18.5.25

Amilcar

 

                                                                                                       Italiaanse Amilcar

Renault, Opel, Austin, Ford, Lancia, het zijn allemaal namen van personen, die de naam aan een automerk gaven. En er zijn nog veel meer, soms ietwat verborgen want wie verwacht nou, dat Amilcar in het rijtje thuishoort? Toch hoort Amilcar, een Franse fabriek die vooral in de jaren twintig buitengewoon fraaie, kleine sportwagens bouwde er wel degelijk bij, al wordt er wat moeilijk gedaan over het ontstaan van de naam, de geldschieters van de firma waren de heren Lamy en Akar en uit omkering van Lamy gekoppeld aan het laatste deel van Akar zou de de naam van het merk onstaan zijn, veel eenvoudiger lijkt het mij dat Amilcar zijn naam ontleende aan voor- en achternaam van de predident-directeur, eerdergenoemde Emile Akar. Ontwerpers van de auto waren André Morel en Edmond Moyet, die voor de Eerste Wereldoorlog in dienst waren geweest van "Le Zèbre", het merk van Jules Salomon. Amilcar was met name in allerlei races zo succesrijk, dat er een Italiaans filiaal werd opgericht, dat de wagen door de Ehrhard Automobilwerke AG in Duitsland onder de naam "Pluto" in licentie werd gebouwd en door Grofri Wk AG als "Grofri" in Oostenrijk.

Gedachten op zondag

 Zo,  één van de meest onbenullige feestjes ligt voor een jaar weer achter ons. Het  Eurovisiesongfestival. Er moet veel  gebeuren om het  interessant te maken.  Daartoe een suggestie. De zingende deelnemers dienen te bestaan uit ministers van de verschillende  landen die winnaar zijn van een landelijke competitie. De gezongen liedjes behoren tot de lokale folklore. In ons land zouden Minister  van Defensie Ruben Brekelmans mee  kunnen doe  met "Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad", Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur Femke Wiersma met "Ain boer  wil naar zien naber tou" en Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber met "Wie Neerlands bloed door de aderen vloeit". Bookmakers gokken er vanzelfsprekend op dat de laatste wint. Dan wil ik het nog even hebben over de wolf die in  Gelderland mag worden afgeschoten, nadat hij een joggende dame aanviel. Die wolf zag in die hardlopende dame een prooi en dat is des wolfs, die wolf is in feite onschuldig, hij doet slechts iets wat voor hem natuurlijk is. In Gelderland schieten ze voor dat de  wolf wordt afgeschoten per abuis  eerst twee andere wolven dood: wolven lijken op elkaar, niet waar? In Gelderland bestaat het plan om  elke naam  die refereert aan wolven te verbieden  en dat vanaf 1811. Wolf dient  te worden vervangen door lam, dus Sam het Lam en Gerrit Jan Lamsperger. bovendien komt Volkswagen. als het aan Gelderland ligt, uit Lamsburg.  Het zou overigens goed zijn als de boeren die over hun gedode schaapjes jammeren een  ezel aan hun kudde toevoegen, wolven schijnen daar respect voor de  hebben.

17.5.25

Tweeramer

 


Deze foto moet genomen zijn na 1909, toen alle zogenaamde "tweeramers" van de HTM waren voorzien van een glazen bescherming van de balkons en in de kenmerkende crème kleur waren geschilderd. De serie, bestaande uit twintig wagens, was op 6 augustus 1904 in dienst gesteld op de eerste electrische tramlijn in Den Haag, die liep van de plaats waar de foto genomen is, het Plein, via Korte Voorhout, Koninginnegracht, Wittebrug en Nieuwe Parklaan naar het Kurhaus in Scheveningen. Wat me verbaast is dat de tram op de foto geen nummer boven de koplamp heeft, dat moet door de Amsterdamse uitgever weggeretoucheerd zijn. 

Krazy Kat

"Krazy Kat ", zo lees ik in kattenkalender, werd in 1999 uitgeroepen tor de beste Engelstalige strip aller tijden. Het was een  strip van George Herriman  die van 1913 tot 1944 verscheen en naast Krazy Kat,  Ignatz,  de muis en Offisa Bull Pupp, de politiehond, als basiskarakers  had. Bovendien verscheen er een
tekenfilmserie onder dezelfde naam.

Bruce

 


 Bruce Springsteen zegt wat  er echt  aan de hand is.

16.5.25

Nanni

Nanni Svampa, geboren in 1938 in  Milaan, begon tijdens zijn studie economie  zijn muzikale loopbaan  met het vertalen van liedjes van Georges Brassens in het Milanees dialect, vervolgens maakte hij deel uit van het kwartet 'I Gufi', (hier tijdens een reünie in 1981) waarna hij  een succesvolle en lange solocarrière startte. Dit 'Stamattina Mi Son Alzata' is een oud volksliedje: 'Vanmorgen werd ik een half uur voor de zon opging wakker, mamma mia, een half uur voor de zon opging, ik ging naar het raam en ik zag mijn eerste liefde."

 

Kleur

 

Mijn vader was een verdienstelijk amateurfotograaf, hij fotografeerde graag en veel en dan niet  op de manier zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is. Hij had een kleine kamera, die foto's maakte op het formaat 4,5x3, maar waar het  toestel na zijn dood in 1962  gebleven is: geen idee. Het enige dat ik kan bedenken is dat het in reparatie was. Ik vind het verdraaid jammer, want ik had het toestel wat graag gebruikt. Foto's waren voor de oorlog zwart/wit en toch heb ik een kleurenfoto van mij, klaarblijkelijk heeft mijn vader ook met kleur geëxperimenteerd.
 

