Sybert
Speestra, die hij eerst maar even opzocht, bleek niet thuis, dat was geen wonder want hij had het druk als
voorzitter van de vereniging van varkenshouders , die eigenlijk "Bargen
yn'e Romte" had zullen heten, maar naar goed Fries gebruik de Engelse
naam "Pigs in Space" had gekregen. Sybert ging in de ons omringende
landen als Cyber Spacestra door het leven en daar was Speestra apetrots op (sa grutsk as in pau op, hetgeen evenwel niet wil zeggen dat in Fryslân het onderscheid tussen een aap en pau niet wordt geweten).
Hij zou het vanavond nog eens proberen, want dat Speestra nu alweer in zijn vakantiehuisje op de camping in Świnoujście (Schwinemünde) zou
zitten leek hem vreemd. Het gaf hem tijd een strategie te bedenken,
want achteraf was het misschien niet zo verstandig geweest meteen een
brief met de vraag om ondersteuning naar "Ús Deasnokje" te sturen. Het
had niets uitgehaald, sterker nog zijn brief had zoals het er nu
voorstond het tegendeel bewerkstelligd en zou betovergrootvaders
Hobbedobbe voorgoed laten verdwijnen.
Toen hij om twintig over acht het erf van Sybert Speestra opfietste stond diens BMW voor de garage geparkeerd, Sybert
was dus thuis en voordat hij aangebeld had ging de deur al open: "Kom
er in Oerstallinga. Ik ben net terug uit Polen, drie
megavarkensstallen, van vijftigduizend elk, speciaal laten openen door
Bastian Schweinsteiger, je weet wel van de Mannschaft, Bayern München en
Manchester United, hij speelt nu in Chicago, heb hem speciaal in de
businessclass laten overvliegen, kostte natuurlijk het een en ander,
maar dan heb je ook iets speciaals, de Polen stonden met de bek open,
die zijn zulke speciale dingen niet gewend. Ik heb Schweinsteiger nog
uitgenodigd om ook even hier naar toe te komen, had ons dorp ook nog
iets speciaals gehad, maar ja, de voetballerij ging voor. Dat was wel
jammer, want wees nou eerlijk er gebeuren hier weinig speciale dingen. Weet
je wat het is Oerstallinga", vervolgde Speestra, "de Polen houden niet
alleen varkens, ze houden ook van varkens, het is gemakkelijker een
megastal met honderdvijftigduizend varkens in Świnoujście
te hebben dan één varken in je achtertuin in Nederland. Wat was het
niet fantastisch geweest als we Schweinsteiger hier in ons dorp hadden
kunnen ontvangen, maar nee, voor zulke speciale dingen moet je naar
Polen, zoals ik al zei, in Polen weten ze wat een varken toekomt en
maken ze het houden van varkens tot een speciale liefhebberij en worden
in plaats van rare regeltjes in te voeren rechters die dat toch
willen naar huis gestuurd, in Polen is het varken nog koning, dat kunnen
we hier nauwelijks meer waarmaken, Oerstallinga. En waarom,
Oerstallinga? Iedereen wil toch een karbonaadje op zijn bord of niet
soms? Zo'n lekker sappig karbonaadje met een speciaal sausje. Jij
wil toch ook een goed stuk vlees, Oerstallinga?" Op dat ogenblik betrad
een hem vreemde dame gekleed in een met een panterpatroon bedrukt, miniem
jurkje de voorkamer waar ze inmiddels waren gaan zitten: "Kieliszek
wódki, panowie?" "Of je een glaasje wodka wilt", verduidelijkte
Speestra. "Poolse, speciale wodka, Zubrovka, met bisongras en laat ik
je meteen even voorstellen aan mijn vriendin Agnieszka uit
Świnoujście, ik lig in scheiding met Lolkje, ik vertel je dit even
Oerstallinga, zodat er geen gepraat in het dorp ontstaat, want daar
heeft niemand wat aan. Oerstallinga nipte voorzichtig van zijn glaasje.
"Nee", riep Speestra, "zo doen ze dat niet in Polen, je drinkt wodka
in één teug. "Zdrowie!" en Speestra kneep Agnieszka in haar linker bil.