19.4.22

BROEK

 

Je ziet ze weinig meer: plusfours. Plusfour staat zelfs niet meer in het Nederlands - Friese deel van het Frysk Wurdboek, ik wilde de spelling nakijken en greep het meest voor de hand staande woordenboek, omdat ik aarzelde of ik plusfours of plus-fours moest schrijven. De plusfour was als het jeugdkleed van de mantelmeeuw, geen kuiken, maar ook niet volwassen. Het was een wat genante dracht en behalve een enkeling, zoals Albert van Sondel uit mijn klas, probeerden we de plusfour, door hem laag op de schoenen te laten hangen, zoveel mogelijk op de gewenste lange broek te laten lijken. Albert droeg hem echter hoog en had er ook nog witte kniekousen onder, hij is later dan ook bij de marine gegaan. Als ik erover nadenk is het vreemd, als kind wilde je zo snel mogelijk uit de korte broek in de plusfour om daarna die, na een paar jaar, in te wisselen voor de lange broek, nu zie ik bejaarde mannen, zodra de  temperatuur naar 15 graden neigt, zonder enige schaamte in het goyse dorp met geiwe dorp winkelen in korte broek.