Trump

 


Trump goes East

Hobbedobbe 4

Drie straten verderop - behalve de smoor had hij de pas in - ontdekte hij dat hij zijn fiets in de tuin van Staterinx had laten staan. Oerstallinga keerde op zijn stappen terug. Mevrouw Staterinx en een vreemde mevrouw -  dat zou de vrouw van Struynderboon wel zijn - zwaaiden vanuit de erker naar hem, hij stak gewoontegetrouw alleen zijn rechterwijsvinger op. Hij nam een andere route, dat deed hij altijd, nadat iemand hem, toen hij de tweede keer gezien werd, gevraagd had "Wat vergeten, Oerstallinga?" Hij hield niet van dat. soort wijsneuzigheid. Hij fietste nu door de Herman Boktorstraat. Die Herman was de grootvader van zijn buurman. Niet dat die buurman zijn grootvader gekend had, want opa was tijdens de oorlog aangehouden bij een fietsenrazzia, was er op zijn fiets vandoor gegaan, maar uiteindelijk achterhaald, gearresteerd en naar een Duits kamp getransporteerd. Herman Boktor was iemand die zich niet door de Moffen had laten kisten, of misschien toch wel, bedacht Oerstallinga, maar dat was ook nog maar de vraag.  Zou Boktor echt tussen zes plankjes zijn beland? In elke geval stond zijn naam met de namen van drie andere dorpsgenoten op een monument in het centrum met daarboven de regel "Gevallen voor het Vaderland". Oerstallinga bedacht dat gevallen voor - eventueel te wijzigen in van - zijn fiets een correcter weergave van de feiten zou zijn. In elk geval stond het monument  in de regionale toeristische gids, terwijl er van de Hobbedobbe geen sprake was. Hij had aan de bel moeten trekken toen hij die omissie ontdekte, maar ja, wie trekt er vandaag de dag nog aan een bel? Nee, aan belletjes werd niet meer getrokken, tegenwoordig drukte je op knoppen en dat had hij ook nagelaten. Overal had hij nul op het rekwest gekregen, de Hobbedobbe zou, hoe hij er zich tegen verzette, worden gedempt en er zou zo'n akelig woonwijkje met rechte straatjes en miezerige woninkjes worden neergezet. Oerstallinga vloekte weer eens en  sloeg met zijn rechtervuist zo hard op het stuur dat hij een schuiver maakte, op het trottoir belandde en zich nauwelijks staande kon houden. Hij moest een daad stellen waar al die labbekakken niet omheen konden. Hij kon misschien  ergens een zeldzaam salamandertje vandaan halen en dat uitzetten,  maar vindt maar eens zo'n zeldzaam beestje. Nee, hij moest het anders aanpakken. Ze paf laten staan en  met een enorm schuldbesef overladen. Hij keerde zijn fiets en reed  naar de Hobbedobbe. Hij zou het tuig leren! Hij legde zijn fiets aan de rand van het water en liep de plas in. Het water kwam  tot zijn knieën.  Nu doorzetten. Niet zwemmen, gewoon blijven lopen. Het water was verrekte koud. Langzaam stappend verdween hij onder water...

 

Jazz

Op de hoek van de Grote Marktstraat en de Wagenstraat stond het pand van de Haagsche Courant,  liep je een paar meter  de Wagenstraat  in dan vond je  daar een uitstekende tijdschriftenwinkel met o.a. Franse jazz- en autobladen. De eigenaar was een wat norsige  man, die in de  verte wat op André van der Louw leek, maar dat wist ik toen nog niet want die zou ik pas  een paar jaar later leren kennen. In  maart 1959 zat ik in dienst en moet ik bijvoorbeeld "Jazz Hot " missen en om toch enigszins op de hoogte te blijven kocht ik het Nederlandse blad "Rhythme". Dat was afzien. Frank Visser beschreef  in "Uit de konsertzaal" een optreden van Sonny Rollins als volgt: "Anders dan een verschijnsel kan ik hem  niet noemen: een vleesgeworden symbool van jazzuitingen, die aan het waanzinnige grenzen. (......)  Deze  man is  geestesziek. Rollins moet in  de greep zijn van een angst de techniek niet de baas te kunnen; angst om te zullen falen, dat het instrument hèm overwint... Zijn aan waanzin grenzende doubletimes, ontstellend lange passages gedoedel van één loodgrijze kleur liggen buiten alle de jazzproporties, zelfs buiten de proporties die Parker zich verloven kon in tijden van inspiratieloze zenuwinstortingen".

15.5.25

Hobbedobbe 3

 

