In 1903 betekende "standaard" in de automobielindustrie duidelijk iets
anders dan in 1963. In 1903 zette het woord een standaard voor de
concurrentie, in 1963 was het een automobiel ontdaan van iedere luxe.
Het Britse automerk "Standard" bestond precies zestig jaar, van 1903
tot 1963.
In
1936 kwam Standard met een reeks nieuwe modellen, ze hadden allemaal
een nummer, ontleend aan het aantal pk's voorafgegaan door het woord
"Flying". De Standard "Flying Twelve" (foto boven) had een
viercylinderzijklepmotor met een inhoud van 1609cc. Het model bleef
nagenoeg ongewijzigd tot de oorlog uitbrak en de Britse
automobielindustrie overging op de productie van militair materieel. Na
de oorlog kwam nagenoeg dezelfde auto terug, die overigens ook met een
iets grotere motor als "Flying Fourteen" verkocht werd. De carrosserieën
werden in een andere fabriek gemaakt, zodat ze op een vrachtwagen naar
Coventry moesten worden gebracht, waar de auto's werden afgemonteerd.
In 1948 verscheen de eerste nieuwe Standard, de "Vanguard" met een viercylinderkopklepmotor met een inhoud van 2088cc, de meeste werden dat jaar geëxporteerd. In 1953 werd niet alleen het front ingrijpend gewijzigd, maar kreeg de wagen ook een echte kofferbak. Van beide types waren "estates" en "vans" leverbaar. Onderstaande Israelische ambulance is een "Vanguard Phase II estate" uit 1953.
In 1955 kwam de "Vanguard Phase III" uit met een zelfdragende carrosserie, in feite ging het op de motor na, om een geheel nieuwe auto.
In 1948 verscheen de eerste nieuwe Standard, de "Vanguard" met een viercylinderkopklepmotor met een inhoud van 2088cc, de meeste werden dat jaar geëxporteerd. In 1953 werd niet alleen het front ingrijpend gewijzigd, maar kreeg de wagen ook een echte kofferbak. Van beide types waren "estates" en "vans" leverbaar. Onderstaande Israelische ambulance is een "Vanguard Phase II estate" uit 1953.
In 1955 kwam de "Vanguard Phase III" uit met een zelfdragende carrosserie, in feite ging het op de motor na, om een geheel nieuwe auto.