer naar boven te halen. Ik  herinner me hoe Eddy destijds met een interview met oudere Molukkers tijdens die radiocursus terugkwam waarin geen enkele kritische vraag voorkwam, ik probeerde erachter te komen wat daarvan de reden was. Het bleek dat je in die gemeenschap eerst uitgebreid van, zeg maar, een rijsttafel genoot, voordat je de  bandrecorder te voorschijn haalde. In zo'n situatie zijn prangende vragen natuurlijk niet op hun plaats. Eddy moest mij in Lille bijpunten over Moluccan Moods en mij zeggen dat het programma "Moondogs" een belangrijke rol had gespeeld en dat hij bezig is aan een boek over het project. Ik vertelde hem dat ik, het moet in 1978 geweest zijn, in een kantoor in Nashville, waar in alle kamertjes liedjesschrijvers aan het werk waren (wat ik toen een buitengewoon komisch idee vond) door Lee Clayton voorgesteld werd aan een collega componist, die opmerkte dat ik  uit het land kwam waar  moeilijkheden geweest waren met Moluccans en hij voegde er aan toe: "I always thought that  those were a kind of shoes". Kijk, dat bedoel ik, waarom heb ik zo'n ontmoeting en zo'n zin opgeslagen?