"Maar eh, Oerstallinga, ik denk dat we nu helaas een eind moeten maken aan ons gesprek. Nee, nee geen  dank voor het glaasje wodka,  graag gedaan  kerel, maar ik  krijg over drie minuten een  belangrijk gesprek uit Boedapest over mijn stallen in Székesfehérvár en je begrijpt dat ik daar even al mijn aandacht voor nodig heb, want ik heb een aanbieding gedaan om per week  2500 varkens af te leveren aan een Hongaarse worstfirma, die ze gaat verwerken in paprikakolbasz, een speciale Hongaarse smulworst met de naam Orbán,  in de handel gebracht door een neef van  de  premier. Dit soort contacten zijn bijzonder waardevol, Oerstallinga, dat begrijp je, maar bijzonder aardig je gesproken te hebben en ik zou zeggen kom nog eens langs. Ik zal Agnieszka even roepen  dan kan die je uitlaten." Speestra klapte in zijn handen. 
Het duizelde hem toen hij wegfietste, zelfs het woord Hobbedobbe was niet gevallen. Het gesprek, nou ja gesprek? Speestra's redevoering was eigenlijk alleen maar over varkens gegaan en over de all dan niet empathische gevoelens van de Friezen voor de zwarte medemens. Leaver dea as slaef, hoe kwam je er godverdomme op? Moest hij wat  de Hobbedobbe betreft contact opnemen met de krant? Hij schudde zijn hoofd. Er was maar één krant en die was in het grijze verleden ook al eens fout geweest. Hij was bijna thuis toen hij gemeenteraadslid Sipke Fluimstra inhaalde, die riep: "Hé Oerstallinga, wat ik je vanmiddag nog vergeten heb te vertellen: het buurtje dat in de plaats van de Hobbedobbe komt gaat Obe Slotplantsoen heten, ter herinnering aan de man die de het standbeeld van de heilige drievuldigheid aan de gemeente heeft  geschonken en aan zijn kleinzoon bumperjumper Obe junior, zo jammerlijk omgekomen bij bumperjumpen in Leeuwarden. Het standbeeld van de drievuldigheid wordt er ook naar toe verplaatst. Je kunt de tekeningen inzien  op het gemeentehuis."
Hoe zei korporaal Jones het ook alweer? O, ja: "Don't panic. Don't panic." Er moest toch een manier zijn om het  onzalige plan stop te zetten. De Hobbedobbe moest hoe dan ook bewaard blijven. Dan bouwden ze het nieuwe wijkje  er maar omheen. Misschien moest hij wel stickers laten maken. In het Nederlands dat wel, vanwege de Hollandse import in het dorp. En meteen daarop dacht hij: Staterinx, die man  uit  Soest, altijd in de weer voor de natuur. Dat hij daar niet eerder aan gedacht had. Misschien kwam het grijze paarlmoermotje wel voor in de Hobbedobbe? Of de vlakbuikgehoorndeneuspad? Hij noemde maar wat.  In elke geval wist  hij dat sommige wegen in Nederland niet waren aanglegd omdat er een zeldzame diersoort huisde of een plantje als het  dwarsgeweldehelmgras. Hij begon sneller te trappen. Op naar Staterinx en meteen met de deur in huis vallen en zich  niet het gedrag van Speestra laten welgevallen.Hij moest twee keer bellen voor de deur bij Staterinx werd opengedaan. "Is je vader thuis?" begon hij. "Ja, mijn man is thuis",  kwam het antwoord. "Wie kan ik zeggen of  beter waar komt u voor?"
"Voor de natuur in het dorp!" Hij  dacht dat het beter  was om het algemeen te houden. "Nou dat treft, behalve mijn man is toevallig het rayonhoofd natuurbeheer Struynderboon op visite. Maar komt u binnen." 
De heren zaten gebogen over een aantal kaarten aan de eetkamertafel toen hij binnenkwam.  "U wilt iets opmerken over de natuur in het dorp, die gaat u ter harte? Dat is mooi, hoe meer mensen geïnteresseerd zijn in alles wat leeft en bloeit en altijd weer boeit, des te beter", zei Struynderboon . 
"Ja, daarom begrijp ik niet dat een schitterende vijver als de Hobbedobbe plaats moet maken voor een onbenullig woonwijkje." Zo dat was eruit, alleen had hij misschien het woord onbenullig niet moeten gebruiken. 
Struynderboon keek Staterinx vragend aan: "Hobbedobbe? Dempen?" "De Hobbedobbe is inderdaad een vijver die gedempt gaat worden omdat er een tekort is aan bouwgrond voor betaalbare woningen", zei Staterinx. "Gezichtbepalende natuur met zeldzame diertjes en grasjes?", vroeg Struynderboon. 
Hij zei: "Van die diertjes en grasjes, weet ik niet, maar ik vermoed wel  dat ze er zijn en gezichtsbepalend is de Hobbedobbe zeker!" "Dat kan natuurlijk van iedere vijver gezegd worden", zei  Struynderboon, "maar uiteindelijk  gaat het bij ons om de diertjes en de  grasjes en of de Hobbedobbe beschermd dient te worden kunnen we op deze  kaart zien", en hij wees op een plattegrond van het dorp.  Staterinx pakte een vergrootglas en Struynderboon ging daarmee op zoek naar eventuele rode stippen die de aanwezigheid van zeldzame natuur zouden tonen. "Rond de Hobbedobbe en in de Hobbedobbe is geen enkele rode stip te zien, dat betekent dat wij als vereniging geen bezwaar kunnen maken. Wij kunnen dus niets voor u betekenen, want wij kunnen wettelijk pas ingrijpen en bezwaar maken als er sprake is van plannen om ernstige schade toe te brengen aan bijzondere natuur. Dat is heel nauwkeurig omschreven."

Vrachtwagens

  


Twee Amerikaanse mastodonten: boven een Peterbilt, onder een Mack.

Bij beide vrachtwagens in Costa Rica valt de enorme zonneklep op, de chauffeurs moeten klein zijn of heel gebogen  achter het stuur zitten.
 

14.5.25

Luiaard

 



Luiaard, nee, snel is hij niet als hij op de grond loopt, als hij in een boom klimt is  hij wat  sneller, maar hij  komt  maar een keer per week  uit de boom, om te poepen.

Hobbedobbe 2

 

Sybert Speestra, die hij eerst maar even opzocht, bleek niet thuis, dat was  geen wonder want hij had het druk als voorzitter van de vereniging van varkenshouders , die eigenlijk "Bargen yn'e Romte" had zullen heten, maar naar  goed Fries gebruik de Engelse naam "Pigs in Space" had gekregen. Sybert ging in de ons omringende landen  als Cyber Spacestra door het leven en daar was Speestra apetrots op (sa grutsk as in pau op, hetgeen evenwel niet wil zeggen dat in Fryslân het onderscheid tussen een aap en pau niet wordt geweten). 
Hij zou het vanavond nog eens proberen, want dat Speestra nu alweer in zijn vakantiehuisje op de camping in Świnoujście (Schwinemünde)  zou zitten leek hem vreemd. Het gaf hem tijd een strategie te bedenken, want achteraf was het misschien niet zo verstandig geweest meteen een brief met de vraag om ondersteuning naar "Ús Deasnokje" te sturen. Het had niets uitgehaald, sterker nog zijn brief had zoals het er nu voorstond het  tegendeel bewerkstelligd en zou betovergrootvaders Hobbedobbe voorgoed  laten verdwijnen.
Toen hij om twintig over acht het  erf van Sybert Speestra opfietste stond diens BMW voor de garage geparkeerd, Sybert was dus thuis en voordat hij aangebeld  had ging de  deur al open: "Kom er in Oerstallinga. Ik ben net terug uit Polen,  drie megavarkensstallen, van vijftigduizend elk, speciaal laten openen door Bastian Schweinsteiger, je weet wel van de Mannschaft, Bayern München en Manchester United, hij speelt nu in Chicago, heb hem speciaal in de businessclass laten overvliegen, kostte natuurlijk het een en ander,  maar dan  heb je ook iets speciaals, de Polen stonden met de bek open, die zijn zulke speciale dingen niet gewend. Ik heb Schweinsteiger nog uitgenodigd om ook even hier naar toe te komen, had ons dorp ook nog iets speciaals gehad, maar ja, de voetballerij ging voor. Dat was wel  jammer, want wees nou eerlijk er gebeuren hier weinig speciale dingen. Weet je wat het is Oerstallinga", vervolgde Speestra, "de Polen houden niet alleen varkens, ze houden ook van varkens, het  is  gemakkelijker een megastal met honderdvijftigduizend varkens in Świnoujście te hebben dan één varken in je achtertuin in Nederland. Wat was het niet fantastisch geweest als we Schweinsteiger hier in ons dorp hadden kunnen ontvangen,  maar nee, voor zulke speciale dingen moet je naar Polen, zoals ik al zei, in Polen weten ze wat  een varken toekomt en maken ze het houden van varkens tot een speciale liefhebberij en worden  in plaats van  rare regeltjes in  te voeren rechters die dat toch willen naar huis gestuurd, in Polen is het varken nog koning, dat kunnen we hier nauwelijks meer waarmaken, Oerstallinga. En waarom, Oerstallinga? Iedereen wil toch een karbonaadje op  zijn bord of  niet soms? Zo'n lekker sappig karbonaadje met een speciaal sausje. Jij wil toch ook een goed stuk vlees, Oerstallinga?" Op dat ogenblik betrad een hem vreemde dame gekleed in een met een panterpatroon bedrukt,  miniem jurkje de voorkamer waar ze inmiddels waren gaan zitten: "Kieliszek wódki, panowie?" "Of je een glaasje wodka wilt", verduidelijkte Speestra. "Poolse, speciale  wodka, Zubrovka, met bisongras en laat ik je meteen even voorstellen aan mijn vriendin Agnieszka uit Świnoujście, ik lig in scheiding met Lolkje, ik vertel je dit even Oerstallinga, zodat er geen gepraat in het dorp ontstaat, want daar  heeft niemand wat aan. Oerstallinga nipte voorzichtig van zijn glaasje. "Nee", riep Speestra,  "zo doen ze dat niet in Polen, je drinkt wodka in één teug. "Zdrowie!" en Speestra kneep Agnieszka in haar linker bil.

T-Ford

 

Geheel in stijl, twee leden van de Gateway Antique Auto Club voor hun T-Ford in Norwalk, Connecticut.

P&M

Laat ik nog een keer teruggaan naar het radioprogramma  dat ik zo'n 25 jaar gelden maakte "De gezamenlijke zenders Peazens en Moddergat", een programma waarbij ik niet zomaar wat plaatjes draaide  maar waarin  ik associatief met  muziek in de weer was en allerlei  soorten muziek voorbij konden komen. Om de beginnen is hier " Fishin Blues'" van Taj Mahal. Mahal, echte naam Henry St. Clair Fredericks Jr., is  een Amerikaanse bluesgitarist en zanger, maar tegelijk een muziekhistoricus,  die  graag pareltjes opduikt uit de Amerikaanse zwarte muziekgeschiedenis. Dan hetzelfde liedje dat anders klinkt in de bewerking van Amos Garrett en Geoff Muldaur, twee mannen oorspronkelijk uit het jugbandcircuit, maar hier op tournee in Japan. In feite was de jugbandmuziek uit de jaren zestig een herleving van de jugbandmuziek uit de jaren twintig,  toen zwarte muzikanten door geldgebrek op een aarden kruik een bas imiteerden en op een washboard zorgden voor het geluid van een drum. In de jaren zestig waren de musici wit. Geoff Muldaur en echtgenote Maria keken ook terug toen ze "Dardanella" opnamen, een nummer dat in de jaren twintig voor de eerste keer op de plaats werd gezet. We zouden "Dardanella" een noveltynummer kunnen noemen, een slecht te vertalen term, maar die duidt op muziek bijvoorbeeld met een pseudo-oosterskarakter. "Dardanella' brengt ons naar Turkije en er bestaan een paar Turkse marsjes van befaamde componisten, deze is van Mozart en deze van Beethoven. Natuurlijk  is de muziek van  Mozart  noch die van Beethoven Turks, het volgende stuk is wel gelijk Turks, gespeeld op klarinet en darbuka, een handtrommel. Een ander soort trommel vinden we in Ierland, de bodhran, bespeelt met één stok. Dat je helemaal geen instrument nodig  hebt en toch kunt drummen laten deze Bakavrouwen horen, ze gebruiken een rivier als instrument. Veel mensen,  allemaal op hun eigen trommel, we zijn in Japan. Heel stevige klappen,  maar we draaien het om: één man op een drumstel, dus meer trommels tegelijk: Jo Jones Een andere, jongere Jo Jones, Philly Jo Jones, ook een drummer met Bill Evans aan de piano. Meer van Bill Evans,  maar dan in  driekwartsmaat: "Waltz for Debby". Tot slot geen wals maar een mars van de Weense walsenkoning, de "Radetzkymarsch", gespeeld door de  Wiener Symphoniker onder leiding van Daniel Barenboim

13.5.25

Hobbedobbe

 

Hij was razend om een aantal redenen en hij probeerde helder te krijgen waaraan hij zich het  meest ergerde. Dat hij het van Sipke Fluimstra gehoord had, was één reden: Fluimstra was raadslid van de lijst Fluimstra, eerst afgescheiden van  Gemeentebelangen, daarna afgescheiden van Ons Aller Glorie en nu voor zichzelf  begonnen. Ten tweede: dat hij belangrijk nieuws voor  de zoveelste keer door achterklap moest vernemen, in plaats van het in de lokale of provinciale pers te kunnen lezen. Maar zo besloot  hij: de voornaamste reden was dat het eigenlijk ging om een persoonlijke erfenis: de Hobbedobbe, een poel aan de oostkant van het dorp, was door zijn betovergrootvader gegraven na kanalisatie van de beek "It Priemske", niet dat het beekje ooit veel voorgesteld had  en dat er ooit scheepvaartverkeer op had plaatsgevonden, maar toch. De Hobbedobbe moest verdwijnen, zo had het  college van Burgemeester en Wethouders besloten, vertelde Fluimstra, om plaats te te maken voor zogenaamde energievrije woningen: de daken bedekt met zonnepanelen en verwarming door middel van buizen die, nog altijd Fluimstra, zo'n anderhalve kilometer de grond in zouden worden geramd. Voor die onzin moest het levenswerk van zijn betovergrootvader wijken. Godgloeiendegodverdomme. Hij zou eens even een krachtig emailtje sturen naar de voorzitter van de lokale historische vereniging "Ús Deasnokje", Dong Slot, in de wijde omgeving beter bekend als Don Quichotte omdat hij in mei 1979 per abuis de enige molen die het dorp nog rijk was veel te snel had laten draaien, waardoor deze vlam had gevat. Zijn vader Obe Slot. was goed fout geweest in de oorlog, maar dat was heel spoedig vergeten toen hij het dorp in 1946 een standbeeld van de Heilige Drievuldigheid cadeau had gedaan. Obes kleinzoon, Obe junior was Fries kampioen bumperjumper geworden in 2017, maar helaas bij wedstrijden in het kader van Leeuwarden  Culturele Hoofdstad 2018 op het Oldehoofsterkerkhof bij een noodlottige sprong van de bumper van een vijftig kilomer per uur rijdende Trabant naar de bumper van een tachtig kilometer per uur rijdende Opel "Kadett" om het leven gekomen, terwijl net daarvoor mogelijkheden waren geopperd om van bumperjumpen een olympische discipline te maken.  Obe junior. had altijd beweerd dat hij in de Derde Wereldoorlog net zo goed fout wilde zijn als zijn grootvader in de Tweede. Helaas kon Obe junior dat nu niet meer waar maken.
Maar daar had hij uiteindelijk niets mee te maken, de Hobbedobbe moest  blijven en hij had al een goede slagzin in zijn hoofd "HOBBEDOBBE FIRST".Maar nu hij er iets langer over nagedacht had besloot hij, in plaats van een email, een aangetekende brief naar het bestuur van "Ús Deasnokje" te sturen, alleen wist hij niet of hij de brief aan voorzitter Dong Slot of aan de secretaresse moest sturen, niet dat het uiteindelijk heel veel  uitmaakte, want het totale bestuur van het historisch genootschap bestond in feite uit leden van één  familie: Dongs dochter Deunske gehuwd met Doekele Volbehaard - zijn voorvader had in 1812 weliswaar Volbeda gezegd, maar dat was door de slechthorende ambtenaar van de burgerlijke stand verkeerd genoteerd -  was secretaris, echtgenoot Doekele was, behalve ambtenaar derde klasse op de gemeentesecretarie, penningmeester van het historisch genootschap, terwijl hij bovendien het Zuiderdwarsvaarter Neusfluitensemble leidde dat, in navolging van de Wiener Philharmoniker, ieder jaar op 1 januari een nieuwjaarsconcert gaf in in de bovenzaal van Café "Klienkont",  met als solisten het befaamde maar inmiddels bejaarde duo Horkje en Horkje, een concert dat rechtstreeks werd uitgezonden door de lokale televisie. Eigenlijk maakte het geen donder uit als hij "Ús Deasnokje" maar achter zijn plannen kreeg om de Hobbedobbe tot in aller eeuwigheid te  bewaren.

Aan het bestuur van de
Historische Vereniging
"Ús Deasnokje" t.a.v.
mevr.Deunske Volbehaard-Slot
Oudeweg 435
te ALHIER

Geachte Bestuur,
Mij kwam in een gesprek met raadslid en aanvoerder van de lijst Fluimstra ter ore dat ons gemeentebestuur plannen  heeft de zo voor onze gemeente kenmerkende Hobbedobbe te dempen en te vervangen door energievrije woningen voor jonggehuwden, dit stuit mij, zoals u zult begrijpen,  hevig tegen de borst en zou dat u ook moeten doen, daarom verzoek ik u te protesteren tegen dit voornemen, waardoor een historische belangrijk monument in onze gemeente zal verdwijnen, niet alleen omdat mijn betovergrootvader zulks heeft gegraven maar ook omdat er behalve het Willy Dobbeplantsoen in Oss er geen dobbe in ons land dreigt over te blijven en dat zou en dat is ongetwijfeld eveneens uw mening een grote schande zijn, daarom verzoek ik u met de meeste kracht tegen  dit schandelijk voornemen te protesteren, voordat het zoals gewoonlijk weer eens te  laat is en het kalf verdronken is voordat de put gedempt werd.
Hoogachtend, 

S. Oerstallinga 
Baitsebokseleane 13,
te Alhier

Zo, nu alleen nog zijn handtekening onder de brief  en dan was die klaar voor verzending. Hij  had net bedacht dat hij dat, ook ter besparing van kosten,  niet per post ging doen, per slot van  rekening stond hij binnen vijf minuten op de fiets voor het huis van Doekele en Deunske Volbehaard, dus hij ging de brief zelf bezorgen. Hij zou de brief niet in het groene busje aan het begin van  het tuinpad gooien maar in de van koperbeslag voorziene brievenbus in de voordeur. Wat hij niet kon weten dat Deunske net achter de brievenbus in de voordeur bezig was een tochtstrip aan te brengen. Ze had al weken tegen Doekele geklaagd dat het zo tochtig was en of hij er iets tegen wilde ondernemen, maar zoals gewoonlijk was het, wanneer het om kleine karweitjes in huis ging, bij hem het ene oor in-,  het andere oor uitgegaan en zat ze nu op haar knieën achter de voordeur toen Oerstallinga's brief op haar hoofd viel. Oerstallinga was  het tuinpad nog niet af toen de voordeur openging, Deunske wat moeizaam opgekrabbeld, had de brief en vooral de afzender  bekeken en riep: "U bent geen lid van "Ús Deasnokje"!" Daar had ze gelijk in, Oerstallinga vond het maar een vreemd clubje waarvan het bestuur in handen was van één familie, maar hij had ze nu  nodig dus stroop was  de boodschap: "Dat weet ik, maar jullie vinden het natuurlijk net zo erg als ik dat de Hobbedobbe dreigt te verdwijnen." "De Hobbedobbe?", informeerde Deunske. "Nou, ik vind het maar een een verzamelplek van steekmuggen en anders niet, bovendien zal onze dochter Lolkje, als de Hobbedobbe gedempt is, daar komen te wonen!" Oerstallinga slikte en zei behalve dat het bestuur van "Ús Deasnokje" eerst  maar eens zijn brief moest lezen, verder niets en stapte op zijn fiets.
Zouden ze je niet? En dat noemde zich een historische vereniging. Een monument vernietigen omdat de dochter een woning nodig had, wat een rotvolk. Hij lette even niet op en reed bijna Hylke Breedspraak aan die met een tas vol boodschappen het enige zebrapad van het dorp overstak. Hij verontschuldigde zich en begon meteen over "Ús Deasnokje" en de Hobbedobbe. Breedspraak zette zijn tas neer en zei "Dat is een verloren zaak Oerstallinga, de Hobbedobbe gaat gedempt worden en daar zal de historische vereninging geen moment wakker van liggen omdat Deunske Volbehaard en haar familie ieder jaar zo'n vijfentwintighonderd euro subsidie krijgt uit de gemeentekas en dan denk jij toch niet dat ze dat geld als zogenaamde historische vereniging willen mislopen alleen omdat jij de Hobbedobbe voor ons nageslacht wil bewaren. Man wees verstandig en als je er niet mee kunt leven,  verhuis, want er is echt geen andere oplossing".

Airport

 


 Trump Airport

Red Hot

 

Zestien december 1926: Jelly Roll Morton (die later beweerde in 1902 de jazz te hebben uitgevonden) neemt met zijn Red Hot Peppers: George Mitchell, cornet; Edward "Kid" Ory, trombone; Omer Simeon, clarinet; Jelly Roll Morton, piano; Johnny St. Cyr, gitaar; John Lindsay, bas en Andrew Hilaire, drums "Dr. Jazz" op. Jammer, van die latere uitspraak, want het deed Morton meer kwaad dan goed, want hij was een uitstekend componist en pianist. Mijn favoriete nummer van de Red Hot Peppers is het op 15 september 1926 opgenomen: "The Chant"

 

3 P's

 

Van de drie grote Amerikaanse automerken die begonnen met een P (Packard, Pierce-Arrow en Peerless) verdween in 1931 laatstgenoemd merk het eerst, beide andere P's hielden het nog een aantal jaren vol. Peerless in Cleveland (Ohio) maakte in de jaren zeventig van de negentiende eeuw wringers en fietsen en daar kwamen vanaf 1900 auto's bij, eerst eenvoudige voertuigen, maar nadat Louis P. Mooers als chefconstructeur was aangesteld, werd  duidelijk dat de fabriek het hoogste marktsegment ging bedienen. De foto toont een Peerless Model 9 met een "Roi des Belges"-carrosserie uit 1905. Een jaar eerder had Mooers een racewagen de "Green Dragon" ontworpen die met Barney Oldfield als coureur langs diverse circuits trok en veel succes had.

Hallo!

 

Jijbakkie


Niet zo heel erg lang geleden (deze openingszin om te vermijden  dat u  denkt "opa vertelt") verscheen er dagelijks één vervuilend bestelautootje met pakketjes in  de straat, tegenwoordig komen er minimaal vijf, waarvan de chauffeurs per colli uiterst schamel  worden beloond. Ik meen me te herinneren dat de PTT onder de briljante leiding van Wim Kok in de verkoop werd gedaan, de PTT werd opgesplitst en een deel werd verkwanseld aan een Australische firma,  e.e.a. onder het mom dat door de toe te nemen concurrentie het voor de klant goedkoper en vooral beter zou worden. U en ik geloofden dat, want zo  waren we opgevoed: de overheid heeft immers het beste met je voor, maar inmiddels nam het grote belazeren een aanvang, want niet  alleen post,  telefoon en telegraaf werden in de verkoop gedaan gas, electriciteit en water volgden.  Eén van de bestelbedrijfjes die van de open markt gebruikt  maakt is DHL, een firma die onfatsoen buitengewoon hoog in het  vaan heeft door zijn klanten ongevraagd te tutoyeren, zo trof ik een missive in mijn brievenbus met de mededeling: WE HEBBEN JE GEMIST". Heb ik met de directie van DHL in de zandbak gespeeld, ben ik met hen op schoolreisje in Appelscha geweest, ik  kan het me  niet herinneren en het is natuurlijk ook niet zo, het behoort tot de onbeschofterij van minkukels die menen dat  alles tegenover de klant geoorloofd is.

 

Herdenken ?

 


 

12.5.25

heimat

in der Heimat, in der Heimat, da gibt's ein Wiederseh'n

 

Grote Sik

 


In 1948 bij de NS in  dienst, afgevoerd in 1961: Grote Sik 406. Gebouwd door Werkspoor, met een motor van Thomassen & Frichs. Doel:  rangeerwerk en lichte goederentreinen, maximale snelheid 75 km/u. Er is  geen enkele 400 bewaard gebleven.

Amigo

In 1970 werd de eerste auto geproduceerd in Costa Rica,  de Amigo. Een schoonheid  was het bepaald niet, maar meer een "basic transport vehicle" en dat was ook precies de bedoeling, geen rondingen maar rechte hoeken, die productie  eenvoudiger  maakten. De motor (1256cc) en  aandrijving kwamen van Vauxhall uit Engeland. De kleine General Motors pick-uptruck  had vier versnellingen.

11.5.25

402

 

 
Wat Chrysler niet lukte met de "Airflow" lukte Peugeot wel met de "402", klaarblijkelijk stonden de Fransen opener voor een gestroomlijnde noviteit dan de inwoners van de Verenigde Staten. Dat lijkt vreemd omdat lang gedacht werd dat al het nieuwe uit de Nieuwe Wereld kwam, maar wie slechts een moment de tijd neemt weet dat conservatisme aan de andere kant van de oceaan hoogtij vierde en in feite nog steeds viert. De 402 stond in 1935 op de Parijse Salon, had een motor met een inhoud van 1991cc  en was verkrijgbaar met een automatische versnellingsbak van Gaston Fleischel, die bak was zo prijzig - hij koste een kwart van de prijs van de auto - dat hij al snel uit de optielijst verdween en vervangen werd door de optie van Cotalbak (maar over het zogenaamde mosterdpotje heb ik recent al het een en ander geschreven en dat ga ik hier niet herhalen). De 402 kreeg een uitgebreide gestroomlijnde familie: in 1936 verscheen de 302, een iets kleinere versie voorzien van een motor met een inhoud van 1758cc, vervolgens kwam de motor van de 402 ook in de carrosserie van de 302,  die versie ging 402 légère heetten en in januari 1938 werd de 02-serie aangevuld met de 202 met een motor met een inhoud van 1133cc. Emile Darl'mat, een Parijse Peugeotdealer had een jaar eerder met goedvinden van de fabriek een sportversie de 402DS, met een carrosserie van Pourtout en ontworpen door de tandarts Georges Paulin uitgebracht. In 1938 stond zo'n Darl'mat op de Parijse Salon, dat jaar was de wagen behalve op de vijfde plaats in het algemeen klassement tijdens de 24 Uren van Le Mans ook op de eerste plaats in zijn categorie geëindigd. 
 



Er was ook  deze extreem gestroomlijnde versie van de 402 ontworpen door Jean Andreau. Bovendien zat er een 802 in pijplijn, met een V8-motor, maar daar is uiteindelijk door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niets van terecht gekomen. De carrosserie van de 402, maar dan met een gewijzigde neus, werd ook gebruikt voor de Berliet "Dauphine".

Wortelinx

Stephan Wortelinx besloot geen plastic wattenstaafjes, rietjes en bestek  meer te gebruiken en vloog dezelfde dag  nog voor euro 221,95 (een  hele week all-in) naar Antalya.

Tico-Tico

 


Niets fascinerender dan een symphonieorkest in de weer te zien met een nummer uit de lichtte amusementswereld. Daniel Barenboim met de Berliner Symphoniker in "Tico Tico".


Drenthus keppitool

 


Meek Assen Greet Uhgèn

10.5.25

L&H



Laurel en  Hardy

Welterusten


 

Ravel

 


Ravels "Bolero" als flash mob in Parijs.

Faber

Faber hoorden we gister het woord verstieren gebruiken, terwijl ze versjteren bedoelde, wonderlijk dat een Nederlandse minister zo abominabel onze taal beheerst.

Tandem

 

 Ik herinner me de eigenaar, Ernest  Wouters,  van het Ardeense fietsmuseum als een wat somber ogende, doch enthousiaste man. Ik was er lang geleden twee maal om zijn privéverzameling te zien, de tweede keer met fotograaf Ernst Niewenhuis op reportage voor de VARAGIDS. Officieel heette het museum: Musée de la Petite Reine en het was gevestigd in Falmignoul. Ergens in mijn verzameling catalogi bevindt zich een, na Ernsts en mijn bezoek, verschenen boekwerkje over het museum, ik weet dat de catalogus van na ons bezoek dateert, omdat er een foto van de museumeigenaar en mij in staat terwijl we een tandem vasthouden. Er verscheen zelfs een prentbriefkaart, het is de enige keer dat ik op zo'n kaart verscheen.

9.5.25

Syncopators

 The New Orleans Syncopators met "Jazz me blues".

Shanty

Over shanty's bestaan de nodige misverstanden. Inmiddels blèren in ons land diverse zogenaamde shantykoren die geen idee hebben waar een shanty oorspronkelijk voor werd gebruik. In de zeilvaart was het noodzakelijk dat bij ophalen van het anker of het hijsen  van de zeilen de zaken gezamenlijk gingen,  daarbij werd gezongen en  zeker geen  "Lili Marlene", zoals we dat hier  zien doen door een groepje heren uit Spijkenisse.

Peugeot

 

In januari 1938 verscheen de Peugeot 202, de lijnen van de auto volgden die van de grotere 402, met de  koplampen achter de grille. Er was een aantal verschillende types leverbaar: een vierdeurs gesloten versie, al dan niet met een te openen dak, een vier onder de kap, een cabriolet en een bestelversie, die vanwege de vierkante opbouw snel de bijnaam "paquet de tabac" kreeg. De auto had een kopklepviercylindermotor met een inhoud van 1133cc.
De verkoop van de opvolger, de 203, voor het eerst te zien tijdens de Parijse Salon van 1948, begon in januari 1949 en hij kostte een kwart meer dan de 202. Ook van de 203 werden verschillende uitvoeringen geleverd, zoals deze cabriolet, die in het programma stond van october 1951 tot de zomer van 1956. In 1960 rolde de laatste 203 van de band. De viercylinderkopklepmotor had en inhoud van 1290cc. Van de 203 cabriolet zijn 2567 exemplaren gebouwd.

8.5.25

Vance

Ta....ta....ta....ta.....ikke ben de vieze..vieze....ppppresident van.. eh...Vrenik..de...Sta......
sta...staten....en..ik..kan al een  klein....bbbbbbeeeetje..alleen...pppoepen..ta.....ta.  

Ford

 

Wonderlijk  dat in de in 1939 uitgebrachte en in 1948 beëindigde reeks Dinky Toys van Amerikaanse personenauto's zowel een Chevrolet als een Ford ontbreken, per slot van rekening zijn dat  de meest verkochte merken. General Motors onder wiens paraplu Chevrolet viel (en valt) is in de reeks vertegenwoordigd met Buick en Oldsmobile en Ford met Lincoln, dus van een verbod om een miniatuur te vervaardigen kan geen sprake zijn. Tegenwoordig moeten er trouwens door iemand die een miniatuur Chevrolet, ook al  dateert die uit het grijze verleden, wil produceren reproductierechten worden betaald. Uit een plastic kitje bouwde ik toch een Ford V8, een Tudor, een tweedeurs, zelf reed ik ooit een Fordor, een vierdeurs, een auto waaraan ik op een of andere geen plezierige herinneringen bewaar, ook omdat, nadat ik hem verkocht had, problemen opdoken met de  nieuwe eigenaar, die zo slim was geweest de accu uit de auto te halen om hem op te laden en de accu vervolgens verkeerd om te monteren. Dat betekende een kapotte bobine en omdat de Ford weliswaar een zesvoltsaccu had, maar een 4,5 voltsbobine kostte het enige moeite om zo'n bobine te achterhalen.  Ik had natuurlijk  mijn  schouders kunnen ophalen en kunnen zeggen: "zoek 't zelf maar uit", maar uiteindelijk vond ik een 4,5 voltsbobine en reed de auto weer. De auto in kwestie, een Ford V8 De Luxe, dateert uit 1946, werd volgens het kentekenregister tien jaar later geïmporteerd en rijdt nog steeds. Carrosserieverschil tussen de Ford van 1940 en die van 1946 is er, behalve in het vooraanzicht, nauwelijks. 

Naar Amerika

Ajje dit jaar naar Amerika wille, dan krije je foordat je fliege eerst drie dagen un lakseermiddel soadatte je kompleet leechsketen binne en in ut fliechtuuch niet naar ut huuske hoewe, an boord krije je niks te supen en te freten, je wurre allenich maar in swembroek toelaten en je wurre anne stoel met un izeren ketting fastbonnen en je mutte elke uur luudkeels  "Heil Trump" roepe, aandus komme je dur  niet in.

Nostalgie


 
Ik las ergens iets over een Wolseley, een van de vele Britse merken, die vandaag de dag nauwelijks iemand meer iets zegt. Humber, Hillman, Singer, Morris, Austin, Triumph, Standard, Riley, Sunbeam: allemaal vergane glorie. En dat geldt niet alleen voor de autoindustrie: van tabak (zelfs al is het merk Engels, dan komt het product uit Duitsland of Denemarken) tot fietszadel, de Britten hebben het af laten weten, het is dan ook geen wonder dat de BBC zoveel nostalgie in zijn programma's stopt. Bovenstaande groene auto is een Morris 1100 uit 1963 waarmee de fabriek het successtuk van de Mini trachtte te evenaren, dat lukte in enige mate, maar waarom er daarnaast een identieke Austin op de markt moest worden gebracht zal altijd wel een raadsel blijven. De zwarte auto is een Italiaanse variant, de Innocenti IM3, gemaakt door de Societa Generale per l'Industria Metallurgica en Meccanica in Milaan, makers van de Lambrettascooters, die eerder de Austin A40 in licentie produceerden.


Cactus

 


De cactus moet  de negentig gepasseerd zijn, want hij was er al een paar jaar toen ik  geboren werd.  Hij staat opnieuw in bloei.